Vanuit de oude dorpskern van Blerick liepen wat niet al te rechte paadjes naar de omliggende velden en buurtschappen. Die paadjes werden weggetjes waarlangs wat huisjes werden gebouwd. Het dorp breidde geleidelijk uit en er ontstonden straatjes waar de Blerickenaren het zich gezellig maakten en de ‘naoberplicht’ cultiveerden. Niets was indertijd recht in Blerick, het was een gezellige ‘onderein’. Een ideale leeromgeving voor de latere rijopleiding van de kazerne.
Een van die uitvalweggetjes was de van Bornestraat, zoals te zien als een witte stippellijn hiernaast. Vanaf het kruispunt Pepijnstraat / Kloosterstraat liep vroeger de van Bornestraat, die vanaf de Jacob Catsstraat ongemerkt overging in de Nieuwborgstraat. Zo’n typisch dorpsstraatje zoals dat bij Blerick paste. Na een eng stukje tussen van Ewijk en zaal Juliana door kreeg je een klein pleintje bij Basten, een stukje verderop alweer zo’n ingewikkeld stukje Blerick. Linksaf de Averbodestraat en rechts een verbinding naar de Urbanusstraat. Weer een klein stukje verder rechtsaf de Wieënstraat. In deze verwarring ingeklemd lag een klein perkje met een bank onder een boom, de Julianaboom. In 1909 werd deze boom geplant bij de geboorte van prinses Juliana, op de foto rechts zien we de boom achterin bij de lantaarnpaal. De van Bornestraat heette tot 1940 dan ook de Julianastraat. Na de invasie van de Duitsers en de inname door Venlo moesten vele straatnamen in Blerick eraan geloven, dus ook de Julianastraat. Slechts de boom en zaal Juliana herinnerden aan onze prinses en latere koningin. Na 65 jaar werd de boom bij de aanleg van het Schepenenplein in 1974 verplant en moest even later definitief het loodje leggen. Ja, iedereen weet het, oude bomen moet je niet verplaatsen. De nieuwe van Bornestraat werd vernoemd naar Otto van Borne (1170-1220), de vazal van de Graaf van Loon die goederen in Blerick beheerde. Misschien geen slechte vervanger, hij stichtte ook de Lambertuskerk in 1219.
Op Faceboek ‘Bliërick van vruueger en noow’ komen een aantal foto’s voorbij van de van Bornestraat. Het zijn meestal naamloze getuigen, daarom ben ik nog eens op zoek gegaan naar wat krantenknipsels uit de Nieuwe Venlosche Courant van tijdens de tweede wereldoorlog. De verschillende flarden geven zeker geen compleet beeld, maar wel een kleine inkijk naar die bewoners van zo’n 70 jaar geleden.
Op de foto links zien we het eerste smalle stukje van Bornestraat en hieronder café Traut.
Op nr.1 blijkt in 1942 een snelweger en een nieuwe wit gelakte winkelopstand te koop. Op nr.21 kun je je naaimachine te koop aanbieden tegen de hoogste prijzen, ze mogen zelfs defect zijn. In oktober schenkt mevrouw Smetsers-Hermans op nr.14 het leven aan een zoon. Op nr.24 (voorheen Julianastraat) overlijdt Joanna Welles, weduwe van Jan Hubertus Peeters, en eerder van Bernard Hubertus Peeters. Op 25 november gaat Adela Niessen van nr.8 trouwen met Karst Hoogenberg.
Uit de krant
Op 23 januari 1943 bedankt het echtpaar Hoogenberg-Niessen van nr.8 voor de belangstelling bij het huwelijk. Op nr.19 woont ene J.Kessels, die geïnteresseerd blijkt in aan- en verkoop van brandhout. Waarschijnlijk is dit de vader van Lou Kessels, een goede biljartspeler. J.van Hoogstraten van nr.25 zoekt een flinke leerjongen. Jacobs van nr.2 vindt het hoog tijd voor de tabaksplanten. Mevrouw G.Schreuder van nr. 1 is op zoek naar een goed wollen badpak, terwijl ene J.Schreuder van nr.7 een flink meisje zoekt voor de morgenuren.
Op 4 augustus wordt op nr.2 bij Jacobs een sikkel met bijbehoren gestolen, hij roept de ‘persoon’ op een en ander terug te bezorgen. Verder verliest een kind van van Hoogstraten zijn schoentje, de eerlijke vinder wordt verzocht dit terug te brengen. G.Titulaer van nr.51 wil zijn hoge CRES-schoenen maat 30 ruilen voor een fort of ander jongensspeelgoed!
In 1943 wenst A.Smits van ‘de kleine winst’ van nr.19 clientèle, familie en bekenden een zalig nieuwjaar. Daaronder wenst ene J.Smits ‘koloniale waren’ van de van Bornestraat hetzelfde. In 1944 overlijdt ene Peter Antonius Smits, 40 jaar, op 4 september 1904 te Blerick geboren, broeder van de Congregatie der broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, bekend onder de kloosternaam Reginaldus, voorheen wonende Julianastraat 21 te Blerick, op 22 april 1918 verhuisd naar Oud-Vroenhoven, later naar het klooster Kelfkensbos in Nijmegen. Op donderdag 5 oktober 1944 te Nijmegen door granaatvuur om het leven gekomen bij het bergen van weckflessen uit de kelder van het verbrande broederklooster aan het Kelfkensbos. (bron: oorlogsdodensite gemeente Nijmegen).
Smederij P.Niessen van nr.30 sluit twee dagen vanwege een familiefeest. Een jaar later woont P.Savelkouls op nr.30 en biedt pootuienplanten aan. J.Puts van nr.12 sluit de rij, hij zoekt een verzilverd trompet-mondstuk.
De van Bornestraat nummer 6
kon ik in 1967 huren van een Tegelse eigenaar. Je kreeg in die tijd niet makkelijk een huis en ik was als de koning te rijk. Echter er zat een addertje onder het gras. Een onteigenings-procedure liep al, en hij dacht meer te vangen als het bewoond was. Ik heb er vijf jaar gewoond. Natuurlijk niet veel aan opgeknapt, maar als het nodig was, stak buurman Pauwels de helpende hand toe. Geweldig gezellig zo midden in het dorp, maar zeker ook beangstigend met die aanhoudende sloop van de huizen om ons heen. ‘s Zondagsavond met die van HVB een pilske drinken bij Juliana, waar ‘Leike’ en alle regionale sportuitslagen van het weekend langskwamen. De harmonie stelde zich op bij ons voor de deur, en met twee stappen stonden we met de neus vooraan. Alle winkels vlakbij en genoeg speelkameraadjes voor mijn oudste zoon. Naast (achter) ons in de Pepijnstraat woonden twee geweldige families Simons. In de ligusterheg die ons scheidde had mijn oudste zoon al snel een gat gevonden. En als we hem kwijt waren zat hij bij ‘tante Mia’ (Simons-Segers), wat een lief mens. In 1971 werd onze tweede zoon geboren, en de van Bornestraat 6 verzeilde steeds meer in de sferen van een eenzaam verloederd eiland. De ligusterheg werd geleidelijk aan een publiek urinoir, en twee keer moest ik ‘s nachts het bed uit om mijn auto te behoeden voor diefstal. Maar de verkoop wilde maar niet vlotten en vervangende woonruimte bleef uit. En het werd nog erger, onze buurman ging verhuizen en besloot als afscheids-kadootje nog even de ruiten in te gooien. Dat betekende nachtenlang waken totdat de brandweer eindelijk besloot na een poging tot brandstichting de ramen toe te metselen bij de buren. Die buren hielden zowel honden als vogels, en bleken het niet zo nauw met de hygiëne te hebben genomen. ‘s Nachts hoorde je de ratten over de planken vloeren rennen en schreeuwen als kleine kinderen. Met mijn 1.92m lengte en bijna 100kg schoon-aan-de-haak niet erg bang aangelegd, maar die tergende bezorgdheid voor twee kleine kinderen stond maandenlang te weinig slaap toe.
Toen we ‘letztendlich’ in 1972 verhuisden had dat toch nog een dubbel gevoel. Het plezierig wonen in het dorp afwegen tegen de toenemende bedreiging van een gewetenloze omgeving. In vijf jaar tijd zagen we een sociaal vriendelijke omgeving wegkwijnen en verworden naar een asociaal haat zaaiend getto. De laatste avond had ik nog de banken uit mijn Dyane gehaald en het dak opengerold. Zittend op een Pope-klos vervoerde ik de laatste spullen uit de van Bornestraat. Toen ik de volgende dag nog wat achtergebleven gereedschap wilde ophalen, bleek dat niet meer nodig. De voordeur was ingetrapt en alles wat loszat was vernield en mijn gereedschap verdwenen.
Waarom vertel ik dat
In het begin van mijn verhaal staat op de plattegrond in die gele cirkel de situatie toen ik er kwam wonen. Hiernaast zoals de situatie was 12 jaar later in 1979, de witte stippellijn was ooit de van Bornestraat. Het knusse dorpscentrum met zijn uitvalweggetjes is weggevaagd en vervangen door een winkelcentrum met heel veel parkeerruimte. Veel winkels kwamen, een aantal van die winkels verdwenen ook weer. De Staay kwam en is inmiddels alweer verdwenen. Jaren terug liep ik nog wel eens over de kermis op het Schepenenplein. Heel andere sfeer als vroeger op het Lambertusplein. Maar stelde ik me dat voor of is het toch echt waar. Dat onpersoonlijke, ja zelfs dat asociale gevoel van dat laatste jaar in de van Bornestraat kwam weer over me. Je moet niet zaniken, de vooruitgang hou je immers niet tegen. Je wordt een ouwe zak, die vindt dat vroeger altijd alles beter was. Hou daar toch eens mee op . . . !
Op 24 april had ik toch maar een gesprek gekregen met wethouder Jos Teeuwen en twee van zijn ambtenaren. Op vriendelijke toon en met weloverwogen argumenten heb ik voor hen geanalyseerd dat ze er een zootje van gemaakt hebben in Blerick. Met de ons omringende dorpen als sprekende voorbeelden heb ik ook gemotiveerd hoe het vanaf nu beter zou kunnen (en eigenlijk moeten). Natuurlijk baat dat niet . . . ?
Maar het zijn niet de straatjes en de huizen die ze gesloopt hebben, maar ook een stukje van ons dorpse karakter en onze dorpse inborst.