maandag 1 juli 2019

Een werpvijfkamp die loopt

We mochten 30 juni meedoen met de Belgische kampioenschappen Werpvijfkamp voor Masters in Sint-Niklaas (B). Het zou die dag heet en erg druk worden, dus besloten we een nachtje in het Serwir-hotel te boeken. Gezellige stad dat Sint Niklaas, zo’n 25 kilometer voorbij Antwerpen.
Er hadden maar liefst 116 man ingeschreven, en we dachten ‘als dat maar goed gaat’. Want aan het NK in Nederland was door de Atletiekunie een uiterste limiet gesteld van 60 man, diverse atleten werden dan ook zwaar teleurgesteld. Hier had dus bijna het dubbele ingeschreven, ‘iedereen wordt geaccepteerd, en och, als het er wat veel zijn lossen we dat wel op’. En bij het Nederlandse NK waren we de hele dag (9 uur!!) in de weer geweest om onze vijf werpdisciplines (kogelslingeren, kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen, gewichtwerpen) af te werken. Onze eerste man zou in Sint Niklaas om half drie starten en ruimschoots van tevoren waren we op het sportpark van AC Waasland. Het was al gezellig druk op en om de atletiekbaan, heel ontspannen liep Rudy Verlaeckt op het middenterrein. ‘Dat is de wedstrijdleider, die zorgt dat alles volgens schema verloopt’, verzuchtte een van ons. ‘Die ziet alles en is gegarandeerd het meest relaxed van allemaal’, mompelde m’n sportmaat. Lachend komt hij naar ons toe om de Ollanders te verwelkomen. Er waren 111 atleten komen opdagen waaronder 25 gasten uit het buitenland, 5 Fransen en 20 Nederlanders.
En inderdaad bleek op het einde van de dag, alle zeven groepen hadden binnen 4,5 uur probleemloos van hun werpvijfkamp kunnen genieten. Maar dat is de helft van de tijd die we nodig hadden bij ons eigen NK, dat geloof je toch niet!? Ja hoor, die Belgen laten een werpvijfkamp soepeltjes ‘lopen’, en ik heb niemand horen klagen over ook maar één probleem met jureren. En dat alles bij een temperatuur boven de dertig graden. Ik moest onder de wedstrijd even terugdenken dat in Nederland vandaag wedstrijden om die reden waren afgelast. Alle oudjes zouden zich met die hitte rustig moeten houden en vooral veel drinken. 
Hoe doen ze dat? Wat doen ze anders? Waar zitten de verschillen met het Nederlandse NK? Allereerst moesten we onze beste prestaties opgeven per onderdeel. Daarmee worden startlijsten samengesteld per onderdeel, keurig oplopend van laag naar hoog. Gemakkelijk voor de jury in het veld, elke volgende werper zal naar verwachting meer werpen dan zijn voorganger. Dat voorkomt onnodig op-en-neer rennen over het veld. En elke werpsector ligt er overduidelijk bij, strakke sectorlijnen keurig voorzien van sectorbogen laten niets aan het toeval over. 
Makkelijk voor de jury, maar ook voor de deelnemers om hun geworpen afstand beter in te kunnen schatten. En dan als klap op de vuurpijl! Bij de lange werpnummers worden bordjes gebruikt. Van de Atletiekunie ‘mag-dat-niet!’. Iedereen krijgt tijd genoeg om in te werpen, en na de drie pogingen wordt gemeten. Niks elektronisch, gewoon met een stalen meetband! Ik spreek een van de juryleden daarover aan: ‘Waarom meten jullie niet iedere poging, waarom gebruiken jullie eigenlijk nog die ouderwetse bordjes?’. De man kijkt me verbaasd aan: ‘Ouderwets? Uh wel zunne, dah scheelt haos de helf van d’n tajd’. Duidelijke taal, en als we na het inwerpen aan het volgende onderdeel beginnen, hangt de uitslag van het vorige onderdeel al op het scorebord. 
Zoals gezegd, de werpvijfkamp loopt! We beginnen ruim binnen de tijd aan ons laatste onderdeel, het gewichtwerpen. De wedstrijdleider heeft besloten als afsluiting zelf het meetlint te hanteren. Hij lacht en kijkt me aan: ‘Amay, we zijn keurig binnen d’n tijd. Enne, ze hebben hier al over de 15 meter gegooid!’, moedigt hij me aan. Deze man kan ik echt niet meer teleurstellen en flikker het werpgewicht met-alles-wat-nog-over-is over de achterste lijn. ‘Vijftien meter vijftig’, roept hij heel tevreden. En ik loop trots naar mijn sportvrienden Frans, Tina, Jan, Mai en mijn Marijke.
Even later zitten we een gezellig weekend te analyseren bij lekkere Belgische frietten met een curryworst. Een donkerbruine Leffe staat me op een poot uit te dagen. Een geweldige werpvijfkamp kunnen we weer aan onze palmares bijschrijven, met grote dank aan Rudy Verlaeckt, AC Waasland, die perfecte jury en geweldige vrijwilligers.