zaterdag 27 november 2010

Wie zonder zonde is werpe de eerste steen

Sylvain Ephimenco is behalve een hele goeie werpvijfkamper ook een gewaardeerde columnist in Trouw. Als Fransman kan hij ongeëvenaard naar de meest uiteenlopende Nederlandse eigenaardigheden kijken en ze voortreffelijk beschrijven. Deze week relativeert hij de PVV-incidenten van de afgelopen weken op een herkenbare wijze, lees het maar eens (http://www.trouw.nl/opinie/columnisten/ephimenco/article3314599.ece/Incidentjes__.html).
Soms zit ik over zijn teksten wat langer na te denken, een enkele keer wordt ik gedwongen mijn overpeinzingen vast te leggen. Als ik die onverkwikkelijke voorvallen binnen de PVV nog eens de revue laat passeren komt bij mij als gepassioneerde kogelslingeraar uit het voormalige katholieke zuiden slechts op: “Wie zonder zonde is werpe de eerste steen (Joh.8:7)”. Blijkbaar hoeft dat met wettelijke gedoogsteun niet te gelden voor de media, en met immorele gedoogsteun al lang niet meer voor politici. Maar met een beetje zondaar zou ik best wel kunnen kogelslingeren, want als ik zou uitsluiten op de manier zoals de door ons gekozenen dat plegen te doen, dan stond ik altijd in mijn uppie op het sportveld. Ik zou eigenlijk best wel eens met die Geert Wilders willen kogelslingeren. Ik gun de man ook wel eens dat ultieme gevoel van vrijheid, dat gevoel dat je alle frustratie van je afsodemietert. Zonder bewaking, zonder kogelvrij vest, ik let wel op ‘m.

Dat betekent niet dat ik het met zijn ideeën altijd eens ben, maar mij bekruipt wel een toenemende afkeer tegen die stiekemerds die (on)gewild Job, Emiel, Femke en Alexander op een ondemocratische en voor mij verdachte wijze in het zadel denken te helpen. Ze geven mij steeds meer dat onheimelijke gevoel dat ze Geert c.s. een grotere bedreiging vinden dan de krachten die hem naar het leven staan. Denken ze bij die bedreiging oprecht aan Nederland of gewoon platvloers aan hun eigen macht? Wie is er nu eigenlijk verantwoordelijk voor die tsunami-serende polarisatie in ons landje?

Ik weet het allemaal echt niet, en de column van Ephimenco brengt me buiten de herkenbare irritatie niet veel verder. Morgenvroeg neem ik in gedachte Geert toch maar mee naar kogelslingeren, ik zal symbolisch een paar keer voor hem gooien. Oh ja, Djambo, de hond van onze buren mag ook mee, die zit altijd in zijn hokje opgesloten, wordt die ook eens losgelaten.

Hopelijk zijn er nog een paar wetsovertreders in de buurt, hij zal ze kwispelend van blijdschap begroeten.

donderdag 25 november 2010

Krijg jij ook zo de kriebels ?

Het is alweer bijna december, iedereen maakt plannen voor de komende feestmaand. Mij geeft dat altijd een vreemd gevoel, alsof ik daar buiten sta. Sinterklaas is alweer in het land, onze (klein)kindertjes mogen met rode koontjes hun schoentjes zetten. Onze vrouwen en schoondochters worden ook al hyper van dat kopen van kadootjes, het volstouwen van de voorraadkast is in volle gang met dikmakende spullen wat je met Pasen nog niet verwerkt hebt, ondanks die overvloed het onbegrijpelijke probleem “wat en waar” moeten we eten, en . . . kortom samengevat, voor ons werpers is dat eigenlijk een rot periode. Geen wedstrijden meer, het is koud en nat buiten, het wordt wat minder druk op de training, nee, niks voor mij.

Misschien tijd voor reflectie, hoe is het afgelopen jaar sportief verlopen? Hoe is het gegaan met ons werpgroepje bij Swift Atletiek? Normaal stel ik voor mijn sportmaten een boekje samen met bestenlijsten, hoeveel medailles hebben we gehaald, aan welke wedstrijden hebben we deelgenomen! Toevallig kwam ik nu op internet GoogleSites tegen, en voor ik het goed in de gaten had, stond het Jaarverslag van de Swift werp(st)ers al in de steigers. Kijk maar eens op https://sites.google.com/site/werpgroepswift/homeerpgroepswift/home voor het eindresultaat, een jaarverslag in website-vorm. Een stuk flexibeler als een boekje (je kunt foutjes wijzigen en nieuwtjes toevoegen), en we doen wat aan het milieu (geen papierverspilling). Alleen Lei vond het maar niks, die heeft liever alles zwart op wit staan. Dat kun je tenminste vastpakken, dat computerscherm doet niet altijd wat je ervan verwacht.

Maar ook daar krijg je de kriebels van, er worden alweer plannen gesmeed voor komend jaar, we zijn “en petit comité” aan het brainstormen over een werpcircuit in onze Limbra-regio. De eerste feitelijke gesprekken moeten nog wel plaatsvinden, maar ja, voor een en ander uitlekt. De rijksbegroting haalt, met dank aan Frits Wester, ook nooit de derde dinsdag in september. Op Lampis en Atletiekunie druppelen de eerste wedstrijden voor 2011 al binnen, de datum voor Borken is ook al bekend. Het NK-indoor is bekend, wie gaat er naar het EK-indoor in Gent en van het LK-indoor is in velden en wegen nog niks te vinden.

Maar je leert wel leven met kriebels en nervositeit, die feestmaand ondergaan we wel, 2010 gaat toch vanzelf over in 2011, we leggen er met bankdrukken wat extra kilootjes bij en deze maand toch gewoon twee wedstrijdjes! Ergens in de tweede helft van december gaan we met de Swift-masters het “Jaor oëtgoëije” met een werpvijfkampje voor spek en bonen. En op 31 december is het traditionele Sylvesterhammerwerfen in Hückelhoven. Hartstikke leuk, om 11:00 uur begint dat, zes (officiële) pogingen kogelslingeren en na de wedstrijd is er Glühwein, heisse Wurst mit Brötchen und Feuerwerk. Als je ook maar een beetje kunt slingeren moet je komen meedoen!

Ben je nog geïnteresseerd in sfeerbeelden en (actie)foto's van de Douwe Smit Trofee van 31 oktober? Dan blijf er even 8 minuten voor zitten en bekijk onderstaande rapportage:
Douwe Smit Trofee 2010


zaterdag 20 november 2010

Een fabuleus wereldrecord voor Arild Busterud

Het seizoen is voorbij en dan ga je wat surfen op internet “wat de andere werpvijfkampers gedaan hebben“. Daarbij kwam ik onderstaand bericht tegen. Tijdens de Noorse kampioenschappen werpvijfkamp, 28 augustus 2010 in Heggedal, verbetert Arild Busterud (62jr) zijn eigen wereldrecord van 4893 naar 4955 punten.
Je leest het en het laat je niet meer los, hoe is het mogelijk, 4955 punten, waar haalt een 62-jarige man dat vandaan? Mijn eigen (nederlandse) record staat op 3757 punten. Die man die scoort 30% meer, dat is bijna onvoorstelbaar!

Ik weet nog goed toen ik de Noor Arild Busterud voor het eerst tegenkwam tijdens een van de internationale kampioenschappen. Zijn roem was hem al vooruit gesneld, maar toen ik hem persoonlijk ontmoette en een hand gaf dacht ik nog:“Verrek, een gewone vent, niks bijzonders, zo ongeveer van mijn eigen formaat“. Misschien een beetje introvert, sprak eigenlijk alleen met zijn Scandinavische collega’s.

Maar al tijdens het eerste onderdeel bleek zijn uitzonderlijke klasse, doe ik ontzettend m’n best om boven de 40 meter met kogelslingeren te komen. Busterud draait heel ontspannen met dat ding en legt al zijn oerkracht in een onnavolgbare afworp. Je hoort de draad fluitend verdwijnen naar de andere helft van het veld, ruim 60 meter. Toch goed dat er dergelijke atleten bestaan, mocht je nog niet weten wat bescheidenheid betekent, na één worp van Busterud keer je in alle nederigheid met beide voeten muurvast terug op aarde, en in je eigen hok.

Slechts met speerwerpen bleek dat de man ook z’n zwakheden kent, ik gooide een paar meter verder dan hem, en dat gaf toch weer een goed gevoel. Blijkt toch dat oerkracht zijn beperkingen kent. Maar ja, daarna komt het slotnummer, gewichtwerpen. Doe je al jaren je uiterste best, en lukt dat ook vrij aardig al zeg ik het zelf. Worpen tussen de 16 en 17 meter scoren in onze contreien vrij aardig. Arild Busterud doet niet veel anders als wij, ogenschijnlijk zelfs een stuk eenvoudiger, maar flikkert de 9,08kg wel 5-6 meter verder. En ik kan jullie verzekeren, dat is een indrukwekkend gat, kijk maar eens rechts naar de vergelijking van onze records (op de werpvijfkamp).

Proficiat Arild, een diepe respectvolle buiging! Komend jaar ga ik toch proberen mijn bescheiden PR wat dichter bij jou in de buurt te krijgen.

maandag 8 november 2010

Un pain complet . . .

Nog niet helemaal wakker stap ik uit de camper. Het riviertje de Crochet kabbelt onveranderd net als gisteravond achter onze camper. De gang naar de bakker vereist een pittige klim vanuit het dal naar de “boulangerie”, die schuin tegenover het hooggelegen stokoude kasteel ligt in het pittoreske Varaignes in de Franse Périgord Vert. De kerkklok slaat drie keer, het is kwart voor negen, ik moet bukken om in de piepkleine bakkerij te komen. “Ting-ting” doet de deur, het is warm binnen maar veel belangrijker, het ruikt er zo lekker. “Bonjour monsieur”, een innemend vriendelijk bakkersvrouwtje verwelkomt me. Ons “pain complet” ligt al klaar, net uit de oven. “Et deux pains aux chocolat, s’il vous plait”, bestel ik in m’n beste Frans nog twee chocobroodjes. Een dag kan slechter beginnen, “Bonne journée, madame”. “Bonne journée, monsieur, jusqu’à demain”, een glimlach begeleidt me naar buiten, “ting-ting” besluit de te kleine deur.

Met een warm brood onder de arm teruglopend, bedenk ik hoe ogenschijnlijk onbezorgd, uitgebalanceerd en ongestoord het leven kan zijn op het Franse platteland. Hoe anders was dat vorige week bij de Douwe Smit Trofee, het was ons gelukt om het deelnemersaantal te verdubbelen ten opzichte van vorig jaar. En ondanks het erbarmelijk slechte weer waren de prestaties best wel aansprekend. Ook met de winnares van de Douwe Smit Trofee, Annie van Anholt, was iedereen best wel ingenomen. Maar het viel allemaal potverdomme niet mee, dat wordt nog een pittige evaluatie. Zelf had ik alleen met het ochtendprogramma meegedaan, en me daarna afgemeld om mee te helpen met jureren. Dat mensen zich te vaak gewoon niet houden aan vooraf gemaakte afspraken bleek weer eens overduidelijk. Dat leidde dan tot uitlopen van het tijdschema, soms tot ergernisjes bij atleten, maar als dat tot onveilige situaties leidt!!?? Een rode vlag betekende dat er niet geworpen mocht worden. Als je dan met je rode vlag omhoog een spookvliegende speer ziet aankomen die de grasmat spiest tussen een jurylid bij discus en jezelf!! De rillingen liepen me weer over de rug. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn (niet alleen toen ik nog bedrijfskundige was) onontbeerlijke bouwstenen van welke organisatie dan ook, en die brokkelen nu even geïrriteerd alle kanten op door mijn hoofd. Hoe breng ik dat straks over??

Gisteren was het rommelmarkt in St.Estèphe, en een betere naam kun voor zoiets ook niet bedenken. Tientallen rommelige kraampjes met een grote diversiteit aan oude rommel ligt rommelig uitgestald. Maar het heeft sfeer, een oud stopcontact ligt naast een schattig kinderstoeltje, op de zitting staan een paar potjes “eigen gemaakte” honing. Het dorpscafeetje puilt uit van antieke prullaria en rommelig opgestelde stoeltjes. Gezellig kletsende mensen nippen aan hun “café au lait” of een vroege “vin rouge”. We wachten aan een rommelige zelfgetimmerde bar, en even later zitten ook wij aan de koffie met “tarte aux poires”. Buiten speelt zich een rommelig Anton Pieck-sfeertje af voor de “salle de fête”, de voorbereidingen zijn in volle gang voor het gezamenlijke middageten. Even de geur opsnuiven bij die gigantische handpers waaruit gestaag verse appelsap druipt, een rijtje vrouwen is rommelig bezig met de bereiding van een soort groene-kool-quiche en een plotseling opdoemend stapel worstjes laat me niet meer los. We kopen er twee.

Maar wij schuiven niet aan voor een ongetwijfeld rommelig middagmaal, we zijn vanavond te eten uitgenodigd bij de eigenaresse van de dorpsmolen. Wel maken we een wandeling naar de “rocque branlant” (wiebelende rots). Overweldigend die kleurenpracht van een gemengd bos in herfsttooi van de Périgord Vert, de bladeren ritselen onder onze voeten, het zonnetje komt zelfs nog door. Onder het lopen bespeur ik dat die zon niet alleen verwarmt, de stralen door het dunner wordend bladerdek maken je gelukkig. Laat ik het niet overdrijven, ze geven op z’n minst een gelukzalig gevoel. Daar is tie, de wiebelende rots staat op ons te wachten, voor een gewichtwerper “pur sang” uiteraard een gigantische uitdaging. Dat wordt aanzetten, duwen, persen, net zolang tot Marijke zegt: “Jan . . hij beweegt echt”.

Het avondeten in de middeleeuwse molen, met z’n vijven voor een grote open haard is meer dan alleen maar gezellig. Het knetterende houtvuur doet me denken aan die zonnestralen in het herfstbos. Zo zou je eigenlijk elke werpwedstrijd moeten kunnen afsluiten, een gehaaste inval in een friteskraam vult weliswaar de maag, maar het leven schreeuwt meer om dat zonnetje of dat houtvuurtje. In het stikdonder lopen we terug naar de camper, om de paar honderd meter slechts een antieke straatlantaarn aan de muur. Een omfloerst gelig licht laat zien dat Varaignes in lichte nevel is gehuld. Dat wordt nog duidelijker als we bijna thuis zijn, onze camper drijft als het ware op een laag hangende mist. Boven ons die overweldigende heldere sterrenhemel, “kijk eens, wat een prachtige melkweg” fluistert Marijke. “Ja, dat zie je bij ons niet meer”, bevestig ik fluisterend.

Ze heeft gelijk, zo’n dag, zo’n omgeving en zo’n moment behoor je niet anders dan fluisterend af te sluiten. Na een laatste borrel gaan we slapen, ik bedenk me dat de bakker alweer bijna gaat beginnen aan ons “pain complet”.