Ik loop verder langs het enorme grote raam van
het binnenbad. Ik kijk naar binnen, drie oudere dames zwemmen in gezapig tempo
op en neer. Ik kijk naar de bekende maar overdreven spreid-sluit bewegingen.
Het lijken wel van die enorme kikkers, maar wel met een badmuts op! Ja, want
dat moest van de receptie. Zelfs ik met mijn gladgeschoren schedel moet een
badmuts op. Ik kon er eentje bij haar kopen voor drie euro, zei de vriendelijk
dame met een glimlach. Nou ja, we gingen toch maar eerst even binnen kijken.
Het was net of ze een klamme warme vochtige badhanddoek over je heen gooiden. Ik
rook een chloorlucht vermengd met ondefinieerbare etherische oliën. Bij de
ingang stond op het bord dat de temperatuur van het water 29 graden was. ‘Kom maar, daar ga jij toch niet in’,
verwoordde Marijke mijn gedachte. ‘Nee,
dan liever met 15 graden in de Middellandse zee’. Nu sta ik wat ongegeneerd
voor dat grote raam naar drie van die spreid-sluitende bejaarde dames te koekeloeren.
Een van hen strompelt via het trapje het bad uit, dat gaat duidelijk moeilijker
dan dat spreid-sluiten in het bad. Aan de roestvrije metalen reling trekt ze
zich moeizaam het water uit. Volgens Marijke kijken wij mannen altijd het eerst
naar de borsten en de billen. In dit geval vielen mij toch echt eerst die dunne
knokerige armpjes en beentjes op. De verdere wat vormloze romp was verpakt in
een donkerblauw degelijk badpak, waaruit duidelijk zichtbaar die etherische
oliën dropen. Ze draaide haar hoofd naar het grote raam. Een vinnige blik
ketste tegen het raam, vanonder die rimpelige witte badmuts, waaronder uit ook
nog eens een paar grijze natte haarlokken eigenwijs priemden. Ik voelde me
betrapt, knikte desondanks vriendelijk naar haar en ik liep maar weer door.
Vanmorgen zaten we gezellig te ontbijten in onze
camper. Marijke twee sneetjes met hagelslag, en ik drie. ‘Goed geslapen’, vroeg ik. ‘Héérlijk,
en jij, nog wat gedroomd vannacht?’, antwoordde Marijke. ‘Ja, maar dat is heel erg moeilijk te
vertellen bij een boterhammetje hagelslag’, zei ik.
Ook hier in Spanje ontkomen we niet aan die
verkiezingen op TV en al dat gedoe in Amerika en Turkije. Wij ouderen snappen
daar steeds minder van. Je krijgt het toch maar allemaal voorgeschoven, en al
die indrukken worden vermengd met de dagelijkse beslommeringen op de camping.
En mijn bijna 70 jaar oude hersenen krijgen dat bijna niet meer verwerkt. Meestal
lukt het me om daar ’s nachts wat structuur in aan te brengen, weer alles een
plaatsje te geven tussen die trage grijze cellen. Maar vannacht niet, ik had
niet één rustgevende droom, maar ik schoot wat paniekerig van de ene enge droom
in de volgende nachtmerrie.
Ik had toch de stoute schoenen aangetrokken,
sterker nog, mijn bergschoenen. Verder ondanks het warme zonnetje had ik me in mijn
lange trainingsbroek en fleece-trui gehesen. Ik stap op Hepie & Hepie af en
biedt mijn hulp aan. ‘Wat moet er deze
week gekapt worden’, vroeg ik de verbaasde Spaanse Bassie & Adriaan. En
een half uur later ligt de eerste uitgeleefde moerbeiboom al op de
aanhangwagen. Heerlijk, ik ben weer in mijn element. ‘Waar staat het volgende kreng?’. Maar er ontstaat plotseling rumoer op de
camping, een heel zootje van die grijskuiven rept zich van de ene naar de
andere camper. Ook Hepie & Hepie worden ontboden op de receptie, ik loop gedwee
achter hen aan. Op het grote TV-scherm op de receptie zie ik dat Pechtold in de
boeien geslagen wordt weggevoerd. Gelukkig staat onderaan het scherm van CNN te
lezen in voor mij begrijpelijk Engels wat er is gebeurd. Had die gekke Pechtold
in Istanbul toch de Blauwe Moskee afgehuurd. Hij wilde de in Turkije wonende
Nederturken toespreken en overhalen om komende 15 maart hun stem niet verloren
te laten gaan. Nee, Alexandertje nodigde alle Turken uit om in Nederland te
komen genieten van het ‘beste’ onderwijs.
Met die nadruk op die ‘b’ van beste.
Hij stond voor de massaal met Turkse en Nederlandse vlaggen zwaaiende massa te
oreren dat we allemaal gezamenlijk naar één groot Europa moesten. Maar oh jeej,
dat was voor de ordetroepen van Erdogan toch iets te veel van het goeie. Want
die wilde natuurlijk wel naar één groot Turkije, maar daar moest de voormalige
EU ook logischerwijs onder vallen. En nu stond hij daar, handen geboeid op de
rug, de altijd correcte haarlok nu slordig op het voorhoofd. Het huilen staat
hem nader dan het lachen, de knoop in zijn stropdas maakte een geweldige draai
naar rechts, zijn onderlip trilde. Daar
komt Rutte in beeld: ‘Tja, een beetje dom
van meneer Pechtold, een bevriend staatshoofd compromitteren is niet netjes.
Dat brengt ook nog eens de vluchtelingendeal met de Turken in gevaar’. En
ineens schakelt CNN over naar Erdogan. Met gestrekte rechterarm en schuimbekkend
brult hij woest in de camera: ‘Dat noemen
ze nou in het Westen democratie. Hier komen oproepen voor beter onderwijs en
vrijheid van meningsuiting. Allah akbar, opsluiten die nazi’s . . . .’.
Net op dat moment komt Marijke de receptie
binnen: ‘Vlug Jan, kom mee, er is iets
verschrikkelijks gebeurd met Wilders’. En zo snel als mijn verrotte
linkerknie dat toelaat hompel ik achter haar aan. Mijn ogen zoeken meteen ons
klein TV-schermpje in de camper, en daar staat hij vol in beeld. Wilders in een
vaal blauw-wit gestreept boevenpak, zich vasthoudend aan van die dikke
verroeste tralies. Een hele troep Marokkanen met bloed doorlopen ogen bespugen
hem en roepen: ‘Wilders . . minder . .
Wilders . . minder . . ‘. Maar Wilders staat fier rechtop en glimlacht
fijntjes. Ik zeg tegen Marijke: ‘Potverdorie,
dat ziet er slecht uit, hoe is dat nu weer gebeurd?’. Nu bleek hij in Casablanca
het Mohammed-V stadion van voetbalclub Raja Casablanca te hebben willen afhuren
om de Marokkaanse Nederlanders toe te spreken. Simpelweg om de Marokkanen uit
te leggen dat alle goedwillende hardwerkende Marokkanen altijd welkom zijn bij
de PeeFeeFee. Maar hij liet dat vergezeld gaan met een oproep aan het land om
al die criminele Marokkaantjes op een rubberbootje te willen terughalen. Maar
ja, meteen al op de luchthaven hadden ze hem herkend aan zijn geblondeerde kuif,
en subiet in de boeien geslagen. De NPO schakelt terug naar Den Haag voor
commentaar van Rutte, maar die blijkt niet beschikbaar. Ook de minister van
Buitenlandse zaken blijkt onvindbaar. Maar er is plotseling nieuws van Schiphol.
Een keurige man verschijnt in beeld. De haartjes strak in de brillantine naar
achteren gekamd, en een heel fijn snorretje op de bovenlip. Hij draagt een
camel-kleurige jas en onder zijn arm nonchalant een vetleren tas.
‘Meneer
Hiddema, hoe schat u de kansen van meneer Wilders in?’,
begint de verslaggever.
‘Tja,
penibel is misschien voorzichtig uitgedrukt, maar we gaan ons stinkende best
doen’.
‘Hebt u
al contact gehad met de minister-president?’.
‘Ja
hoor, maar die was aan het folderen in Tietjerksteradeel en hier stond zijn
hoofd even niet naar’.
‘Maar
snapt u dat nou, hij moet in actie komen, een streng beveiligde landgenoot is
echt in dreigend levensgevaar!’.
‘Nou, dat
zegt u, hij ziet dat anders, het schijnt dat Wilders’ broer in Indonesië is
geboren. Ze zoeken eerst uit of hij wel terecht een Nederlands paspoort heeft’.
De verslaggever slaat steil achterover van
verbazing, maar Hiddema gaat verder: ‘Oh ja,
hij dreigde ook nog mijn licentie te willen laten afpakken als ik de heer
Wilders ging bijstaan’. De verslaggever keek wild paniekerig om
zich heen, maar Hiddema stelde hem gerust:
‘Ik ben
dan weliswaar nummer 2 op de lijst Forum voor Democratie, maar neemt u van mij
aan: ik zal niet van zijn zijde wijken!’. Ik sprong briesend van woede
op in onze camper en stootte mijn hoofd.
‘Nou
maar rustig aan’, zei Marijke, ‘ga maar even naar buiten afkoelen’.
Ik ga naar buiten, kijk om me heen, maar de rust
is ver te zoeken. Ik kan het wel uitschreeuwen, wat een klojo’s, in welk land
leven we eigenlijk. Zal ik zelf Henk Krol bellen, want Wilders is toch wel
ouder dan 50? Ik ga zwemmen, besluit ik, ik moet afkoelen. Meteen loop ik naar
de receptioniste en koop voor drie euro zo’n lullige badmuts, donkerblauw met
een brede witte streep. Ik spring in het water en zie dat er al twee wat oudere
dames hun baantjes spreid-sluitend aan het trekken zijn. Ik spreid-sluit me aan
en langzaam keert de rust terug. Maar daar komt die met die dunne knokerige
armpjes en beentjes het zwembad binnen. Ze trekt die witte badmuts over haar
grijze weerbarstige haren en stopt die zichtbaar geïrriteerd onder die onwillige
badmuts. Haar hele tonronde torso stevig ingesnoerd in een degelijk donkerblauw
badpak. Alle ooit vrouwelijke rondingen zijn voorgoed verdwenen onder het
donkerblauw. Ze stapt in het water en schijnt te wachten tot ik bij haar ben.
Bits kijkt ze me aan:
‘What
are you doing here? Its ladies-day today!’. Maar ik doe net of ik
het niet hoor en trek mijn volgende baantje. Maar Misses Bouquet heeft besloten
mij behoorlijk dwars te zitten. Ze gaat hinderlijk voor me zwemmen. Ik denk,
niets laten merken, en zwem of-mijn-neus-bloedt achter haar aan. Met mijn mond
stijf dicht en de neusgaten opengesperd net boven het water zwem ik recht
vooruit. En zie die blauwe kikker spreid-sluitend voor mij uit zwemmen. Ik ruik
de irritante chloorlucht van het 29-graden warme water, en bij de volgende
spreid-sluit beweging realiseer ik me: ‘Etherische
olie . . . ? Potverdomme ik ruik . . .’.
En badend van het zweet word ik wakker, het hart
klopt me in de keel. Als Marijke ’s morgens vraagt: ‘Nog wat gedroomd vannacht’, antwoord ik: ‘Ja, maar dat is heel erg moeilijk te vertellen bij een boterhammetje
hagelslag’. En daarom heb ik het maar opgeschreven, hebben jullie er ook
nog wat aan.