De 2e zaterdag van februari is in werperskringen sinds lange tijd een bijzonder moment. Nee, het heeft geen fluit te maken met Valentijnsdag, want dat vieren we niet. Aan die flauwekul van die moderne, erbij gefantaseerde, commerciële feestdagen doen we niet mee. Er zijn geen (geheime) liefdes die ik zou moeten vereren met wat extra aandacht. Nee, of toch, misschien een beetje ver gezocht, maar die steenkoude slingerkogels en werpgewichten worden liefdevol van de garagemuur getild en krijgen een paar druppeltjes olie in hun stramme scharnieren. Ze mogen weer naar buiten, ze mogen weer dansen en fluiten door de lucht. Het winterwerpen bij Eindhoven Atletiek luidt traditioneel de overgang naar het nieuwe baanseizoen in. Onze kennissen in Frankrijk hebben al gebeld, zij kunnen al lekker buiten koffie drinken onder het luidruchtig noordwaarts trekken van de eerste kraanvogels. Ik voel me ook al een beetje opgewonden, maar wat wil je, na alweer een vervelende longontsteking en de daarbij horende te lange verplichte trainingspauze.
“Hoe zal het gaan, hoe ver zal ik nog kunnen gooien?”. “Marijke, kun je me even de rug instrijken?”. Nog liefdevoller als ik die kogels van de muur til, strijkt Marijke mijn rug in met een soort Midalgan. “Ik ga vandaag voor 38 meter kogelslingeren en 15 meter gewichtwerpen”. Marijke zwijgt, maar slaat het ongetwijfeld op.
Het eerste halfuur op sportpark de Hondsheuvels wordt besteedt aan handjes schudden, een paar kusjes uitdelen en “heej, ook hier, hoe is ’t ermee”, “potverdomme, je ziet er nog goed uit”, “hartstikke leuk jullie weer te zien”. Gezellig worden wat tafels bij elkaar geschoven en we drinken samen koffie. We kijken neer op het zeiknatte sportveld, het lijkt wel één grote modderpoel en het miezert aanhoudend. Maar niets kan ons vandaag nog tegenhouden, wel goed dat we een paar extra droge sokken hebben meegenomen. De wedstrijden beginnen en het elkaar stimuleren, het overladen met positieve kritieken neemt een aanvang. Maar met wie zit ik daar op de foto, dat is toch niet Marijke? Neeeee, dat is Annie, we zijn van hetzelfde bouwjaar en proberen sinds mensenheugenis continu onze technieken bij te schaven. “Annie, bij het ingaan van elke draai zie ik je verkrampen, je forceert te veel. Een beetje meer ontspannen en hou je hoofd recht”. “Oohh ja ?, dank je Jan”. “Wat me bij jou opvalt is dat je te wijd stapt, je moet even langer met rechts blijven drukken voordat je omstapt”. “Okay Annie, ik zal erop letten”. Net als we elkaars opmerkingen in onze hoofden proberen om te zetten naar de praktijk van de volgende poging, knipt Henk deze foto.
Het wordt een gezellige, drukbezochte wedstrijd. De jury heeft het zeker niet gemakkelijk onder deze omstandigheden. Slingerkogels zuigen zich diep vast in het natte gras, na iedere poging moet het water met een trekker uit de ring worden geveegd. De contouren van laarzen en de kleur van broekspijpen gaan verborgen onder een dikke laag modder. Na afloop van de wedstrijd klinkt spontaan een luid applaus voor het jurycorps, wat moesten we beginnen zonder hen. Boven in de kantine zitten onze dames te wachten. “Enne . . .” vraagt Marijke. “38,92 met slingeren en 15,83 met gewicht . . . “. “Goed gedaan schat, heb je zin in een kop erwtensoep?”. De twee bij elkaar geschoven tafels vormen het middelpunt van een uurtje gezelligheid. Wijn, trappistenbier, bitterballen en pinda’s kleden het decor voor een kringgesprek werperslatijn, daar kan geen Valentijn tegenop.
zondag 13 februari 2011
donderdag 3 februari 2011
EK-indoor, het getreiter is alweer begonnen
Van 16 t/m 20 maart wordt bij onze Belgische buren het Europees Kampioenschap Indoor Atletiek voor Masters in Gent georganiseerd. Voor de leken onder ons betekent dit, dat de moeder aller sporten in het door de interne politieke strubbelingen zo verscheurde België neerstrijkt. De oudere atletes en atleten gaan vijf dagen in een gigantisch sportfeest met elkaar in de weer om de bronzen, zilveren en gouden plakken. In totaal hebben zich 3406 deelneemsters en deelnemers uit 44 landen gemeld. Getalsmatig stelt dat niet veel voor, een 1ste divisieclub zou desondanks blij zijn met zo’n toeschouwersaantal, maar indrukwekkend is dat niet.
Zelf heb ik ingeschreven voor kogelslingeren en gewichtwerpen, en ik verheug me er ontzettend op. Niet dat ik kans maak op een plek op het ereschavotje, nee, maar een plaats bij de eerste 10, dat zou wel leuk zijn. En om eerlijk te zijn en bij datzelfde niveau van die 1ste divisieclub te blijven, die kans is best wel reëel. In totaal zijn er zo’n 20 programma-onderdelen verdeeld over zo’n 10-tal leeftijdsklassen en niet te vergeten, de twee sexen. Ervan uitgaande dat iedereen voor twee nummers inschrijft kom je op zo’n 16 deelnemers per onderdeel. Natuurlijk is dit allemaal statistiek, en waar het feitelijk om draait is het ‘plezier in de atletiek’. Ik hoop dat er een paar sterke beren meedoen met kogelslingeren en gewichtwerpen, om voorzichtig een paar woorden mee te wisselen. Me te verwonderen waar ze die kracht en techniek ‘op die leeftijd’ vandaan halen. Met open mond en met handen klappen mijn bewondering uit te drukken voor die ‘nog betere’ prestaties. Te genieten van het feit dat ik daar nog tussen mag staan, daar gaat ’t om, ik kan gewoon niet wachten.
Toch zijn er van die vervelende individuen, die ‘te vroeg’ in de pen klimmen en de eerste statistieken alweer inzet te maken voor de eerste treiterijen. Bij voorbaat vinden dat zij lekker weer met méér deelnemers komen en andere ‘sukkels’ denigreren dat ze met zo weinigen komen. Ja, en jullie kennen me intussen, ik erger me daaraan. ‘Trek je daar toch niks van aan’, zegt Marijke dan maar weer. En ze heeft héél vaak gelijk, maar soms moet ik dat getergde gevoel even van me afschrijven. Alhoewel, je kunt ook statistiek met statistiek bestrijden. Laat ik nu eens de zeven landen met de meeste inschrijvingen analyseren. Als ik nu eens de inschrijvingen relateer aan het aantal inwoners van dat land, het grondoppervlakte dat ze met land veroveren hebben overgehouden en wat ze daarmee op jaarbasis weten te verdienen! Lijkt me een eerlijke vergelijking, nietwaar, hierboven het resultaat. Als het niet duidelijk te lezen is, moet je even op de afbeelding klikken!
Hèhè, wat een geruststelling. België staat als gastland helemaal bovenaan, klasse, onze sympathieke zuiderburen verwelkomen Europa op een zeer gepaste wijze. Ik zal mijn Belgische companen knuffelen, laat die politici en statistici maar aankloten, atletiek verbroedert. Samen actief en sportief dingen doen waar we (denken dat we) goed in zijn. Maar Nederland staat toch maar weer op een keurige tweede plaats, niet zanikken van ‘alweer die tweede plaats’, het is gewoon iets om voordat het eerste startschot valt al trots op te zijn. De kleintjes gaan in sportieve zin de beide Europese grootmachten Duitsland en Frankrijk vooraf. Potverdorie wat een geruststelling, laat het EK nu maar beginnen. Potverdomme, waar ben ik eigenlijk mee bezig? Haal die slingerkogels uit de garage en ga op de frisse lucht . . . .
Zelf heb ik ingeschreven voor kogelslingeren en gewichtwerpen, en ik verheug me er ontzettend op. Niet dat ik kans maak op een plek op het ereschavotje, nee, maar een plaats bij de eerste 10, dat zou wel leuk zijn. En om eerlijk te zijn en bij datzelfde niveau van die 1ste divisieclub te blijven, die kans is best wel reëel. In totaal zijn er zo’n 20 programma-onderdelen verdeeld over zo’n 10-tal leeftijdsklassen en niet te vergeten, de twee sexen. Ervan uitgaande dat iedereen voor twee nummers inschrijft kom je op zo’n 16 deelnemers per onderdeel. Natuurlijk is dit allemaal statistiek, en waar het feitelijk om draait is het ‘plezier in de atletiek’. Ik hoop dat er een paar sterke beren meedoen met kogelslingeren en gewichtwerpen, om voorzichtig een paar woorden mee te wisselen. Me te verwonderen waar ze die kracht en techniek ‘op die leeftijd’ vandaan halen. Met open mond en met handen klappen mijn bewondering uit te drukken voor die ‘nog betere’ prestaties. Te genieten van het feit dat ik daar nog tussen mag staan, daar gaat ’t om, ik kan gewoon niet wachten.
Toch zijn er van die vervelende individuen, die ‘te vroeg’ in de pen klimmen en de eerste statistieken alweer inzet te maken voor de eerste treiterijen. Bij voorbaat vinden dat zij lekker weer met méér deelnemers komen en andere ‘sukkels’ denigreren dat ze met zo weinigen komen. Ja, en jullie kennen me intussen, ik erger me daaraan. ‘Trek je daar toch niks van aan’, zegt Marijke dan maar weer. En ze heeft héél vaak gelijk, maar soms moet ik dat getergde gevoel even van me afschrijven. Alhoewel, je kunt ook statistiek met statistiek bestrijden. Laat ik nu eens de zeven landen met de meeste inschrijvingen analyseren. Als ik nu eens de inschrijvingen relateer aan het aantal inwoners van dat land, het grondoppervlakte dat ze met land veroveren hebben overgehouden en wat ze daarmee op jaarbasis weten te verdienen! Lijkt me een eerlijke vergelijking, nietwaar, hierboven het resultaat. Als het niet duidelijk te lezen is, moet je even op de afbeelding klikken!
Hèhè, wat een geruststelling. België staat als gastland helemaal bovenaan, klasse, onze sympathieke zuiderburen verwelkomen Europa op een zeer gepaste wijze. Ik zal mijn Belgische companen knuffelen, laat die politici en statistici maar aankloten, atletiek verbroedert. Samen actief en sportief dingen doen waar we (denken dat we) goed in zijn. Maar Nederland staat toch maar weer op een keurige tweede plaats, niet zanikken van ‘alweer die tweede plaats’, het is gewoon iets om voordat het eerste startschot valt al trots op te zijn. De kleintjes gaan in sportieve zin de beide Europese grootmachten Duitsland en Frankrijk vooraf. Potverdorie wat een geruststelling, laat het EK nu maar beginnen. Potverdomme, waar ben ik eigenlijk mee bezig? Haal die slingerkogels uit de garage en ga op de frisse lucht . . . .
Abonneren op:
Posts (Atom)