Het einde van mijn betrokkenheid wordt ingeluid door mijn laatste blog op de website onder Werpersgroep Masters. Natuurlijk wist ik dat er op gereageerd zou worden, en ja hoor, ik heb niet lang hoeven wachten. Eerder waren Henk van Bakel en Peter Holthuijsen op vergelijkbare ordinaire wijze de oren gewassen. Ze begrijpen het niet, atletiek is immers meer dan lopen alleen. Lopen is gezond en kun je ook nooit genoeg stimuleren. Maar voor een atletiekvereniging komt daar iets bij, het is een Olympische sport met zo vele prachtige onderdelen. Die moeten in een atletiekvereniging een gelijkwaardige kans en ondersteuning krijgen, anders degraderen ze zichzelf tot een trimclubje (ook niets mis mee) en frustreert men de wedstrijdatleet op die andere nummers. Een eerste stap in de goeie richting zou moeten zijn een helder MISSION STATEMENT voor Scopias, gewoon duidelijk vastleggen "waar-men-voor-staat". Heel jammer, maar het was een grote fout om terug te komen bij Scopias. De voorzitter heeft gelijk:"dan moet je je eigen club beginnen, dan zullen de anderen je niet meer tot last zijn". Ik duim voor de werpersgroep en het kleine clubje wedstrijdatleten, zet 'm op.
sep 10, 2009 Henk van Bakel 3 * GOUD
Gepost door Jan Titulaer in Werpersgroep Masters
Hij heeft het 'm geflikt hoor! Tijdens de Master Games 2009 (Zeeland) heeft Henk van Bakel vandaag zijn totaal op drie keer GOUD gebracht in de M55-klasse. Als lid van de Werpersgroep Masters uiteraard op de drie werponderdelen: Discus (34.72m), Kogel (9.95m) en Speer in een geweldig nieuw clubrecord: 44.15 meter! Hiermee klimt hij naar de 7de plaats op de Bestenlijst Allertijden, PROFICIAT Henk!!
Alweer een overduidelijk bewijs welk potentiëel de Werpersgroep Masters heeft opgebouwd. Het bescheiden werpersgroepje heeft met meer tegenwerking dan ondersteuning in korte tijd een geweldig prestatief rendement waar-je-eigenlijk-niet-meer-omheen-kan neergezet. Waar zou dat toe geleid hebben met een klein beetje erkenning en support??
Met uitzondering van Henk van Bakel en Jacques Janssen (brons met discus) gaven alle overige werpers acte-de présence gisteravond op de matig bezochte werpwedstrijd van Scopias. Natuurlijk was er concurrentie van AV Beek (12 deelnemers), die ook op dezelfde dag een werpdriekamp hield, 17 deelnemers is echter te weinig. Maar buiten de masters was er verder ook niet één deelnemer van Scopias, werk aan de winkel?? Het is evident dat de technische atletiek bij Scopias wat extra stimulans nodig heeft!!
Desalniettemin lag sportpark Vrijenbroek er werkelijk perfect bij (met dank aan Jan Valize) en zorgden wedstrijdleider en jury voor een soepel verloop, ondanks de vroeg invallende duisternis. Verheugend dat bij de Werpersgroep Masters Tim Schreurs en Paul Philips na een maandenlange blessure-periode weer actief konden deelnemen. Tim verbeterde zich zelfs meteen met discus (26.63m). Alleen Corné Jacobs moest langs de kant met jeukende handen toezien, zijn achillespees-blessure wil maar niet genezen. Even schrikken was ook het uitvallen met een liesblessure van Peter Holthuijsen, hopelijk valt het een beetje mee.
Een vervelende dissonant was wel dat de kantine niet open was!!?? Bij een baanwedstrijd is het toch wel zo gastvrij als bezoekende atleten uit Deurne, Venray, Boxmeer, Gennep, Nuenen, Erkelenz en Oirschot voor de wedstrijd een kop koffie kunnen gebruiken. Na de wedstrijd verlengde Heidi Valize haar jury-taak met een extra bardienst. Dankjewel Heidi en een dikke knuffel voor je inzet voor Scopias.
Erkenning en support
geschreven door Peter van den Bergh, vrijdag 11 september 2009 om 20:58 uur
Ik sta helemaal achter je woorden over Henk's prachtige prestatie,maar om nou te suggeren dat die nog beter zou kunnen zijn indien Scopias de werpers niet zo zou hebben tegengewerkt gaat mij te ver. Door op zo'n niveau te kommuniceren degradeer je jezelf en de werpers, om in Peter Holthuijsen’s termen te praten, tot "werpclubje sowieso". Als je "het je zin niet krijgen" gelijk stelt aan "tegenwerking en gebrek aan erkenning" dan zie je Scopias niet als een vereniging van 450 sportliefhebbers die zichzelf en elkaar respecterend samenwerken en waarvan de werpers, met alle respect, maximaal 2.5% vertegenwoordigen. Als jij bij een vereniging de regels wilt vaststellen en 100 % aandacht en erkenning wil dan moet je je eigen club beginnen, dan zullen de anderen je niet meer tot last zijn. Wat let je, nu je je lidmaatschap toch hebt opgezegd. Maar bezin eer je begint, een vereniging runnen kost meer tijd en energie t.b.v. derden dan werpen alleen voor jezelf.
vrijdag 11 september 2009
dinsdag 8 september 2009
Wat bis dich toch unne Nolles
Dat zeggen ze vaak tegen iemand die er op een domme manier een zootje van maakt, maar welke Nolles werd hier bedoeld? Is dat wel terecht? (Ver)oordelen mensen niet te vlug? Voor jullie een vraag, voor mij na enig archief-onderzoek een weet, want I’ve got him!
Komend jaar is het 150 jaar geleden dat onze Nolles het levenslicht aanschouwde als Johannes Jacobus Arnoldus Hendriks. Kleine Nolles werd geboren op 12 februari 1860 in het gehucht Schellerbaum bij Amern Sankt Georg. Dat ligt weer bij Waldniel en daarmee is Nolles unne echte pruûs. Hij blijkt de buitenechtelijke zoon van Maria Magdalena Hendriks. De vroedvrouw doet de aangifte en Johan Jacob Lutters en Leonard Thomas Tappeser uit Schellerbaum zijn de getuigen. De vader is niet bekend, de eerste twee doopnamen zijn waarschijnlijk gegeven door Johan Jacob Lutters. Succes kent vele vaders, onze Nolles begon al zonder en voorspelde dat niet veel goeds?
Een standbeeld voor Nolles
In 2004 werd door de leden van de Koninklijke Harmonie St. Cecilia van Tegelen naar aanleiding van het 150-jarig bestaan een beeld van Nolles bij de Raadhuislaan onthuld. Daarmee schaart hij zich toch maar mooi onder de groten der aarde. Nolles was decennia lang een bekend dorpsfiguur in Tegelen en nauw verbonden aan de harmonie. Op een oude foto, waarschijnlijk uit 1889 zien we een aantal muzikanten rondom het vaandel en een aantal notabelen, het muziekgezelschap is keurig gekleed in pak met hoge hoed. De burgemeester Stefanus Houba en de gemeenteontvanger Hofmans staan ook op de foto. Helemaal links zien we Nolles als drager van de dieke-trôm. Liet hij zich voor Nolles gebruiken? Ik dacht het niet, het was zijn bewuste keuze om "erbij-te-horen"!
Hoe komt Nolles in Tegelen
Als klein menke werd hij door Pietje Ewals (van de Böl) naar Tegelen meegenomen. Pietje was een vrachtrijder die vaker hout ging halen in Elmpt in Duitsland. Hij kwam met paard en wagen geregeld in Waldniel omdat hij via Swalmen altijd terugkeerde naar Tegelen. Op een van die tochten nam hij onze Nolles vanuit Waldniel mee naar Tegelen.
Nolles wordt een bekend dorpsfiguur
In 1879 werd Nolles de betaalde drager van de dieke-trôm in de harmonie. In het dienstbodenregister van 1890 zien we Nolles geregistreerd als eenvoudige knecht bij Hubertus Dings en hij was ongehuwd. Hubertus Dings begon rond die tijd een beschuitbakkerij aan de Muntstraat. Op 15 mei 1904 wordt Nolles gehuldigd voor zijn zilveren jubileum als drager van de dieke-trôm. Hij kreeg van de harmonie een kist sigaren van honderd stuks welke destijds een gulden en vijftig centen kostte. Zeker geen sigaar uit eigen doos! Niks daarvan, we houwen op de (sigare)kis . . . sjiengele sjiengele boem!
Nolles verdwijnt in de mist
In het dienstbodenregister van 1910 komen we Nolles weer tegen onder zijn volledige naam. Hij is nog steeds ongehuwd, bij de opmerkingen staat geschreven “overleden”. Er staat geen datum bij en er is geen overlijdensakte te vinden in het archief van Tegelen. Nolles is ook niet uitgeschreven toen hij is overleden, normaal wordt de naam dan in het register doorgehaald.Dit kan maar een ding betekenen. Hij is gestorven ergens tussen 1910 en 1924. Niemand betreurde waarschijnlijk de ongetwijfeld eenzame Nolles, "eine schoëne mins verdween zoëmaar in ut niks".
De drager van de dieke-trôm verdween van het Tegelse toneel met de stille-trôm.
Komend jaar is het 150 jaar geleden dat onze Nolles het levenslicht aanschouwde als Johannes Jacobus Arnoldus Hendriks. Kleine Nolles werd geboren op 12 februari 1860 in het gehucht Schellerbaum bij Amern Sankt Georg. Dat ligt weer bij Waldniel en daarmee is Nolles unne echte pruûs. Hij blijkt de buitenechtelijke zoon van Maria Magdalena Hendriks. De vroedvrouw doet de aangifte en Johan Jacob Lutters en Leonard Thomas Tappeser uit Schellerbaum zijn de getuigen. De vader is niet bekend, de eerste twee doopnamen zijn waarschijnlijk gegeven door Johan Jacob Lutters. Succes kent vele vaders, onze Nolles begon al zonder en voorspelde dat niet veel goeds?
Een standbeeld voor Nolles

In 2004 werd door de leden van de Koninklijke Harmonie St. Cecilia van Tegelen naar aanleiding van het 150-jarig bestaan een beeld van Nolles bij de Raadhuislaan onthuld. Daarmee schaart hij zich toch maar mooi onder de groten der aarde. Nolles was decennia lang een bekend dorpsfiguur in Tegelen en nauw verbonden aan de harmonie. Op een oude foto, waarschijnlijk uit 1889 zien we een aantal muzikanten rondom het vaandel en een aantal notabelen, het muziekgezelschap is keurig gekleed in pak met hoge hoed. De burgemeester Stefanus Houba en de gemeenteontvanger Hofmans staan ook op de foto. Helemaal links zien we Nolles als drager van de dieke-trôm. Liet hij zich voor Nolles gebruiken? Ik dacht het niet, het was zijn bewuste keuze om "erbij-te-horen"!
Hoe komt Nolles in Tegelen
Als klein menke werd hij door Pietje Ewals (van de Böl) naar Tegelen meegenomen. Pietje was een vrachtrijder die vaker hout ging halen in Elmpt in Duitsland. Hij kwam met paard en wagen geregeld in Waldniel omdat hij via Swalmen altijd terugkeerde naar Tegelen. Op een van die tochten nam hij onze Nolles vanuit Waldniel mee naar Tegelen.
Nolles wordt een bekend dorpsfiguur
In 1879 werd Nolles de betaalde drager van de dieke-trôm in de harmonie. In het dienstbodenregister van 1890 zien we Nolles geregistreerd als eenvoudige knecht bij Hubertus Dings en hij was ongehuwd. Hubertus Dings begon rond die tijd een beschuitbakkerij aan de Muntstraat. Op 15 mei 1904 wordt Nolles gehuldigd voor zijn zilveren jubileum als drager van de dieke-trôm. Hij kreeg van de harmonie een kist sigaren van honderd stuks welke destijds een gulden en vijftig centen kostte. Zeker geen sigaar uit eigen doos! Niks daarvan, we houwen op de (sigare)kis . . . sjiengele sjiengele boem!
Nolles verdwijnt in de mist
In het dienstbodenregister van 1910 komen we Nolles weer tegen onder zijn volledige naam. Hij is nog steeds ongehuwd, bij de opmerkingen staat geschreven “overleden”. Er staat geen datum bij en er is geen overlijdensakte te vinden in het archief van Tegelen. Nolles is ook niet uitgeschreven toen hij is overleden, normaal wordt de naam dan in het register doorgehaald.Dit kan maar een ding betekenen. Hij is gestorven ergens tussen 1910 en 1924. Niemand betreurde waarschijnlijk de ongetwijfeld eenzame Nolles, "eine schoëne mins verdween zoëmaar in ut niks".
De drager van de dieke-trôm verdween van het Tegelse toneel met de stille-trôm.
donderdag 27 augustus 2009
Ik kan ut nog . . . .

Natuurlijk kan ik ut nog! Gisteravond heerlijk getraind, lekker zwoel zomeravond-weertje en bijna een volle bak met masters. Sjaak was net klaar met trainen, Henk is er, Peter is er, Paul Philips is er weer na een lange blessure-periode, Jan van Hooft is er, Lei zit op de bank en ik had me ook gemeld bij de werpkooi. Met kogelslingeren en gewichtwerpen moest ik toch even de frustratie van Stekene eruit gooien. Natuurlijk had ik met m’n darmklachten een excuus, maar het moest vanavond toch maar even gebeuren. Eerst even oefeningen doen voor kogelslingeren en daarna zes worpen waarvan één “volle Pulle” – 44 meter, hè hè ik kan ut nog!!
Aansluitend de echte training op discus en kogel, daarbij nauwlettend afwisselend de aanwijzingen van Peter Holthuijsen en Jan van Hooft gevolgd. Er zit vooruitgang in, en samen met de (thuis)krachttraining moeten er toch nog twee PR’s uitkomen dit seizoen. Vrijdagavond ga ik met Peter naar Achilles-Top (Kerkrade) voor een volgende poging kogel en discussen. Als afsluiting van de training heb ik ze uitgedaagd in een wedstrijdje gewichtwerpen met de 9.08kg. En wat dacht je: Jan van Hooft - 11,50m, Paul - 12,40, Henk – 14.85m, Peter – 17.75m en ik 17.90m!! Dat was even genieten, die uitdaging heb ik nodig en hè hè ik kan ut nog!!
Lei Holthuijsen had een nieuwe 2de-hands camera bij zich en die werd in alle standen op Peter uitgeprobeerd, dus daar hebben we voorlopig geen kind meer aan. Alle knopjes werden uitgetest, hij probeerde zelfs om door de lens in het apparaat naar binnen te kijken. Meer dan z’n eigen “spiegelreflex” zal het niet geweest zijn. Ik zei nog tegen ‘m dat ik Peter geklopt had met gewichtwerpen: ”Waomet, waomet, met die twieje kielo . . . ??”. Hij had het blijkbaar niet willen zien, wat is atletiek met al z’n erom-en-eraan toch schitterend.
De zomerslaap is voorbij bij Scopias, in de kantine brandde licht vanavond, Hans Brüncken en Math Kemps staan buiten met elkaar te kletsen. Ze kijken overduidelijk onze kant op, Math Kemps waagt zich zelfs in de richting van de kooi en maakt een praatje met Henk over de nieuwe werpkooi in de zandbak. Henk: “Wanniër kump die koëi?”. Math: “Det weit ik neet, daor môt geej veur zörge!”.
Even later breidt het groepje zich uit met Dennis Meens, Luc Thielen en een paar die we niet kennen. Het is onmiskenbaar aan de lichaamstaal te merken dat wij het onderwerp van gesprek zijn. De andere werpers zien dat ook: “Ut zal waal nergus op staale, maar ik zoël toch gaer wille weite wao die ut euver hebbe?”.
Jan van Hooft had immers nog steeds geen reactie gehad van Peter van den Bergh (krachthonk, kantine, clubrecords etc.). Gisteravond was ook de bewuste bestuursvergadering van Orion, dus al met al blijft de geest van ontbinding rondzingen om de werpkooi op sportpark Vrijenbroek.
Maar ik had weer een gezellige avond en met die 44m en 17.90m had ik toch stiekem een vet dubbel NR gehad, dus hè hè ik kan ut nog!!
zondag 23 augustus 2009
De vakantie is voorbij

Gisteren was in Stekene (B) alweer de eerste werpvijfkamp van na de vakantie. Peter, Frans en ik waren aanwezig namens de Werpersgroep Masters. Lei & Carla, Tina en Marijke als gewoonlijk onze trouwe supporters om standen bij te houden, koffie te halen en de mentale ondersteuning. Peter Holthuijsen begon super-gemotiveerd aan de wedstrijd, Frans was nog vermoeid van het wekenlang bouwvakken bij z’n zoon en bij mij weet je het nooit.

Frans Klep had de auto al gepakt klaarstaan voor een welverdiende vakantie en was met zijn gedachten meer bij de werpvijfkamp van 12 september in Eindhoven. Bij z’n oude club gaat hij voor thuispubliek schitteren, let maar op. Met 2986 punten bleef Frans 179 punten achter op z’n werpvijfkamp van Hückelhoven.

In het eindklassement won Evarist Naudts (KAAG-B) met 4593pnt, ik werd nipt tweede met 3958 vóór Emiel Symons (LOOI-B) met 3953pnt, Peter Holthuijsen 4de met 3525punt en Johan van Gansbeke (DEIN-B) 5de met 3484pnt. Lei zal wel zeggen “die alde kriëge miër punte”, maar ja, je moet het maar doen op die leeftijd.
donderdag 20 augustus 2009
Een reddingsplan voor de werpersgroep . . . .
Het heeft behoorlijk gerommeld de laatste weken! Er blijkt bij (te) veel werpers behoorlijk wat frustratie te zitten! Na een discussie bij de werpkooi heeft Jan van Hooft aangeboden voor ons te interveniëren bij het bestuur. Gisteravond de eerste positieve terugkoppeling van Jan. Vanmorgen naar Henk en Jan gereageerd:
Waarde werpkanjers Jan en Henk
Heb gisteren genoten van jullie 15.80m (Henk) met het (te lichte) gewicht en de prachtige discus-techniek (Jan), het stimuleert mij zeker tot betere werp-prestaties. Dat is de kracht van onze werpgroep, wat Scopias onvoldoende ziet en stimuleert. Maar de vele PR’s en CR’s leveren het meetbare bewijs!
Even naar aanleiding van gisteravond via de mail. Ben erg blij dat het gesprek positief verlopen is en dat bestuur en trainingscoördinator open staan voor afspraken die de werpersgroep een geaccepteerde plaats moeten geven binnen de club en al z’n faciliteiten. Een paar aandachtspunten, die ik gisteravond misschien ook had kunnen vertellen, maar nu heb ik er even over kunnen nadenken:
• Lijkt me een uitstekend idee dat we vastleggen dat jij (Jan) onze werptrainer bent en in die hoedanigheid afspraken maakt en overleg voert met bestuur en trainingscoördinator.
• Bij problemen (trainingstijden, accommodatie, wedstrijdprogramma, strubbelingen op de training) communiceert de (werp)trainer met de trainingscoördinator en niet individuele werpers (leden).
• Echter, dit dient ook regel te zijn voor alle andere gebruikers van de accommodatie! Denk hierbij aan onze problemen in het recente verleden met een “scheldende” jeugdtrainer, het wegsturen van Peter Holthuijsen door Peter van den Bergh c.s., problemen Paul Philips op de reguliere dinsdag-/donderdag-training, opmerkingen “ouders” richting Henk van Bakel, probleem Corné Jacobs, etc.etc.. Anders hebben we straks nieuwe afspraken, maar blijft die “schreeuwende” omgeving ons kleine groepje in de hoek zetten.
• We zullen moeten streven naar twee gezamenlijke trainingen, met de uitwijk individueel naar de overige trainingsuren. Mijn voorkeur gaat (naast de zondagmorgen) naar een avond waarop we alle werpnummers (en krachttraining) “ongestoord” kunnen doen, inclusief een open kantine!
• Ben het 100% eens dat die kantine tijdens reguliere training bemand zou moeten zijn door een “verantwoordelijke”. Vind het wel zuur dat nu de werpers ernaar vragen, die beperkende regel plotseling om de hoek komt. Er was (al vanaf december ’08) een sleutel toegezegd en een procedure afgesproken hoe die paar werpers hun kopje koffie na de training konden gebruiken. In de tussenliggende periode zien we steeds kleine groepjes die gebruik maken van de kantine!!?? Dit is een felle schending van wat een waarde moet zijn in een vereniging: “gelijkheid”. Mijn standpunt: men moet nu die sleutel geven en ook wij voegen ons straks wel in die nieuwe regel!!
• Een oplossing voor de “dunbevolkte” trainingen zou een drankenautomaat (warm/koud) kunnen zijn (gegarandeerde inkomsten).
• Wat betreft het krachthonk, laat men nu eerst komen “op papier” met die afspraak gemaakt tijdens de ledenvergadering. Geen schriftelijk besluit betekent geen afspraak en dan gaat de deur open van het krachthonk voor iedereen. Is er wel een schriftelijk besluit, dan zullen we een nieuw reëel voorstel dienen op te stellen voor de volgende ledenvergadering.
• Henk en ik hebben indertijd bij Jeroen Kouwenberg / Peter van den Bergh een aantal zaken (niet via de mail) besproken die “punt-voor-punt” zouden worden afgehandeld door het bestuur:
o Klein budget voor organiseren van werpclinics; dat is later doorverwezen naar de trainingscoördinator (status quo?)
o Reisgeld-vergoeding bij de trainingen Kees & Maaike Schetters?
o Het “onsportieve” reglement clubrecords?
o Vergoeding van inschrijfgelden (inter)nationale kampioenschappen, mits voldaan aan een te stellen norm?
Ik zie zeker weer mogelijkheden voor een doorstart van onze werpersgroep, maar er zal toch:
1. een kleine “knieval” dienen te komen van bestuur voor de problemen die in het recente verleden zijn veroorzaakt (c.q. genegeerd) en
2. nieuwe afspraken zullen “direct en zichtbaar” moeten worden doorgevoerd.
Voor mij persoonlijk geldt overigens nog steeds als er vóór 15 november geen stabiele structuur staat die wedstrijdatletiek voor werpers stimuleert, stap ik over naar HAC Helmond of Eindhoven Atletiek.
Met vriendelijke groet,
Jan Titulaer.
Waarde werpkanjers Jan en Henk

Even naar aanleiding van gisteravond via de mail. Ben erg blij dat het gesprek positief verlopen is en dat bestuur en trainingscoördinator open staan voor afspraken die de werpersgroep een geaccepteerde plaats moeten geven binnen de club en al z’n faciliteiten. Een paar aandachtspunten, die ik gisteravond misschien ook had kunnen vertellen, maar nu heb ik er even over kunnen nadenken:
• Lijkt me een uitstekend idee dat we vastleggen dat jij (Jan) onze werptrainer bent en in die hoedanigheid afspraken maakt en overleg voert met bestuur en trainingscoördinator.
• Bij problemen (trainingstijden, accommodatie, wedstrijdprogramma, strubbelingen op de training) communiceert de (werp)trainer met de trainingscoördinator en niet individuele werpers (leden).
• Echter, dit dient ook regel te zijn voor alle andere gebruikers van de accommodatie! Denk hierbij aan onze problemen in het recente verleden met een “scheldende” jeugdtrainer, het wegsturen van Peter Holthuijsen door Peter van den Bergh c.s., problemen Paul Philips op de reguliere dinsdag-/donderdag-training, opmerkingen “ouders” richting Henk van Bakel, probleem Corné Jacobs, etc.etc.. Anders hebben we straks nieuwe afspraken, maar blijft die “schreeuwende” omgeving ons kleine groepje in de hoek zetten.
• We zullen moeten streven naar twee gezamenlijke trainingen, met de uitwijk individueel naar de overige trainingsuren. Mijn voorkeur gaat (naast de zondagmorgen) naar een avond waarop we alle werpnummers (en krachttraining) “ongestoord” kunnen doen, inclusief een open kantine!
• Ben het 100% eens dat die kantine tijdens reguliere training bemand zou moeten zijn door een “verantwoordelijke”. Vind het wel zuur dat nu de werpers ernaar vragen, die beperkende regel plotseling om de hoek komt. Er was (al vanaf december ’08) een sleutel toegezegd en een procedure afgesproken hoe die paar werpers hun kopje koffie na de training konden gebruiken. In de tussenliggende periode zien we steeds kleine groepjes die gebruik maken van de kantine!!?? Dit is een felle schending van wat een waarde moet zijn in een vereniging: “gelijkheid”. Mijn standpunt: men moet nu die sleutel geven en ook wij voegen ons straks wel in die nieuwe regel!!
• Een oplossing voor de “dunbevolkte” trainingen zou een drankenautomaat (warm/koud) kunnen zijn (gegarandeerde inkomsten).
• Wat betreft het krachthonk, laat men nu eerst komen “op papier” met die afspraak gemaakt tijdens de ledenvergadering. Geen schriftelijk besluit betekent geen afspraak en dan gaat de deur open van het krachthonk voor iedereen. Is er wel een schriftelijk besluit, dan zullen we een nieuw reëel voorstel dienen op te stellen voor de volgende ledenvergadering.

• Henk en ik hebben indertijd bij Jeroen Kouwenberg / Peter van den Bergh een aantal zaken (niet via de mail) besproken die “punt-voor-punt” zouden worden afgehandeld door het bestuur:
o Klein budget voor organiseren van werpclinics; dat is later doorverwezen naar de trainingscoördinator (status quo?)
o Reisgeld-vergoeding bij de trainingen Kees & Maaike Schetters?
o Het “onsportieve” reglement clubrecords?
o Vergoeding van inschrijfgelden (inter)nationale kampioenschappen, mits voldaan aan een te stellen norm?
Ik zie zeker weer mogelijkheden voor een doorstart van onze werpersgroep, maar er zal toch:
1. een kleine “knieval” dienen te komen van bestuur voor de problemen die in het recente verleden zijn veroorzaakt (c.q. genegeerd) en
2. nieuwe afspraken zullen “direct en zichtbaar” moeten worden doorgevoerd.
Voor mij persoonlijk geldt overigens nog steeds als er vóór 15 november geen stabiele structuur staat die wedstrijdatletiek voor werpers stimuleert, stap ik over naar HAC Helmond of Eindhoven Atletiek.
Met vriendelijke groet,
Jan Titulaer.
donderdag 30 juli 2009
Werpersgroep Masters Scopias ter ziele ??

Medio 2008 namen enkele “werpers-op-leeftijd” het initiatief om bij Scopias een vangnet te creëren voor werpers ouder dan 35 jaar. Met groot enthousiasme werden enkele atleten van buiten de vereniging aangelokt, en samen met atleten uit de eigen gelederen ontstond rondom topmeerkamper Peter Holthuijsen de Werpersgroep Masters.
Het nieuwe moderne krachthonk en de schitterende accommodatie Vrijenbroek leken de ideale faciliteiten om de werponderdelen binnen atletiekvereniging Scopias nieuw leven in te blazen. Gericht en samen werd er getraind op kogelslingeren, kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen en gewichtwerpen. Voor techniektraining werd contact gelegd met nationale toppers, Kees en Maaike Schetters (meervoudig kampioene kogelslingeren) verzorgden de eerste slingertrainingen. Onze trainingen staan open voor alle (jeugd)leden die ook 'n keertje willen werpen, of zich willen voorbereiden op de competitie. We bieden een lift aan ieder (jeugd)lid dat met ons mee wil op wedstrijd. Geen enkele reactie, geen enkele aanmoediging. Je zou minstens enig enthousiasme en ondersteuning vanuit de vereniging verwachten.
Maar wat een grote misrekening! Onderhuids groeit er weerstand tegen die nieuwe gebruikers van het middenterrein, die deuken en gaten in het gras gooien en niet meedoen met het eindeloos rondjes draaien op de baan. Plotseling bleek er een mondelinge afspraak te bestaan dat voor de krachttraining extra betaald moest worden, er was geen rooie cent beschikbaar voor een paar werpclinics. Na enkele onbenullige klachten van een paar onwetende ouders ten aanzien van veiligheid werd de werpersgroep verbannen naar de vroege zondagochtend en de late woensdagavond. Door enkele bestuursleden werd een werper onterecht (zoals achteraf pijnlijk werd toegegeven) tijdens onze eigen trainingsavond naar huis gestuurd. Enkele gesprekken met het bestuur leken de kou uit de lucht te halen, maar het plotseling terugtreden van voorzitter Kouwenberg betekende voor de werpers twee stappen terug. Het laatste negatieve wapenfeit was het zonder overleg schrappen hun late woensdagavond-training.
Inmiddels dendert de groen-rode werpersbrigade gewoon en onverstoord door met aansprekende prestaties, liefst 28 van de 36 clubrecords zijn binnen één jaar naar een hoger niveau getild. Tijdens nationale kampioenschappen bleek dat Scopias nu al het beste werpers-potentiëel heeft bij de Nederlandse masters. Met zes nationale titels en tien zilveren en bronzen plakken bij nationale kampioenschappen iets om trots op te zijn. Andere verenigingen kijken met argusogen naar Scopias. Maar niet de eigen club, krachthonk, kantine en normale trainingstijden bleven buiten het bereik van de werpers. Men voelt zich behandeld als outcasts, een terecht gevoel?
Waar ligt het probleem? Bij Scopias wordt de dienst overduidelijk uitgemaakt door de recreatieve lopers, die veel plezier beleven aan 'hun' Scopias, elkaar beconcurreren met de hoogste kantine-omzet en recepties aanbieden aan lopers die net voor sluitingstijd bij het rondje-om-het-eiland zijn gefinisht. De grote dames en heren betalen evenveel contributie als de kleine mini-pupillen, vinden dát zelfs nog te veel en eigenen zich ongegeneerd alle faciliteiten toe. Een kort surf-bezoekje aan de prachtige website van Scopias kan dit betoog snel onderbouwen. Wie wat verder gaat met zijn analyse zal pijnlijk constateren dat Scopias gewoon een trimclubje is dat de concurrentie-strijd aanbindt met de andere regionale trimclubs en trimloopjes. Individuele atleten met veel aanleg en/of een grote gedrevenheid zorgen voor incidentele successen. Maar een groeiende groep werpers die serieus atletiek wil bedrijven en zelfs de (inter)nationale ranglijsten bestijgt, dat past niet bij “hun sportbeleving”.
Een echte atletiekvereniging zou de mogelijkheid moeten creëren en ondersteunen om de atletieksport op een veilige en verantwoorde wijze in al haar verschijningsvormen voor alle leeftijden en categorieën te laten beoefenen. Zowel gericht op jeugdopleiding, het leveren van topprestaties maar zeker ook op recreatief niveau en dientengevolge het verder ontwikkelen van de belangstelling voor de atletiek in het algemeen. Daarbij dienen plezier, prestatie, gezondheid, gezelligheid en sociale binding een sterk estafette-team te vormen.
Blijkbaar heeft Scopias hierin nog een hele lange weg te gaan. Werkelijk schofterig gedrag ten opzichte van de werpersgroep masters heeft geleid tot stoppen van hun groepsactiviteiten. Waar een wil is, is een weg. Helaas, er ligt een prachtige weg (faciliteit) maar de wil ontbreekt. Topper Peter Holthuijsen is genoeg vernederd, enkelen zullen weer vertrekken bij de club, anderen zullen terugvallen naar hun vroegere niveau.
Het was mooi, het was succesvol, het was overweldigend, het was beschamend voor de atletiek in Venlo.
Of niet, de komende weken zullen het uitwijzen . . . . .
zaterdag 11 juli 2009
Hoogtestage . . . een nieuw begin!!

Beste werpers,
Misschien een voorbeeld dat jullie navolging verdient? Samen met Frans Klep en ons beider echtgenotes hebben we afgelopen week een heuse hoogtestage ”absolviert” in het Sauerland. Jaja, ik hoor jullie al denken: “hij weer hoor . . . “. Maar nu even serieus, Frans en ik hadden voor de tweede seizoenshelft een nieuwe uitdaging nodig en we gaan nu voor “3½ meter meer” op de 5 werponderdelen.
Eerst een klein stapje terug, onze mooie atletieksport kent vele (olympische) onderdelen en is een typische prestatiesport. Atleten doen al eeuwenlang verwoede pogingen om hun persoonlijke prestaties continu te verbeteren, en (officiële) kampioenschappen en competities bieden de gelegenheid zich te meten met andere atleten en atletiekverenigingen. Wij als oudere werpers zijn door onze toenemende beperkingen uiteindelijk terechtgekomen bij weliswaar de zwaarste maar wel de mooiste onderdelen: kogelslingeren, kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen en gewichtwerpen. Het is toch wel jammer dat we niet hebben kunnen meedoen aan die Masters-competitie, maar tijdens meerdere kampioenschappen hebben de Master-werpers van Scopias toch wel geëxcelleerd. Maar dat betekent voor Frans en mij niet dat we nu op onze lauweren gaan rusten, we zijn immers pas op de helft!

We hadden ons met z’n viertjes teruggetrokken op 800m hoogte in het mooie Bödefeld om de eerste seizoenhelft met voldoende zelfspot te analyseren, onze sterktes en zwaktes te bediscussiëren om vervolgens een plan te trekken dat moet leiden naar “3½ meter meer”. Weliswaar ondersteund door onze twee fanatieke echtgenotes maar zonder fysiotherapeut, zonder technische trainer, nee, wij twee hebben heel onbescheiden vastgesteld dat we voldoende bagage hebben om elkaar positief te bekritiseren en op te bouwen. Het gaat dan niet om te betreuren wat we allemaal niet meer kunnen maar om het stimuleren in de dingen waar we wel nog verdomde goed in zijn.

Tijdens die urenlange bergwandelingen over Kreuzberg, Nonnenberg, Nasse Wiese en de Hunau voel je geleidelijk aan verdomde goed waar je eigen pijnpunten zitten en onder het lopen wordt het hoofd vrijgemaakt voor hernieuwde inspiratie. Er staan gelukkig nogal wat banken langs de bergpaden, die al snel alternatieven blijken te bieden voor het bankdrukken. Want ook onze armspieren zullen een metamorfose moeten ondergaan. Het zware werpgewicht en de scherpe discussen in onze rugzakken worden bergop een ondraaglijke kwelling en op de hoogste alm moest het dan maar gebeuren. Met een vermoeid en getergd oud lijf maar met een lege kop werd het werptuig de berg afgesodemieterd en vulde het wederzijdse commentaar op onze verrichtingen de leeggemaakte hoofden.
De avonduren werden gevuld met het nauwgezet volgen van de Duitse atletiek-kampioenschappen, de Golden League-wedstrijden en de wereldkampioenschappen junioren in Brixen. Hier deden overigens 143 landen aan mee, maar Nederland schitterde door afwezigheid, waarom toch? Onze op d’n berg opgeslagen aanwijzingen werden getoetst aan de werponderdelen en konden met gemak de toets der kritiek doorstaan. In zeven dagen hard werken vloeien kwelling en pijntjes geleidelijk weg en gaan over in opgefrist plezier en die nieuwe uitdaging. Frans en ik zijn er klaar voor, wie volgt . . . . .


vrijdag 3 juli 2009
Waorum Frits zoewe biezonder is . . . .
Na afloop van Vaals-Venlo-2009 vonden er ook nog twee korte huldigingen plaats, Jan Gerits en Frits Vaessen. Marijke en ik waren speciaal gekomen als huldebetuiging aan Frits Vaessen, voor zijn 25 jarige inzet voor Vaals-Venlo.
We hebben nog geprobeerd "um ein pilske" met hem te drinken, maar Frits had het zoals altijd weer veel te druk, "volgende kiër Frits". Over het waarom Frits zo speciaal is voor mij als atleet en voor de regionale atletiek zou ik een boek kunnen schrijven, hieronder "nog eine kiër" wat een korte inleiding voor dat boek zou kunnen zijn.
"Frits Vaessen is de meest constante factor in onze regionale atletiek van de afgelopen 65 jaar", die stelling durf ik overal te verdedigen. Frits is altijd te vroeg op de baan, gaat altijd te laat naar huis en heeft in de tussenliggende uren altijd de meeste arbeid verricht. Tussen de activiteiten door maakt Frits altijd plaats om probleempjes aan te horen, is hij altijd in staat een lach te ontlokken en "noeijts te good" om mee aan te pakken. Frits heeft vele generaties atleten met open armen in zijn hart gesloten en evenzo vele generaties met een verholen traan zien vertrekken. Frits bleef die constante factor en deed de dingen die gedaan moesten worden.
Het is 1957 als mijn vriendje Cor Houben me meeneemt naar Festina. Frits Vaessen en Frans Weyers zijn dan de jeugdtrainers. Als we met de fiets naar 't Saorbrook gingen stond Frits ons al op te wachten. Dat gaf meteen dat goede thuisgevoel, Frits had al een rondbaan uitgelegd in het hobbelige gras met tomatentouw en tentharingen, de training kon beginnen. Want er moest wel gepresteerd worden.
Er wordt bij ons thuis gebeld, ik ren naar de voordeur. Frits staat met z'n fiets voor de deur, zijn zoon voorop in het kinderstoeltje. "Aahh Frits . . . maaaamm, Frits is ter", mijn moeder pakt snel de portemonnee uit de keukenla en loopt naar de deur. Frits heeft al het juiste oranje lidmaatschapskaartje bovenop liggen, mijn moeder betaalt de contributie en krijgt een klein oranje strookje als overtuigend bewijs voor mij. De komende maand kan er weer getraind worden, "Hojje Frits, tot zôndaag".
Het is 1960, ons sportveld was inmiddels uitgebreid met een heus clublokaal annex kleedruimte. Een laag-bij-de-gronds oud kippenhok met pannendak was wat hoger geplaatst op een muurtje van grijze (gas-beton) stenen, je kon nog zien waar de kippen destijds in- en uitliepen. We hadden geen stromend water, wel een handpomp waarmee je het moeraswater kon promoveren tot wasgelegenheid. Er was geen elektriciteit, maar een paar heuse olielampen zorgden voor enige verlichting waar en wanneer dat gewenst was. Middenin het enige vertrek stond een oude potkachel tegen een gemetselde schoorsteen, hij zal niet vaak gebrand hebben, maar Frits Vaessen zorgde er toch wel voor dat "zien jônges" zich konden warmen als het buiten guur en koud was. Op de vloer lagen trottoirtegels en langs de wanden stonden banken en stoelen. Romantiek? Ik kan me nog herinneren als we s'winters na een bostraining in de Wielder terugrenden naar ons clublokaal. In het stikkedonker wees het fletse licht van de olielamp de juiste looprichting over de ongelijke en zijknatte grasmat, binnen was het warm en rook het naar dennenappels en houtvuur. Na afloop dicht in buurt van Frits blijven fietsen tot op de Nieuwborgstraat, daarna mocht ieder z'n eigen weg gaan.
Het is 1970, Festina beschikt over een heuse gravel atletiekbaan, prachtig verscholen op de Venlose hei. Voor veel Blerickse jeugdleden werd de afstand een brug te ver, via de scholen-atletiek groeit echter het aantal Venlose leden. Frits is gebleven en zijn werkterrein wordt verlegd, Peter Engels en ik helpen hem inmiddels met de jeugdtraining. De baan ligt er altijd keurig bij en dat is heus niet de verdienste van de Gemeente Venlo, alhoewel Frits heel goed Bierstekers wist te paaien. Er worden grotere wedstrijden georganiseerd en wat ik nu ga vertellen is echt 100% waar. Ik kwam altijd als deelnemer 1½ uur vóór de wedstrijd naar de baan, maar wie liep daar al kris-kras met kruiwagen over het veld, bakken aan te harken, hoogspringmatten klaar te leggen, springstandaards op te zetten, startblokken klaar te zetten, hordes op te zetten en de "laatste-ronde-bel" op te hangen: Frits! De jury-vergadering vond zonder en was gelijk met Frits klaar, Frits werd het tijdschema en de startlijsten in de handen gedrukt, hij trok z'n jasje aan, startpistool werd geladen en de wedstrijd kon beginnen. Met duidelijke taal wordt de baanindeling bekend gemaakt, de jury tijd staat nog wat te kletsen, Frits geeft een scherp fluitsignaal en iedereen reageert alert. Het "op uw plaatsen" klinkt, jury en atleten gehoorzamen blindelings, "klaar . . . pang". Frits zorgt in z'n eentje dat de wedstrijd op tijd "loopt", alle atleten vinden Frits een goeie starter, eigenlijk de beste. Maar ja, de beste starter wordt nooit gevraagd voor (inter)nationale wedstrijden, daar moet je voor lobby-en. En dat zal Frits nooit doen, maar als het aan de atleten had gelegen! Ik hoef niet verder meer uit wijden wie er na de wedstrijd kris-kras over het veld loopt op te ruimen, als iedereen aan de koffie of het bier zit! Frits, de constante onschatbare waarde.
Het is 1983, Festina bestaat 40 jaar en is op dat moment een all-round atletiekvereniging. Het bestuur zet stippeltje voor stippeltje een beleid uit dat ons mogelijk nog verder zou kunnen brengen. Frits blijft er gewoon voor zorgen dat de atleten daar niets van merken en blijft die constante bindende factor op het trainingsveld en tijdens de baanactiviteiten. Het bestuur vindt dat Frits eigenlijk te weinig inbreng heeft in de discussie? Nou ja zeg, bestuursleden worden gekozen door de leden en wie krijgt er alle stemmen: Frits toch! Festina viert in de Staay groots haar 40-jarig jubileum, Peter Engels en ik informeren bij atletiek-bobo Hub Diederen "of er voor iemand iets aangevraagd is bij de KNAU". Tijdens de receptie nemen de geachte afgevaardigden van de KNAU (nu Atletiekunie) het woord, het bestuur staat breed te stralen maar Frits straalt het langst. Onderscheid moet er zijn, hij wordt zeer terecht als enige onderscheiden!
Weer zo'n 15 jaar later, ook onze wegen hebben zich inmiddels gescheiden. Maar op wedstrijden en recepties zoeken we elkaar altijd even op. Frits vergeet "zien jônges" nooit, we praten over vroeger en drinken samen een biertje. Nooit geen verwijt dat we hem hadden verlaten bij Festina, Frits blijft de constante waarde in de regionale atletiek. Of dat nou Festina, AVT, Orion of Scopias heet . . . het gaat om de atletieksport, grenzen verleggen, presteren, prestaties mogelijk maken . . . maar bovenal om die atleten . . . met Frits als de constante waarde op de achtergrond.
Begin van dit jaar, Nieuwjaarsreceptie bij Scopias. Ik ben na bijna 25 jaar weer enkele maanden terug op het oude nest. Natuurlijk staan we in no-time aan de staantafel samen met Frits, geen woord over "fijn dat je weer terug bent", nee, bij Frits gaat dat gewoon allemaal door. Ik voel me echt gegêneerd als ik naar voren wordt geroepen om voor een nederlands record bij de M60 een gigantische wisselbeker overhandigd te krijgen van de voorzitter. Nog met het schaamrood op de kaken loop ik terug naar de staantafel, krijg een dikke zoen van Marijke, zet de beker op tafel en Frits fluistert in m'n oor: "Dae is ouk ein bietje van mich". Ik sla een arm om hem heen en knik "Jao". En even staan we zo samen te genieten, niet van die overmaatse beker maar van wat atleten samen kan verbinden.
Zo ken ik Frits, méér dan de constante waarde of een verbindende factor in onze regionale atletiek. Een echte atleet, vaderlijke jeugdtrainer, keihard werkend bestuurslid, starter, materialenman, sjouwer, bouwer, poetser maar altijd trouw aan "zien jônges en maedjes". Waardering is dan te bescheiden van wat je wil uitdrukken.
"Bedank Frits en gank door met was dich dinks des se môs doon".
We hebben nog geprobeerd "um ein pilske" met hem te drinken, maar Frits had het zoals altijd weer veel te druk, "volgende kiër Frits". Over het waarom Frits zo speciaal is voor mij als atleet en voor de regionale atletiek zou ik een boek kunnen schrijven, hieronder "nog eine kiër" wat een korte inleiding voor dat boek zou kunnen zijn.
"Frits Vaessen is de meest constante factor in onze regionale atletiek van de afgelopen 65 jaar", die stelling durf ik overal te verdedigen. Frits is altijd te vroeg op de baan, gaat altijd te laat naar huis en heeft in de tussenliggende uren altijd de meeste arbeid verricht. Tussen de activiteiten door maakt Frits altijd plaats om probleempjes aan te horen, is hij altijd in staat een lach te ontlokken en "noeijts te good" om mee aan te pakken. Frits heeft vele generaties atleten met open armen in zijn hart gesloten en evenzo vele generaties met een verholen traan zien vertrekken. Frits bleef die constante factor en deed de dingen die gedaan moesten worden.
Het is 1957 als mijn vriendje Cor Houben me meeneemt naar Festina. Frits Vaessen en Frans Weyers zijn dan de jeugdtrainers. Als we met de fiets naar 't Saorbrook gingen stond Frits ons al op te wachten. Dat gaf meteen dat goede thuisgevoel, Frits had al een rondbaan uitgelegd in het hobbelige gras met tomatentouw en tentharingen, de training kon beginnen. Want er moest wel gepresteerd worden.
Er wordt bij ons thuis gebeld, ik ren naar de voordeur. Frits staat met z'n fiets voor de deur, zijn zoon voorop in het kinderstoeltje. "Aahh Frits . . . maaaamm, Frits is ter", mijn moeder pakt snel de portemonnee uit de keukenla en loopt naar de deur. Frits heeft al het juiste oranje lidmaatschapskaartje bovenop liggen, mijn moeder betaalt de contributie en krijgt een klein oranje strookje als overtuigend bewijs voor mij. De komende maand kan er weer getraind worden, "Hojje Frits, tot zôndaag".
Het is 1960, ons sportveld was inmiddels uitgebreid met een heus clublokaal annex kleedruimte. Een laag-bij-de-gronds oud kippenhok met pannendak was wat hoger geplaatst op een muurtje van grijze (gas-beton) stenen, je kon nog zien waar de kippen destijds in- en uitliepen. We hadden geen stromend water, wel een handpomp waarmee je het moeraswater kon promoveren tot wasgelegenheid. Er was geen elektriciteit, maar een paar heuse olielampen zorgden voor enige verlichting waar en wanneer dat gewenst was. Middenin het enige vertrek stond een oude potkachel tegen een gemetselde schoorsteen, hij zal niet vaak gebrand hebben, maar Frits Vaessen zorgde er toch wel voor dat "zien jônges" zich konden warmen als het buiten guur en koud was. Op de vloer lagen trottoirtegels en langs de wanden stonden banken en stoelen. Romantiek? Ik kan me nog herinneren als we s'winters na een bostraining in de Wielder terugrenden naar ons clublokaal. In het stikkedonker wees het fletse licht van de olielamp de juiste looprichting over de ongelijke en zijknatte grasmat, binnen was het warm en rook het naar dennenappels en houtvuur. Na afloop dicht in buurt van Frits blijven fietsen tot op de Nieuwborgstraat, daarna mocht ieder z'n eigen weg gaan.
Het is 1970, Festina beschikt over een heuse gravel atletiekbaan, prachtig verscholen op de Venlose hei. Voor veel Blerickse jeugdleden werd de afstand een brug te ver, via de scholen-atletiek groeit echter het aantal Venlose leden. Frits is gebleven en zijn werkterrein wordt verlegd, Peter Engels en ik helpen hem inmiddels met de jeugdtraining. De baan ligt er altijd keurig bij en dat is heus niet de verdienste van de Gemeente Venlo, alhoewel Frits heel goed Bierstekers wist te paaien. Er worden grotere wedstrijden georganiseerd en wat ik nu ga vertellen is echt 100% waar. Ik kwam altijd als deelnemer 1½ uur vóór de wedstrijd naar de baan, maar wie liep daar al kris-kras met kruiwagen over het veld, bakken aan te harken, hoogspringmatten klaar te leggen, springstandaards op te zetten, startblokken klaar te zetten, hordes op te zetten en de "laatste-ronde-bel" op te hangen: Frits! De jury-vergadering vond zonder en was gelijk met Frits klaar, Frits werd het tijdschema en de startlijsten in de handen gedrukt, hij trok z'n jasje aan, startpistool werd geladen en de wedstrijd kon beginnen. Met duidelijke taal wordt de baanindeling bekend gemaakt, de jury tijd staat nog wat te kletsen, Frits geeft een scherp fluitsignaal en iedereen reageert alert. Het "op uw plaatsen" klinkt, jury en atleten gehoorzamen blindelings, "klaar . . . pang". Frits zorgt in z'n eentje dat de wedstrijd op tijd "loopt", alle atleten vinden Frits een goeie starter, eigenlijk de beste. Maar ja, de beste starter wordt nooit gevraagd voor (inter)nationale wedstrijden, daar moet je voor lobby-en. En dat zal Frits nooit doen, maar als het aan de atleten had gelegen! Ik hoef niet verder meer uit wijden wie er na de wedstrijd kris-kras over het veld loopt op te ruimen, als iedereen aan de koffie of het bier zit! Frits, de constante onschatbare waarde.
Het is 1983, Festina bestaat 40 jaar en is op dat moment een all-round atletiekvereniging. Het bestuur zet stippeltje voor stippeltje een beleid uit dat ons mogelijk nog verder zou kunnen brengen. Frits blijft er gewoon voor zorgen dat de atleten daar niets van merken en blijft die constante bindende factor op het trainingsveld en tijdens de baanactiviteiten. Het bestuur vindt dat Frits eigenlijk te weinig inbreng heeft in de discussie? Nou ja zeg, bestuursleden worden gekozen door de leden en wie krijgt er alle stemmen: Frits toch! Festina viert in de Staay groots haar 40-jarig jubileum, Peter Engels en ik informeren bij atletiek-bobo Hub Diederen "of er voor iemand iets aangevraagd is bij de KNAU". Tijdens de receptie nemen de geachte afgevaardigden van de KNAU (nu Atletiekunie) het woord, het bestuur staat breed te stralen maar Frits straalt het langst. Onderscheid moet er zijn, hij wordt zeer terecht als enige onderscheiden!
Weer zo'n 15 jaar later, ook onze wegen hebben zich inmiddels gescheiden. Maar op wedstrijden en recepties zoeken we elkaar altijd even op. Frits vergeet "zien jônges" nooit, we praten over vroeger en drinken samen een biertje. Nooit geen verwijt dat we hem hadden verlaten bij Festina, Frits blijft de constante waarde in de regionale atletiek. Of dat nou Festina, AVT, Orion of Scopias heet . . . het gaat om de atletieksport, grenzen verleggen, presteren, prestaties mogelijk maken . . . maar bovenal om die atleten . . . met Frits als de constante waarde op de achtergrond.
Begin van dit jaar, Nieuwjaarsreceptie bij Scopias. Ik ben na bijna 25 jaar weer enkele maanden terug op het oude nest. Natuurlijk staan we in no-time aan de staantafel samen met Frits, geen woord over "fijn dat je weer terug bent", nee, bij Frits gaat dat gewoon allemaal door. Ik voel me echt gegêneerd als ik naar voren wordt geroepen om voor een nederlands record bij de M60 een gigantische wisselbeker overhandigd te krijgen van de voorzitter. Nog met het schaamrood op de kaken loop ik terug naar de staantafel, krijg een dikke zoen van Marijke, zet de beker op tafel en Frits fluistert in m'n oor: "Dae is ouk ein bietje van mich". Ik sla een arm om hem heen en knik "Jao". En even staan we zo samen te genieten, niet van die overmaatse beker maar van wat atleten samen kan verbinden.
Zo ken ik Frits, méér dan de constante waarde of een verbindende factor in onze regionale atletiek. Een echte atleet, vaderlijke jeugdtrainer, keihard werkend bestuurslid, starter, materialenman, sjouwer, bouwer, poetser maar altijd trouw aan "zien jônges en maedjes". Waardering is dan te bescheiden van wat je wil uitdrukken.
"Bedank Frits en gank door met was dich dinks des se môs doon".
Abonneren op:
Posts (Atom)