dinsdag 17 september 2019

Mijn pensioen


Pensioen werd voor het eerst uitgekeerd door de Britse marine, waar al in de zeventiende eeuw een systeem was om oude zeelui te onderhouden. Die spaarden een klein deel van hun wedde in een potje dat ze meekregen als ze afzwaaiden. Dat potje werd aangeduid met het van oorsprong Latijnse woord pension, oftewel een uitbetaling.
Ons huidige pensioenstelsel ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw. In die tijd was de industriële revolutie in Nederland in volle gang. De arbeiders spaarden niet, en als ze niet meer in staat waren om te werken hadden ze geen inkomen meer en vielen terug tot de bedelstaf. Om dit te voorkomen richtten een klein aantal ondernemingen de eerste pensioenfondsen op uit sociale overwegingen.
Ze hielden een gedeelte van het loon in, vulden dit aan met een werkgeversaandeel en het bedrag werd weggezet op een spaarrekening. En zo hadden de versleten arbeiders een pensioentje voor hun oude dag.

Ik neem jullie mee naar de 70-er jaren, ik werkte bij de Pope en deed mee aan het Philips-pensioenfonds. Mijn vader was daar heel trots op want meneer Philips zorgde goed voor zijn werkgevers. Elk jaar kregen de werknemers (ik dus ook) een pensioenbrief. Daarin stond wat ik intussen gespaard had, elk jaar bouwde het pensioen op met 1,75%. En ook stond in de brief welk gegarandeerd pensioen ik hiermee zou krijgen op de pensioengerechtigde leeftijd.

Het is 1995, Pope werd verkocht aan Belden. We mochten niet langer in het Philips pensioenfonds blijven en Belden richtte een eigen pensioenfonds op. Ik zat in het College van Beheer en maakte een en ander van nabij mee. De dekkingsgraad bij Philips lag destijds boven de 140%, de minimale dekkingsgraad was 105%. De onderhandelingen voor het over te dragen startkapitaal van Philips aan het Belden pensioenfonds verliepen desastreus voor de werknemers. We kregen slechts 105% mee, waarmee een kwart van het opgebouwde kapitaal ons door de neus werd geboord.

Enkele jaren later, Belden kon niet langer aanzien dat onze pensioenpot in hun ogen te veilig vastrentend werd belegd. En ze vonden het helemaal niks dat er ieder jaar een fiks bedrag aan werkgeversaandeel moest worden bijgestort. Dat moest veranderen! Ze schakelden een peperduur adviesbureau in om een meer renderend beleggingsprofiel uit de hoge hoed te toveren. En ook hier gold de gulden regel: ‘Wiens brood met eet, wiens taal men spreekt’. Het voorspelbare advies was: véél meer (risicovol) beleggen in aandelen en het vaststellen van een maximale dekkingsgraad. En je raadt het al, boven die maximale dekkingsgraad (die we natuurlijk al bereikt hadden) behoefde Belden géén werkgeversaandeel bij te storten. Als enige in het College van Beheer voerde ik oppositie en werd door de destijdse directeur onder druk gezet om mijn mond te houden. Ik wilde hiervoor verder geen verantwoordelijkheid dragen en trok me terug. De sociale werkgevers uit de tweede helft van de negentiende eeuw hadden plaats moeten maken voor asociale grootverdieners.

Intussen woedde de discussie om het pensioen niet meer te baseren op je eindloon maar op je middelloon. Veel mensen vonden dit terecht. Maar dat kwam omdat die hoogste ambtenaren en directeuren vlak vóór hun pensioen zichzelf zegenden met een vette salarisverhoging. Maar de gewone man werd door deze ongebreidelde graaicultuur ook meegesleurd in de devaluatie van het pensioen.

De reden is me ontschoten, maar het Belden pensioenfonds werd overgedragen aan PME. Zo’n 10 jaar geleden was het niet meer tegen te houden, ons pensioen werd zomaar met 5% gekort. De aandelenmarkt was in elkaar gestort, de economische crisis was compleet. Wij gepensioneerden waren zelfs nog blij dat het hierbij bleef. Maar ik dacht: wat zou er gebeurd zijn als werkgevers gewoon bijgestort hadden en die patserige pensioenfondsen wat veiliger hadden belegd? En eenmaal gekort blijft gekort!! Elke belke köpke aaf.

Op dit moment staan de gepensioneerden voor de volgende knip- en scheerbeurt. De rente zakt dramatisch naar het nulpunt. Volgens de EU moet er meer balans komen tussen de schuldenlast van Zuid-Europa en het grote spaarkapitaal van Noord-Europa. Als pensioenfondsen nu ook nog die staatsschulden van Zuid-Europa gaan kopen?

Ik moest terugdenken aan die jongeman in die late-night-show op de televisie die de Nederlandse gepensioneerden venijnig aanviel. ‘Die rijke pensioentrekkers moesten zich allemaal kapot schamen. Die klagende zatvreters moesten nog meer gekort worden. Straks was er niets meer over voor de jongeren. Wat dachten ze wel niet, het was niet hun geld maar ons geld!?’.

Ik heb die nacht slecht geslapen. Sinds mijn pensionering in 2005 is mijn pensioen nog nooit geïndexeerd. Sterker nog, het is met 5% gekelderd. Als we dat even duidelijk voor de werkenden onder ons vertalen naar salaristermen: ‘Door met pensioen te gaan leverde ik 30% van mijn salaris in. De afgelopen 14 jaar heb ik geen salarisverhoging gehad. Nee, ik moest 5% inleveren. En volgens CBS is de prijsindex die 14 jaar met 22,9% gestegen’. Maar niemand diende die jongeman van repliek, dat paste niet in het opruiende format van het programma. Graag had ik hem rustig willen uitleggen dat het toch echt ons geld is. Pensioen is simpelweg uitgesteld loon, ieder gewerkt jaar hebben we 1,75% opgebouwd.

Maar zie het bovenstaande asjeblieft niet als een klaagzang. Het is ook geen fictie of zomaar uit m’n duim gezogen. Ik wil ook niet klagen, want we hebben het echt niet slecht. Ik gun die jongeman ook oprecht een redelijk pensioen, maar hij moet daar wel ieder jaar zelf 1,75% voor opbouwen. Net als iedereen in een pensioenfonds.

Wel maak ik me boos op die moderne werkgevers die je nooit meer hoort over dat toen-het-goed-ging niet bijgestorte werkgeversaandeel. Wel erger ik me aan die megalomane onderkomens van die pensioenfondsen die iets zuiniger en veiliger met ons geld hadden kunnen omgaan. Onbegrijpelijk vind ik het beleid van de politici die 4 miljoen pensioengerechtigden letterlijk als oud vuil wegzetten. Misselijk makend vind ik het schuiven van groot geld binnen de EU om die zogenaamde balans te zoeken.

Want voor alle duidelijkheid, wij gepensioneerden hebben helemaal niets meer in te brengen, geen tijd meer om te repareren maar het is toch echt ONS GELD.