dinsdag 30 december 2014

Gelukkig nieuwjaar terug in de tijd

Op weg door de laatste sneeuw, op een van de laatste dagen van het jaar, op bezoek naar een goeie collega. Hij weet het allemaal niet meer zo goed, zeggen ze. Dat hij zwaar dementerend is, zeggen ze. Kent hij je nog wel, zeggen ze. Maar het was altijd zo’n fijne vent, zeg ik dan. We zaten vroeger in hetzelfde kantoor, en als ik over de gang terugliep naar mijn plek schaterde ik altijd: ‘Wat ruist er door het . . . . ‘. Regelmatig klonk dan uit de verte ‘. . . . . struihuikgewassszz!!’. En dan wist ik, hij is er, en dan kon ik twee koppen koffie halen. We werkten allebei heel hard, maar er was altijd ruimte voor goeie gesprekken met altijd een filosofische ondertoon. We zagen onszelf als acteurs in een groot toneelstuk dat ‘de POPE’ heette. In moeilijke tijden wisten we elkaar mee te slepen in zo’n komisch relativerende realiteitszin. Vaak eindigde een moeilijk gesprek in uitbundige lachbuien waarbij de tranen over onze wangen rolden. Onze collega’s begrepen dat waarschijnlijk niet, maar ik heb in die tijd veel van hem geleerd.

Ik druk op de bel van het verzorgingshuis en even later antwoordt de deur met ‘uhrrrrrrrr’ en opent tergend langzaam. Ik doe de jas uit en daar zitten ze samen in de huiskamer. Vijf man en een vrouw, zes paar handen gevouwen in de schoot, hoofden gebogen, een gebroken blik op het grijze verleden gericht. De top2000 is toe aan nummer 435, Don McLean zingt heel toepasselijk zijn ode aan Vincent van Gogh, hoe kun je het verzinnen:image

    • Portraits hung in empty halls,
    • Frameless heads on nameless walls,
    • With eyes that watch the world and can't forget.
    • Like the strangers that you've met . . . . . .

Maar wacht effe, daar kom ik niet voor, we maken de boel wakker: ‘Wat ruist er door het . . . . ‘, brul ik. Er is er maar eentje die plotseling opveert ‘. . . . . struihuikgewassszz . . . . , haaaa Janneman!!’ klink het. Hèhè, mijn dag kan niet meer kapot, hij is er weer. Ik pak een krukje en ga zo dicht mogelijk bij hem zitten. ‘Hoe is ’t ermee . . . ‘. ‘Goehoeee . . .’, klinkt het vrij monter. Ik geef hem mijn rechterhand, met enkele rukjes wordt ik stevig mee terug genomen in de tijd, terug naar de plek waar hij zich op dat moment bevindt. Ik leg mijn linkerhand op zijn rug. Hij beweegt naar voren, ik streel stevig zijn stramme rug, hij kreunt en steunt in mijn richting ‘leuk dat je er bent’.

En samen stappen we in het toneelstuk dat ‘de POPE’ heet, de eerste bedrijven dateren uit de 70er jaren. Voor mij is dat ruim 40 jaar geleden, voor hem als de dag van gisteren. We spelen een aantal scenes terug en ik verbaas me over de vele details die hij nog kent. Vlijmscherp worden diverse personages geïmiteerd. Ook de overige vijf aan tafel komen weer tot leven en luisteren naar wat die twee vreemde figuren aan elkaar te vertellen hebben. Iedereen lacht mee, soms schatert er eentje ruimschoots voordat de uiteindelijke climax over de tafel komt. Hij kijkt me aan met vochtige ogen van het lachen en zegt ‘dat jij dat nog allemaal weet . . . ’. ‘Nou ja zeg . . . ‘. Zo af en toe verstoort de top2000 met een melodie die hij herkent en wordt ons toneelstuk voor heel even omgezet naar een musical. Doet er allemaal niet toe, ik zing of neurie gewoon even mee, we hebben het samen even gezellig.

    • Het loopt tegen 12 uur: ‘ik moet weer naar huis, jullie moeten ook zo meteen eten’.
    • Hij knijpt wat steviger in mijn hand en trekt die naar zijn borst: ’dan eet je hier toch een bakkie soep mee’.
    • ‘Heel lief, maar we gaan niet stoken in een goed huwelijk’.
    • ‘Vanmiddag boodschappen doen, dus moet ik voor ezel spelen, en morgen is het alweer oudjaar’.

Ik sta op en wens iedereen een fijne jaarwisseling en een gelukkig nieuwjaar. Ik schrik van mezelf in het plotselinge besef dat mijn tafelgenoten saampjes steeds verder afglijden naar een ver verleden, terwijl ik vooruit kijk naar een nieuw jaar met nieuwe uitdagingen. Ik geef hem een knuffel en zeg ‘hou je mals . . ‘. Het antwoord komt alsof er niets aan de hand is ‘want taai word je vanzelf!!’.

Bij het naar buiten gaan loop ik langs zijn kamer. In een hoek van het raam zitten Jan Klaassen en Katrijn dicht tegen elkaar, het zijn twee door hemzelf handgemaakte poppen. Nog niet zolang geleden speelde hij nog samen met zijn vrouw poppenkast in het Alzheimer-café.

Ik wens iedereen een gelukkig nieuwjaar! Maar loop zo af en toe ook eens met iemand mee terug in de tijd. Want niet iedereen kan ons tempo immers bijhouden!

Sommigen vieren hun gelukkig nieuwjaar steeds verder terug in de tijd.

dinsdag 23 december 2014

Mijn favoriete sportmoment van 2014

Laat me ook eens weten, wat was jullie favoriete sportmoment in het afgelopen jaar?

Voor mij was de keuze heel duidelijk. Het is vrijdag 15 augustus, het journaal kijkt terug op een natte verregende dag, het was wisselend bewolkt, regen, 20° en ze geven zelfs code geel af. Ik loop nog even naar buiten om m’n nagels te knippen, kan ik daar tenminste niet meer op bijten. De spanning stijgt me naar de keel als ik quasi ontspannen op de bank ga zitten. Finale 200 meter dames EK Atletiek. Het is 20:25 uur, acht fantastische ranke sportvrouwen controleren voor het laatst hun startblokken in het Letzigrundstadion van Zürich. Ik hoor een diep sonore stem op de achtergrond

‘on your marks . . . ‘,

Dafneen betrap me erop dat ik voorover buig in de bank, mijn bovenlichaam gespannen, mijn handen strekken naar een denkbeeldige lijn. Als door een magneet aangetrokken bespeur ik een scherpe focus op baan drie. Het startschot klinkt en de acht beste Europese sprintsters schuiven in oplopende snelheid tergend langzaam naar elkaar in die moeilijke bocht. Ze naderen het rechte eind . . . en daar komt ze. Als een gazelle, maar dan met dat prachtige ‘losjes’ blonde haar . . . ‘heeft ze daar eigenlijk geen last van?’. Ik sta op van de bank terwijl zij volkomen ontspannen afstand neemt van de gehele Europese concurrentie. Sierlijk met van die machtige grijppassen, die mooie heldere kop op dat prachtige lijf. Alsof het geen moeite kost, maar ik weet wel beter. Twintig meter voor de finish,

dit is mijn sportmoment van het jaar . . . . . !

Mijn door artrose verpeste linker knie bestaat even niet en ik spring op en mijn knokkels raken pijnlijk het plafond. Mijn Marijke kijkt toe en begrijpt me onvoorwaardelijk. Zelfs met uitlopen neemt zij verder afstand , zij zweeft als ware het een Griekse godin over de finishlijn, gelijk met haar strek ik mijn arm. Zij wijst naar de hemel en ik naar het plafond, we hebben gewonnen, ik kan mijn tranen niet meer bedwingen en spring als een dolle door de kamer. Het zal verder geen rustige avond meer worden.

Dafne1Dafne Schippers, hoe kan ik je bedanken voor dit mooie onvergetelijke moment. Dafne Schippers, twee keer goud op die belangrijkste onderdelen van het EK, de allerbeste Europese atlete van 2014, bij de allerbeste drie van de Wereld. En nou ja zeg, en dan geen sportvrouw van Nederland . . . Als klein pietepeuterig kneuterige landje moet je dan uitblinken op die regionale sporten als korfbal, schaatsen, hockey of fietsen in de modder! Maar de beste en mooiste dochter van de moeder aller sporten wordt genegeerd. Och ja, ze weten echt niet beter.

Aller, allerbeste Dafne Schippers, het maakt niet uit, voor mij ben je de allergrootste en je hebt me het allermooiste sportmoment van 2014 cadeau gedaan. Jij gaf 15 augustus 2014 om 20:27 uur mijn 57-jarige passie voor atletiek een onvergetelijke apotheose. We gaan samen nog even door, veel succes en nogmaals dank

Dafne Schippers . . . . . . .

Enne, laat me ook eens weten, wat was jouw favoriete sportmoment in het afgelopen jaar?

maandag 22 december 2014

Familie Tueteler, een zijtak in Maastricht

Tussen 1507 en 1766 woonde er een familie Tueteler / Tutelers in het Jekerkwartier van Maastricht. We hebben ons best gedaan, maar ook van deze tak geen herleiding naar de oorsprong van onze familie. Helaas is deze familie uitgestorven, waardoor in feite niemand meer geïnteresseerd blijkt. Maar natuurlijk pikken we dat niet, ook zij verdienen een plekje in de boomgaard! Vandaar dat ik een en ander voor jullie op een rijtje heb gezet. Met een inkijk in het looiersambacht, een heuse roofmoord en een vette knipoog naar André Rieu.

Aernt Tueteler uit de Looierstraat

leerlooierWe beginnen op 15 juli 1507, een aantal kooplieden uit Maastricht bezochten de jaarmarkt van Bergen op Zoom. Het waren de bevrachters en tevens eigenaren Aernt Tueteler, Nijs Rueseler en Aernt, broeder van Maastricht. Ook de hoeveelheid en soort goederen zijn bekend. Op twee wagens van Lens Calfs van Maastricht liggen 10 dakeren[1]. Op de wagen van Lyes van Vletingken[2] liggen 19 dakeren min twee vellen ‘al ruyntshuyden’. Deze Aernt Tueteler was leerlooier van beroep en woonde in het Jekerkwartier aan de rand van de stad Maastricht. Belangrijke ‘leurders’ in die tijd kwamen o.a. uit de families van Vleeck en van Daelem. De volgende interessante tekst komt uit ‘De Navorscher’ van 1935 en handelt over leerlooier Houb van Vleeck. Het leert ons o.a. dat er in de eerste helft van de zestiende eeuw twee Tuetelers in de Grote Looierstraat woonden, Aernt en Lieben[3].

Houb van Vleeck was reeds in 1527 meerderjarig. Evenals zijn voorouders oefende hij het beroep van looier uit. Hij liet een huwelijkscontract opmaken voor notaris Papenkelen, waarnemend pastoor van de Sint Matthiaskerk te Maastricht. Hij wordt samen met zijn grootvader, de acte zegt foutief vader, Houb van Vleeck ‘den olden’ genoemd. Hij is in het bezit van een rente op het huis ‘den Eynhorn’, gelegen tusschen ‘Het Swaert’ en ‘de Peereboom’, welke rente zijn grootvader was aangekomen na het overlijden van Katherina van Rey. Hij woonde in de Grote Looierstraat waar hij en zijn vrouw Baetze (Beatrix) 21 Maart 1534 een half huis verkopen waarvan hij reeds in 1533 als eigenaar voorkomt. Ook worden genoemd Peter van Vleeck en Jan van Breede in verband met de aflossing van een rente op een huis in de Looierstraat, gelegen tusschen Houb van Vleeck en Arnt Tueteler[4]. Hij verkoopt dit half huis aan Henrich Smeits alias Symons, die het echter weer de 28-ste maart 1534 aan Houb van Vleeck terug verkoopt. Deze verkoopt het echter weer dezelfde dag aan Lieben Tuteleirs en deze doet het huis wederom van de hand den 13-de september 1553 aan Servaas Coymans. Peter van Vleeck, Houb's broeder verklaart dezelfde dag de aflossing van een rente op dit half huis te ontvangen. Houb was echter ook nog eigenaar van een ander pand in die straat, want 28 september 1559 verzoekt de weduwe aan de Weeskamer om aan Peter Vastarts te mogen verkopen een huis in de Leurestraat (Looierstraat) gelegen tussen Jan Symons en Arnt Tuteleers voor ‘Brabantsche guldens’. Hij had dit huis gekocht 12 maart 1543 van Lenaert van Daelhem die maakte op den 29-ste mei 1543 een overeenkomst betreffende een geplaveide weg bij dit huis.

Maria Tuetelers erfgename van de Torentjes

imageEen volgend zeer interessant feit doet zich voor in 1541, de kanunnik Nicolas Beyssel laat via testament zijn huis de Torentjes in Maastricht na aan zijn dienstmaagd Maria Tuetelers en haar (zijn) kinderen Nicolaus en Hector. Huis de Torentjes ligt op de oostflank van de Sint Pietersberg in het vroegere dorpje Sint Pieter, momenteel een wijk in de gemeente Maastricht. De kinderen worden ‘weeskinderen’ genoemd, maar het testament doet vermoeden dat het zijn kinderen waren. Nicolas Beyssel was doctor in de medicijnen, afkomstig uit een vermogend Akens geslacht en verkreeg in 1491 de prebende (jaarlijks inkomen van een geestelijke) van zijn oom Jodocus Beyssel. Meester Claes Beyssel koopt het huis de Torentjes op 17 mei 1525 voor de prijs van 185 gulden. Gezien het jaartal 1526 boven het toegangspoortje en op verschillende schoorsteenmantels, heeft hij het een en ander aan het huis laten veranderen. Nicolaas Beyssel (zie familiewapen hieronder) was in 1530 en 1536 schepen van Sint Pieter. Hij overleed 27 september 1541, en op 26 augustus 1541 had hij nog zijn gouden jubileum als kanunnik gevierd. Hij werd begraven volgens zijn laatste wil ‘versus ... suam domum’ ( het portaal dat hij dagelijks betrad) in de Sint Servaaskerk, waar zijn grafsteen te zien is bij de voormalige zuidelijke ingang. Op 11 en 12 september 1541 maakte hij in het latijn zijn testament, Dr.van Zijl[5] heeft het voor mij vertaald. We lezen klip en klaar:

Beijsseldet‘Bovendien legateert hij aan Maria, zijn dienstmaagd, en zijn kinderen, wegens de diensten aan hem testateur bewezen, en louter als aalmoes voor het onderhoud en de opvoeding van genoemde kinderen en wezen, zijn huis, staande in de vrijheid van Sint Pieter bij voornoemde stad Maastricht, door de testateur zelf met zijn eigen geld gekocht, met al zijn tuinen, bijbehoren en toebehoren, en drie of vier roeden land, mede aldaar gelegen en door testateur verworven.’

‘Bovendien legateerde hij en schonk louter als aalmoes aan Nicolaus en Hector, kinderen van voornoemde Maria, zijn dienstmaagd, al zijn boeken en kleren, gelijkelijk te verdelen.’

Het aanhouden van zo’n groot huis als alleenstaande moeder met twee kinderen valt niet mee. In 1543 verkocht onze Maria Tuetelers haar huis aan Reijnart Spreuwart, gehuwd met Maria van Buel. Een aardig detail, het huis de Torentjes wordt momenteel bewoond door André Rieu en zijn familie.

Roofmoord op kanunnik Arnoldus Tuteler

imageOp 23 juni 1570 werd ene Arnoldus Tutelers benoemd tot kanunnik[6] van het kapittel Onze Lieve Vrouw van Maastricht. Het kerkelijke leven raakte in zijn eerstvolgende jaren als kanunnik ontredderd door het oorlogsgeweld tussen de koning van Spanje en zijn opstandige onderdanen in de Nederlanden. Ook het kapittel van Onze Lieve Vrouw ondervond hiervan de nadelen. Uit angst voor de Staatse troepen van Willem van Oranje zochten de kanunniken hun toevlucht naar de ‘neutrale’ stad Luik. Eind 1578 waren nog slechts zes kanunniken in Maastricht aanwezig: Ulrich van Scharn (vice-deken), Jacob Jamsin (cantor[7]), Koenraad van Gaveren, Peter Georgii, Gerard van Meer en Aerdt Tuteler. Zij beschuldigden hun uitgeweken confraters van lafheid. Bij een algehele uittocht van de kanunniken zou de Onze Lieve Vrouwekerk immers reeds lang getransformeerd zijn tot ´geussen tempel´ en ´gansselijcken geruineert´ zijn, Arnoldus Tuteler kende blijkbaar geen angst. Dit gold zeker wel voor proost Arnold III van Merode, die veilig in Luik verbleef en zijn riante woning ter beschikking stelde als bewaarplaats voor de kostbaarheden van het kapittel. Na de verovering van de stad Maastricht door de Spanjaarden onder bevel van Parma in 1579 kwam er een ‘onzekere’ vrede, waarbij ook het kerkelijk leven zich voorzichtig herstelde.

imageInterficitur a grassatoribus dominus Arnoldus Tuteler 17 Julii 1586’: Roofmoord door een nachtelijke onverlaat op de heer Arnoldus Tuteler[8] 17 juli 1586. Een eenvoudige mededeling voor een verschrikkelijk voorval, een bewijs temeer dat vreedzame levens-omstandigheden nog niet waren gerealiseerd. Verdere details ontbreken helaas in het archief van het kapittel Onze Lieve Vrouw.

Ook economisch was er sprake van een malaise, die overigens ook proost Arnold III trof, van 1578 tot 1585 ontving hij niet zijn jaarlijkse inkomen van vijftig gulden van het kapittel . Maar hij zat blijkbaar goed in de slappe was, zoals bleek bij de openbare verkoop van het claustrale[9] huis van Arnold Tuteler in 1586. Proost Arnold III was de hoogstbiedende van het huis met een tuin, waarin vroeger de bakkerij van het kapittel was. Waarschijnlijk lag het huis ergens tussen de Stokstraat en de stadsmuur, zie voorgaande plattegrond. De proost zal het waarschijnlijk gebruikt hebben als een onderkomen, bij zijn bezoeken aan Maastricht.

De familie Tueteler in Maastricht

Het eerste gegeven dat we kunnen lezen uit de parochie-registers van Maastricht dateert uit 1584. Arnoldus Tuetelers en Catharina NN laten in de Sint Catharinakerk[10] Maastricht de volgende kinderen dopen:

  1. Barbara, ged.13.05.1584 (get. Joannes Aelbers, Ge.Tuetelers)
  2. Ida, ged.27.05.1586 (get. Johannes Bruels, Aleyd op den Poel)

Verder nog een paar ‘losse’ details:

  • Joannes Tuetelers trouwt 01.02.1587 Nicolaasparochie[11] met Maria Symens (get.Arnoldus Daems, ??)
  • Anna Tutelers trouwt 04.05.1600 Catharinaparochie met Joannes Koeten (get.Lambertus Offermans, Lambertus Tutelers, Martinus Tutelers)
  • Margarite Tuteleers, ovl.07.01.1618 Jacobparochie
  • Margarita Tutelers, ovl.02.06.1633 Nicolaasparochie, obiit peste (aan de pest overleden)
  • Maria Tutelers trouwt 01.02.1678 Catharinaparochie met Matthias Jentis (get.Joannes Tossanus Cousin, Catharina Jentis); weduwe Maria is ovl.17.12.1720 (in de Nicolaaskerk begr.)
  • Deodatus Tutelaire, uit de St.Thomasparochie Luik, trouwt 11.04.1741 in de Jacobkerk met Maria Josepha Dorothea Lahaye.

imageOp 22 juni 1606 trouwt ene Lemmen Tuetelers met Margaretha van Daelem in de Sint Nicolaaskerk. Hij was meester van het looiersambacht en zijn oudste zoon Mathis ontvangt 10 september 1635 het ambacht uit handen van zijn vader[12]:

‘Op huijden den 10 7bris Anno1635 meijsteren Gerit van Daelem, Peter Perkens moo(lenersteren), Jan Roesen heeft Mathis Tuetelars soene van Lambrecht Tuetelars ons Ambacht ondtffangen ende den Behoerlicken Eydt gedaen ende alle gerechticheydt betaldt den vinner is betaeldt Jan Rose, gemal.’

Vele Teutelers beoefenden het ambacht van leerlooier zoals blijkt uit de lijst hieronder van 16 september 1610. We lezen de namen van Aert, Merten, Ida, tweemaal Dirick en Vaes Teutelers.

Mathis, de zoon van eerdergenoemde Lemmen, was getrouwd met Gertrudis en overleden 9 juni 1654. Hij wordt begraven in de Sint Nicolaaskerk, zijn zoon Lambertus trouwt 27 januari 1674 met Joanna Canisius (de Hont). Zij krijgen zes kinderen waaronder twee zoons Mathias en Lambert. Het is niet bekend of zij getrouwd zijn en eventueel stamhouders in de mannelijke lijn hebben voortgebracht. Alweer loopt een spoor dood van de familie Tueteler, nu in Maastricht . . . . .

image

Inkijk in de Grote Looierstraat van Maastricht. In de kelders van diverse panden aan de Kleine en de Grote Looiersstraat bevinden zich nog grote rechthoekige bakken, waarin de huiden gelooid werden.

De volledige stamboom

07.100 Tueteler, Lambertus; Geboren ca.1580; Lambrecht of Lemmen was meester van het looiersambacht in Maastricht, zijn zoon Mathis ontvangt 10.09.1635 het ambacht van z’n vader. Zie RAL – Maastrichtse ambachten en ambachtsbeurzen (VII – 210 – blz.48 en 203). Hij trouwde 22.06.1606 (get.Barbara Tuteleers, zijn moeder en Matthias van Daelhem, haar vader) in de St.Nicolaaskerk van Maastricht met Margaretha van Daelem, acht kinderen werden in Maastricht geboren:

  1. Barbara (08.100), geb.25.01.1608 (get.Matthi Daelem, Barbara Tuteleers).
  2. Matthias (08.101), geb.14.01.1609 (get.Mart.v.Geerdingen, Marg.v.Daelem). Hij overleed 09.06.1654 te Maastricht en is in de kerk begraven.
  3. Barbara (08.102), geb.15.03.1612 (get.Egid.v.Geerdinghe, Cath.v.Geerdinghe).
  4. Helweg (Helvigis, Helena 08.103), geb.12.12.1613 (get.Ant.Clootz, Elis.Wijnantz). Zij trouwde 23.11.1652 Martinusparochie in Maastricht met weduwnaar Cornelis Jeckermans (+ vóór 1689, eerder getrouwd met Maria van Valkenborg), ze overleed 06.12.1690 in Maastricht en is in de Martinuskerk begraven. Cornelis Jeckermans was bakker te Maastricht en verhuurde ‘de IJseren Hant’ te Wijck.
  5. Maria (08.104), geb.29.04.1615 (get.Godefr.Smitsmans, Cath.v.Tongeren) en overleden 04.10.1691(in de Nicolaaskerk begr.).
  6. Servatius (08.105), geb.25.05.1617 (get.Joh. en Hel.v.Daelem).
  7. Henricus (08.106), geb.17.04.1619 (get.Arn.Daemen, Elis.v.Daelem).
  8. Lambert (08.107), geb.19.10.1621 (get.Joh.Tuneers, Agnes Meys), overleden 16.06.1673.

08.101 Tueteler, Matthias (z.v. 07.100); Geboren in Maastricht 14.01.1609, aldaar overleden 09.06.1654 en begraven in de St.Nicolaaskerk. Matthias was looier ven beroep, trouwde met Gertrud NN en de volgende vijf kinderen geboren (alle vermelde data vinden in Maastricht plaats):

  1. Lambertus (09.100), geboren 19.11.1649 (get.Ger.v.Daelem, Helena Tuetelers), overleden 09.08.1686. Hij trouwde 27.01.1674 met Joanne de Hont (Canisius).
  2. Agnes (09.101), geboren 17.10.1650 (get.Joh.Vickers per Joh.Scrijvers, Barbara Tonna).
  3. Margarita (09.102), geboren 05.03.1652 (get.Petrus Peerkens, Cath.Stummels per Cath.Tuetelers), overleden 21.03.1700 (in de Nicolaaskerk begr.). Zij trouwde tweemaal, 1ste keer 18.10.1679 met Arnoldus Sauvenier en de 2de keer 10.04.1684 met Tilmannus van Geleen.
  4. Adam (09.103), geboren 07.05.1653 (get.Lamb.Tuetelers noe Ad.Stummels, Helena Tuetelers).
  5. Helena (09.104), geboren 12.05.1654 (get.Lamb.Tuetelers, Barbara Tonnart).

09.100 Tueteler, Lambertus (z.v. 08.101); Geboren 19.11.1649, overleden 09.08.1686 (in de kerk begr.). Hij trouwt 27.01.1674 in de St.Nicolaaskerk van Maastricht met Joanna de Hont (Canisius), zij overlijdt 30.01.1674 in Maastricht. Ze krijgen zes kinderen, beginnend met een tweeling (alle vermelde data vinden in Maastricht plaats):

  1. (Anna) Maria (10.100), geboren 19.09.1674 (get.Petrus Defraine, Margaretha Tuetelers), overleden 19.12.1746. Zij trouwt 12.10.1698 met Joannes Surnimon (Surnemont + vóór 1746).
  2. en Gertrud (10.101), eveneens geboren 19.09.1674 (get.Jois Renaer, Barbara v.Daelem), overleden 28.12.1744 (in templo recollect).
  3. Mathias (10.102), geboren 28.07.1676 (get.Henricus Partoons, Cornelia Comans).
  4. Joanna (10.103), geboren 10.06.1678 (get.Matthi v.Daelem, Ma.Roosen noe Elisabeth C.). Zij trouwt 13.01.1715 in de St.Catharina-kerk met Philippus Karis.
  5. Lambert (10.104), geboren 28.11.1679 (get.Matthi Roosen noe Godefr.v.d.Eycken, Cornelia Jeckermans).
  6. Anna Margarita (10.105), geboren 09.03.1686 (get.Tilm.v.Geleen, Digna v.d.Broock), overleden 28.02.1766 (in de Nicolaaskerk begr.). Zij trouwt 07.10.1717 met Alexander Frère (+ vóór 1766).

[1] Een daker is een pak met een tiental huiden (lat. Decuria); een last huiden werd vaak gelijkgesteld aan 20 dakeren.

[2] Vlijtingen, ligt westelijk van Maastricht

[3] Ligt hier de relatie naar Lieven Tuetelaer, suikerbakker in La Rochelle??

[4] De Navorscher 1935 - Gichtregister Brabant 23 Juni 1533 fol. 220vo; 13. fol. 25-lvo;

[5] Pater Dr. Th.P. van Zijl S.V.D. (1919-1996 Teteringen)

[6] Kanunnik is een titel die aan bepaalde geestelijken wordt verleend binnen enkele christelijke kerkgemeenschappen. Het is een katholieke geestelijke, verbonden aan een kapittel, waarbij hij vaak een bestuurlijke taak vervult.

[7] Een cantor (van het Latijn cantare = zingen) is een zanger, voorzanger of de leider van de zang in kerken.

[8] Zie ook: Publications Vol.131-1995; blz.90,91.

[9] Aan of in de nabijheid van het klooster

[10] Op de Houtmarkt, net buiten de oude omwalling

[11] In het centrum van Maastricht waren er drie parochies: de parochie van St. Jan, Nicolaas en Matthias. Zoals de St. Jan de parochiekerk bij de Servaas was, was de Nicolaaskerk de parochiekerk bij de O.L.V. basiliek.

[12] RHCL Maastrichtse Ambachten en Ambachtsbeurzen VII-210; blz.203

dinsdag 16 december 2014

Familie Tuteleers in Tienen

Drie dingen kunnen niet lang verborgen blijven: de zon, de maan en de waarheid[1]. Soms staan ze lijnrecht tegenover elkaar, jullie zullen het zo meteen lezen! Opnieuw wordt een tipje van de stamboom van mijn familie gelicht.clip_image002

Tussen 1491 en 1699 komt onze familienaam in flarden voor in het Belgische Tienen. Helaas is er niet zoveel van te terug te vinden. Een verklaring hiervoor is echter snel gevonden. Gedurende deze twee eeuwen schakelen de oorlogen, rampen en plunderingen in Tienen zich aaneen[2]. Het is helaas niet gelukt de relatie naar de familiestammen van Gingelom of Luik te leggen. Ook verder nageslacht is niet te achterhalen. Maar dat neemt niet weg dat we kort aandacht schenken aan een vergeten en mogelijk uitgestorven tak van de familie Tuetelere, Tutelere, Tuteleers.

Tienen is een plaats en stad in de Belgische provincie Vlaams-Brabant, in het noorden van het Haspengouws Plateau. De stad telt ruim 33.000 inwoners en ligt op een hoogte van 40 meter. Tienen ligt ergens op de lijn Maastricht – Brussel, zo’n 20 kilometer ten westen van Sint-Truiden. Oude sporen tonen aan dat het gebied reeds bewoond was in de Romeinse periode. In de 8ste eeuw was er sprake van de villa of vroege nederzetting Thuinas. In de vroege middeleeuwen zou er een kapel zijn opgericht ter ere van Sint-Martinus. De Sint-Martinuskerk was de oudste parochiekerk van de stad, maar deze kerk verdween aan het begin van de 19de eeuw. Tienen maakte deel uit van het graafschap Bruningerode, dat vanaf de tiende eeuw behoorde tot het Prinsbisdom Luik. In de elfde eeuw ging Thuinas naar het Graafschap Leuven. De stad werd omwald en ommuurd, al bleef dit aanvankelijk beperkt tot een muur en gracht rond de Sint-Germanusheuvel.

Tienen had een belangrijke plaats op de west-oostelijke handelsroute, ontwikkelde een bloeiend handels- en ambachtswezen en de stad verwierf diverse stadsrechten. De stad kende vanaf de twaalfde en dertiende eeuw een belangrijke lakennijverheid. Deze nijverheid kende haar hoogtepunt in de veertiende eeuw en verwierf internationale bekendheid. Tegen het eind van de vijftiende eeuw liep dit terug. In de zomer van 1635 werd de stad ingenomen, geplunderd en afgebrand door een gecombineerd Frans-Hollands leger. Voor de familie Tuteleers was blijkbaar de maat vol.

De achterhaalde feiten

Liebrecht Tuteleers (1491-1509), waarschijnlijk getrouwd met Marije Thoenis. Hij wordt genoemd als eigenaar / bewoner van achtereenvolgend op den Dries (Lakenhuis – Grote Markt), brouwerij / herberg de Zon, boerderij de Drie Schoepen[3] (Gasthuismolenstraat 33) tegenover het Oude Gasthuis en brouwerij / herberg de Maan. De Maan lag heel toepasselijk recht tegenover de Zon, tussen Berchstrate ende Langstrate (hoek Beauduinstraat / Kapucijnenplein). In 1533 worden de erven Liebrecht Tuteleers genoemd van het tweede huis naast de Heilige Geestkapel op de Bocxstrate (Lombardclip_image004straat).

Otto Tuteleers (1492-1533); wordt in 1492 genoemd in het Cijnsboek Rekeningen Claes Aussens clerck Jans van Lathem rentmeester van de hertog van Brabant onder het bewind van Tienen 1491-1498[4]:

  • in langa platea, Otto Tutelere 6 d. (huidige Beauduinstraat)
  • in vico beginaire supra molendinu brasii, Otto Tutelere 10 d. (begijnen boven de Molenbeek)
  • vanden tonnien van Thienen, Otto Tutelere drie oude groten.
  • Hakendover 1492: Otto Tutelere 3 cap. (5km oostelijk van Tienen)
  • vanden tonnien van Hakendover, Otto Tutelere drie oude groten.

Verder wordt hij samen met Liebrecht genoemd als eigenaar van boerderij de Drie Schoepen. Is Liebrecht zijn broer of vader? In 1500 genoemd bij brouwerij de Zon en tenslotte in 1533 op Molenstrate (Gasthuismolenstraat)

clip_image006Ghijsbrecht Tuteleers (1492-1538); in 1492 genoemd op den Dries (Lakenhuis), in 1533 als eigenaar van een huis en hof op de Molenstrate (Gasthuismolenstraat). Ghijsbrecht was de broer van

Marie Tuteleers (1533-1538); genoemd als eigenaresse van de cleyne Maan. Bij het begin van de zestiende eeuw was het huis op de hoek eigendom van Jan Grammartz, die getrouwd was met Marie Tuteleers. Na Jans dood komt zijn weduwe voor, soms genoemd Mayken in die Mane. Zij had een broer,

clip_image008Ghijsbrecht Tuteleers; Marie was om een legaat van haar broer jaarlijks aan het gemeen jaargetijde een halster koren schuldig. Marie stierf rond 1538, zodat haar erfgenamen van dan af als de bezitters van die Mane voorkomen. In 1533 wordt Marie ook genoemd bij een huis, hof en toebehoren de Groeve (Aandoren in Grimde, nu ligt daar de suikerfabriek). Tenslotte wordt Marie Tuteleers genoemd bij het huis met toebehoren ‘de Fellen Hort’ op de Langstrate (nu Hennemarkt 21). Dit huis lag naast ‘de Pelgrim’ (Hennemarkt 19) en ‘de Lelie’ (Hennemarkt 17).

Jan Tuteleers (1509-1550); woont na 1509 op de Langstrate, en in 1550 tussen Lauwereis Scellens en Jan van Vlietinghe.

Willem Tuteleers; In 1586 was Peter van Ottenburch de bezitter van een huis geheten het Rat van aventueren, grenzend aan de Varkensmarkt, Mathys Vranckaerts en Willem Tuteleers. Enkele jaren later bezat Willem Tuteleers (en na hem Henrick van Gelmen en daarna Jan de Rees Janssone) een huis op de Truiersestraat, grenzend aan ‘den wech achter op de vloetgracht en s'heeren straete’ (naast het Rad van Avonturen).

Franscen Tutelers wordt in 1635 genoemd op de Langstrate (Beauduinstraat 34).

In de DTB[5]-boeken van de Sint Germanuskerk vinden we verder nog volgende aantekeningen:

Joannes Tuteleers en Margareta Foulen (Foelen); woonde waarschijnlijk op de Loevenere strate (Leuvensestraat?), er zijn twee kinderen bekend:

  1. Maria, ged.26.03.1619 (get.Georgius Kindermans, Gertrude Hendrix filia pensionarij Houthem)
  2. Anna, ged.22.02.1623 (get.Joannes Raijmaeckers, Anna Peter Beijners)

Henricus Tuteleers en Cornelia Hué (Heuwe, Huwe, Halemans)

  1. Henricus, ged.27.01.1620 (get.Abraham Heuwe, Gertrude Ceuleers)
  2. Maria, ged.07.07.1622 (get.Godefridus Hue, Agnete Tuteleers)
  3. Michaël, ged.09.03.1625 (get.Michael Somers, Magdalena Meeurs)
  4. Elisabeth, ged.16.02.1628 (get.Anthonius van Houwe, Gertrude Huwe)

Henricus Teuteleers en Anna van Bempde (van de Bempt)

  1. Catharina, ged.06.02.1633 (get.Dionisius Spaens, Anna Teutelers)
  2. Elisabeth, ged.27.12.1635 (get.Thomas Kallier, Maria van Wange)

Arnoldus Tutelers en Christina Peetermans

  1. Elisabeth, ged.22.04.1638 (get.Joannes Petermans, Anna van Eijsfort cum Christina Viccars)

Uit de archieven

26.12.1533 – Tienen ; Cijnsboek van Anthoenis de Hertoghe 1533; Dits den tsgijns [= Dit is de cijns] van heeren Anthoenis de hertoghe wijlen mijns heeren van Houthem van h. tot thienen verschijnende jaerlicx Sint Steuens daghe [= 26 december], vernieudt [= vernieuwd] jnt jare ons heeren xv c xxxiij tich [= 1533].

De Molenstrate [= nu Gasthuismolenstraat]

18. Margriete van Mensele te voeren Ghysbrecht Tutelers van eenen huyse ende houe daer Ramen [= raam waarop lakens werden gespannen] plaghen te staen dat wouter vanden broeck van ast [= gehucht in Goetsenhoven] was Rgt. die bogaerden [= de paters bogaarden] op deen syde ter stadt wert ende peeter alkeyns - ij cap iij d.

19. De bogaerden van thienen van eenen hoefken dat een beempdeken plach te zyne Rgt. magriet van mensele, peeter alkeyns geruen ende die bogaerden voerschreuen - ij d.

20. Wouter alkeys alias kisten van eenen houe dat twee houen plach te zyne Rgt. OtteTuteleers schuere, die bogaerden van thienen van achter ende goert manden op de derde - ij cap iij d ende ij tornoysen [= oude groten, zilveren munt geslagen in Tours, gelijk aan 17 penning].

Bocxstrate [= nu Lombardstraat]

21. Wouter thoenis van synder woeninghen metten houe ende ander toebehoerten geleghen opten hoeck vander molenstrate ende bocxstrate Rgt. de geruen Librechs Tuteleers - ij cap vj d. (nu Marije Thoenijes zyne huesvroue).

22. Jan Auwers van eenen huysken teeghen tsheylichs gheest capell [= verdwenen kapel op de hoek Kapucijnenplein en Langestraat, later drogisterij Vandecan, nr. 46] ouer, Rgt. Liebrechs Tuteleers, Michiel bonten ende die straete - eenen hellinc [= uit halveling, dit is een obool of 1/2 penning] pay.

Te haechdoren jnde groeue [Haechdoren = Aandoren in Grimde; de Groeve is een verdwenen straat waarop de Suikerfabriek werd gebouwd].

26. Marie Tuteleers op eenen huys ende hoff metter toebehoerten gheleghen buyten der middele vander haechdoren poerten ontrent den middel vander groeuen achter teeghen die witte vrouwen ouer Rgt. Joncfrouwe Marie Lansheeren op deen zyde te velde wert ende henrick waghemans op dander zyde ter stadt werdt - j cap iij d.

Inde stadt ende langstrate [Langstraat = nu Beauduinstraat]

37. Marie Tuteleers te voren Jan Ghysels van eenen huyse metter toebehoerten de [= dat] huybrecht palsters was geheeten den fellen hort [later genoemd de Kolf, Hennemarkt 21] Rgt. die pelgherym nv geheyten drye bonetten [= Pelgrim, later Drie Bonetten = Hennemarkt 19] ende dye lelie vuyt beyden zyden [= Lelie, Hennemarkt 17]. - j cap ij d.

1491-1492 (068) - Tienen-Dormaal-Hakendover – Cijnsboek; Rekeningen Claes Aussens clerck Jans van Lathem rentmeester van de hertog van Brabant onder het bewind van Tienen 1491-1498.

  • Tienen 1491: supra Triscum, Liebrecht Tutelere 12 d. 2 cap.
  • Cijns van Dormaal anno 1492: Gijsbrecht Tutelere 2 d.
  • Tienen 1492: supra Triscum, Liebrecht Tutelere 12 d. 2 cap.
  • in langa platea, Otto Tutelere 6 d.
  • in vico beginaire supra molendinu brasii, Otto Tutelere 10 d.
  • vanden tonnien van Thienen, Otto Tutelere drie oude groten.
  • Hakendover 1492: Otto Tutelere 3 cap.
  • vanden tonnien van Hakendover, Otto Tutelere drie oude groten.

Rijksarchief te Brussel, rekenkamer nr.50887. Met molendinu brassii wordt molenbeek bedoeld.

24.04.1627 (389) – Tienen - Geboorte van Jean-Michel, zoon van Michael Tuteleers en Fran­cisca N. Rijksarchief te Brussel, microfilm EL 512.

(1633) (418) – Tienen - Folio 16 bijgeschreven: erffgenaemen Christiaen Peeters nu Jan Tuteleers; Jan Dries te voeren Peeter Maerschalcx Margriet Delva ende Jaspar Dries, van eenen opstal voor sijn huys inde Loevenere s­traete regenoten Gijsbrecht Hombex ter eenre de gerven Herman Toelen ter andere ende die Bolseelstraet ter derde. Rijksarchief te Brussel. Rekenkamer nr.44815 cijnsboek der stad Tienen, ver­nieuwd in 1616.

22.06.1647 (515) – Tienen - Vermelding van het overlijden van Anna Tuteleers. Parochieregisters van Tienen. Microfilm EL 512.

08.10.1647 (517) – Tienen - Vermelding van het overlijden van Agnes Tuteleers. Parochieregisters van Tienen. Microfilm EL 512.

16.01.1649 (522) – Tienen - Huwelijk van Johannes Tuteleers met Anne Binon. Hij werd gebo­ren te Kersbeek op 13 september 1628, als zoon van Gijsbrecht Tute­laers (sic) en Anna Volaerts. Peter en meter zijn Andreas Claes en Helena van Espen. Van dit huwelijk is geen nageslacht bekend. Parochieregisters Tienen. Rijksarchief te Brussel, microfilm EL513.

30.11.1652 (536) – Tienen - Huwelijk van Gertrudis Tutelers met Servaes Servatius. Zij sterft te Tienen op 19 april 1657. Rijksarchief te Brussel. Parochieregisters van Tienen, micro­film EL513.

08.02.1672 (633) – Tienen - Sepulta est Anna Tuteleers prope bogardos fuit funus 10 flor. presentibus omnibis cappelanis et religiosis, recepti 10 flor solvi. Parochieregisters van Tienen.

01.01.1699 (688) – Tienen - Overlijden van Michael Tuteleers 'in camerio fûnere' 6 flo­rens. Hij werd geboren te Kersbeek op 28 december 1629 als zoon van Gijsbrecht Tuteleers en Anna Volaerts. Hij was getrouwd met Maria Loix. We lezen: au déces de Michel Tuteleers, le bien 'den Borneusel' resta quelque temps en indivision, pour échoir ensuite a son fils ainé Jean François Tuteleers, auquel succeda le fils de ce dernier Godfroid Tuteleers, selon partage du 17 mars 1760. De Borneusel bleef enige tijd onverdeeld, ging vervolgens naar de zoon Joannes Franciscus, daarna aan diens zoon Godfried, volgens verdeling 17.03.1760. Rijksarchief te Brussel. Parochieregisters Tienen. Histoire de Kersbeek door Clément van Cauwenberghs.

Voor meer detailinformatie is een bezoek aan onderstaande website een aanrader: Toponymie van gemeenten in Oost-Brabant; http://www.kempeneers.org/. Dr.fil.Paul Kempeneers is een geschiedkundige autoriteit in zijn regio.


[1] Siddharta Gautama Boeddha

[2]Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Tienen

[3] Met schoep wordt hier bedoeld schop, spade

[4] Rijksarchief te Brussel, rekenkamer nr.50887

[5] Doop-, Trouw- en Begraafboeken

maandag 1 december 2014

Werptraining voor 65-plussers

imageTe vaak moet ik aan mijn omgeving uitleggen waarom ik nog steeds ‘aan atletiek doe’ en zo nodig ook nog eens aan wedstrijden moet deelnemen. Mijn steevaste antwoord is simpelweg omdat ik nog zo graag sport en omdat ik dat nodig vind voor mijn gezondheid. ‘Ja, maar ‘n kwartiertje fietsen of wandelen is toch ook goed’, krijg je dan te horen. Op zo’n moment haak ik meestal vriendelijk glimlachend af, vandaar dat ik jullie een korte inkijk gun in mijn sportieve doen en laten.

Mijn grootste hobby is atletiek en dat doe ik al 57 jaren onafgebroken. Mijn omgeving denkt, geloof ik, dat het een verslaving is, maar voor mij is het simpelweg een leefgewoonte. Je lijf in conditie houden en je regelmatig in een wedstrijdje meten met lopen, springen of werpen. Helaas door de haperende fysiek beperkt zich dat de laatste jaren tot werpen, maar het heeft mijn enthousiasme niet kunnen temperen. Ik probeer drie keer per week ’n uur te trainen en neem daarnaast aan ca.30 wedstrijden per jaar deel. Sommige collega leeftijdsgenoten zullen het nooit toegeven en blijven vechten tegen de bierkaai. Maar als 65-plusser gaan je prestaties (de geworpen afstanden) toch echt gestaag achteruit. Je moet dat objectief constateren, en daarbij ook eens om je heen kijken. Ook je leeftijdgenoten blijken datzelfde lot beschoren. Maar goed dat de atletiek haar ouderen indeelt in leeftijdsgroepen van vijf jaar, dan kun je je blijven meten op je eigen niveau. Maar het constateren van het feit betekent niet het je daarbij neerleggen, en zeker niet stoppen! Natuurlijk niet, sporten is gezond, houdt ons fit, zeker ook op hogere leeftijd, maar doe dat wel aangepast en verstandig. Luister goed naar je eigen lijf, en

  • Surf eens op internet, er zijn legio websites over ‘sporten voor ouderen’.image
  • Wissel ervaringen uit met je leeftijdgenoten.
  • Praat eens met een goeie fysiotherapeut.

Voor mij persoonlijk zorgt de werpschijf van vijf voor de nodige balans. Niets wetenschappelijks aan, heel simpel:

  1. Basisconditie
  2. Voeding / Roken / Alcohol
  3. Krachttraining
  4. Veldtraining / Wedstrijden
  5. Statistiek

Ad1. Omdat ik door sterke artrose in mijn linkerknie niet meer kan hardlopen, wordt mijn basisconditie op peil gehouden door wandelen en fietsen. Natuurlijk mis ik die duurloopjes, tempolopen en sprinttrainingen. Maar je kunt datzelfde gevoel redelijk benaderen door regelmatig langer dan een uur/dag te wandelen of te fietsen. Is het slecht weer dan stap ik op de hometrainer. Belangrijkste doelstelling is naast de laagdrempelige duurtraining het soepel en vitaal blijven.

imageAd2. Voeding is ontzettend belangrijk, maar daar hoef je ook al niet te moeilijk over doen, discipline volstaat meestal. Niet roken, alcohol tot een minimum beperken en niet te vet eten. Elk jaar een check-up laten doen bij de huisarts en dan ook om advies vragen hoe je (nog) gezonder kunt eten. ’s Morgens twee sneetjes bruinbrood, ‘s middags warm eten, een/twee stuks fruit en ‘s avonds drie sneetjes bruin brood. We eten hoofdzakelijk verse groenten en fruit, weinig vlees, zo min mogelijk suiker en bakken in olie. Om daarnaast de cholestorol laag te houden elke dag een Pro-Activ-je en een knoflooktablet. Voor mijn artrose in de knie gebruik ik dagelijks Glucosamine (en een brace met sporten).

imageAd3. Krachttraining doe ik 2 keer per week en omhelst bankdrukken, vlinderen, wat hengsten met dumbells, gecombineerd met buikspieroefeningen en lenigheid. Bankdrukken max.70kg zomerseizoen en max.90kg winterseizoen. Hierbij ook niet te moeilijk doen, minder gewicht hoge frequenties, hoger gewicht lagere frequenties en wisselende schemaatjes. Vlinderen doe ik met een elastisch koord door twee lussen aan de muur. Zwaarte kun je aanpassen door verder van de muur af te gaan staan. Krachttraining voor ouderen wordt te vaak onderschat en wat denigrerend beoordeeld. Je spiermassa en spierkracht neemt gestaag af zonder krachttraining. Verantwoorde krachttraining met niet te zware gewichten en de juiste intensiteit kan tot op hoge leeftijd zelfs nog zorgen voor opbouw. Maar daarnaast geeft het mij ook nog eens veel plezier, je voelt je sterker, geeft je meer evenwicht en onderhoudt de peesaanhechtingen.

imageAd4. Minimaal één keer per week doe ik veldtraining, meestal op een eigen veldje in-de-buurt. Geen hoge eisen stellen, de verharde weg als cirkel / aanloop gebruiken en zorgen dat je niemand tot last bent. Minimaal 8 pogingen per werponderdeel (kogelslingeren, kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen en gewichtwerpen). Soms doe ik een extra veldtraining, maar dan op twee onderdelen, om meer aan techniek te werken. Omdat ik beperkt ben vanwege mijn knie, wordt de techniek hierop zorgvuldig aangepast. Het blijkt geen overbodige luxe om ‘op-een-papiertje’ de kritische aandachtspunten op te schrijven en die bij training en wedstrijden af en toe in te kijken.

Ad5. Minimaal elke maand doe ik een oefen-vijfkampje. Simpelweg de laatste drie van de acht gebruikelijke pogingen wat serieuzer uitvoeren en de verste afstand noteren. Die komen terecht in een statistiek, waarin ik mijn prestatieniveau nauwgezet volg. Hiermee analyseer ik mijn eigen trend en zet ik die af ten opzichte van de medaillelimieten voor Europese kampioenschappen. Hoe ouder je wordt, des te groter wordt de spreiding in je prestaties. Het statistisch volgen leert je hiermee omgaan, lage en hoge uitschieters kun je beter relativeren. En zolang je (hopelijk) langzaam dalende trend meeloopt met Europese limieten is er niets aan de hand. Je ligt op schema! Harder trainen levert nooit het gewenste effect! Op je eigen niveau blijven trainen, en blijven schaven aan je techniek! Plezier (en succes) verzekerd! In de onderstaande tabel staan onder 2015 mijn verwachte prestaties voor het komende jaar. En in groen staan onder trainings-nivo de mik-afstanden waar de oranje toeters staan met de veldtraining!! Behalve natuurlijk bij werpvijfkamp, dat is een puntentotaal over de vijf onderdelen, die achteraf berekend wordt.image

Tenslotte

Als ervaren atleet heb je echt geen (personal) trainer meer nodig. Jij weet wat je nog kunt en hij/zij weet niet wat je niet meer kunt. Ik train af en toe samen met een paar goede sportmaten, die me altijd die ene juiste aanwijzing geven. Ze kennen mij immers door en door. Ik weet wat ik aan ze heb, zij weten dat ik niet meer zo nodig verder moet gooien maar gewoon plezier wil blijven houden.

Tussen de tweede zaterdag van april (Borken-Duitsland) en de laatste zaterdag van oktober (Zutphen) bezoeken we zo’n 30 werpwedstrijden. Je ontmoet diezelfde groep meer-of-minder fanatieke werpers, en tijdens en na de wedstrijd is het altijd gezellig. Het minst leuke zijn de ellenlange verhalen met excuses die je vaak moet aanhoren, om hun afnemende werpafstanden te verklaren. Nergens voor nodig, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje, maar ja . . Vervelend zijn soms de kritische opmerkingen over je (aangepaste) techniek en de (onmogelijke) dingen die je zo nodig moet veranderen. Niets van aantrekken, lukt toch niet meer, maar ja . . .

Samen met mijn sportmaten promoten we verder het werpen in onze regio waar mogelijk is en ‘scouten’ we de vaak tussen de lopers verborgen talenten. En met enige verholen trots boeken we hier redelijke successen mee. Ten bewijze worden hiervan ook statistieken bijgehouden, maar niet iedereen is doordrongen van ‘meten is weten’.

Sporten op hogere leeftijd is broodnodig om langer fit te blijven. Atletiek, met name die machtige werpnummers, geeft mij ook nog eens die kick, die het leven van een gepensioneerde nog aangenamer maakt.

Dus niet meer vragen, laat mij nog maar schuiven . . . .

dinsdag 18 november 2014

De Watermeule van Holt-Blierick

 

clip_image002

Met de fiets van Blerick naar Baarlo is natuurlijk het fijnste langs de Maas. Net buiten het Meuleveld zeilen we bergaf de Romeinenweg. Wel effe opletten, want onderaan is een vervelende slinger over het bruggetje. Rechts zien we dan de oude Watermeule van Holt-Blierick liggen. We stappen even van de fiets en kijken samen terug in de tijd. Een stukje historie en een paar foto’s van ‘vruueger en noow’.

De exacte ouderdom van de voormalige monumentale watermolen aan de Hout-Blerickse Molenkampweg 3 is niet bekend, maar in een overeenkomst uit 1443 is er al sprake van een watermolen op deze plek. De molen heeft waarschijnlijk eerst toebehoord aan de heren van Kessel en ging later over naar het Venlose klooster Mariaweide. De molen was een bovenslagmolen, die zijn activiteiten verrichtte op de kracht van het water van de Springbeek. Het beekwater werd opgespaard in een vijver, die door een sluiswerk kon worden gesloten totdat een voldoende hoog waterpeil was bereikt.

De Watermeule ligt op de Springbeek, aan de landzijde was het gebouw laag, aan de beekzijde hoog met een verval van vier meter. Het gebouw was voorzien van een schilddak met pannen. Aan de voorzijde twee dakkapellen, waarvan een met luiwerk om de zakken op de graanzolder te hijsen. Boven het waterrad was een lessenaarsdak. De lage zijde rustte op een landhoofd, de hoge zijde sloot aan bij het dak van de molen. Hierdoor ontstond een harmonisch geheel, zoals te zien is op bijgaande krantenfoto links uit 1955. Twee koppels stenen maalden het graan, terwijl er tevens een kollergang op de molen stond voor het persen van olie uit koolzaad.

clip_image004

In het midden van de negentiende eeuw had de Watermeule twee maalsluizen met elk een bovenslagrad. De molen lag op de linkeroever en vlak langs de muur draaide het eerste rad voor de korenmolen met een middellijn van 3,24m en een breedte 1,35m. Daarnaast bevond zich een vaste losschuif, die alleen bij calamiteiten werd geopend. Daarnaast het tweede rad voor de oliemolen met een middellijn van 2,84m en een breedte van 1,19m. De watermolen werd in 1940 stilgelegd. De molen had twee koppels 17er maalstenen (1,50m doorsnede), een koppel blauwe Duitse stenen voor het malen van boekweit en tarwe. En een koppel kunststenen voor het malen van bakrogge en voergraan. Vanaf 1935 installeerde Frans van de Hombergh in het pal tegenover de watermolen gelegen woonhuis een inrichting, bestaande uit een maalstoel met een Deutz-dieselmotor, een mengmachine en een graanreiniger. De molen diende verder als opslag. Na een verwoestende brand in 1976, werd het gebouw gerestaureerd en voorzien van een extra verdieping.

clip_image006

In WatWasWaar (zie boven) vinden we dat begin 19-de eeuw de Watermeule eigendom was van Donathe van Meijel c.s.. Hij was ook eigenaar van de standaardmolen St.Annakamp in Blerick. Via vererving en koop gingen beide over naar de broers (zoons) Hendrik Mathijs Bruno van Meijel (Venlo 1803-1867), aannemer en Mathijs Hendrik van Meijel (Venlo 1792-1868). Tussen 1847 en 1856 verhuurden beide broers de molens aan Joannes Braekers uit Kessenich. Vanaf 1856 werd Joannes Braekers molenaar op de Elisabethsmolen in Nunhem. Veel geluk bracht het hem niet, in hetzelfde jaar overleed zijn vrouw Barbara Seuntjes. Op Sinterklaasdag (0clip_image0086.12.1863) verdronk zijn 10-jarige zoon Jan Jacob Joseph en in 1868 overleed hijzelf, nog een dochtertje Maria Judith achterlatend.

Vervolgens gingen de Blerickse molens over naar het echtpaar Receveur-van Meijel. Willem Eduard Hubert (Eduard) Receveur (Venlo 1819-1889), koopman, getrouwd Venlo 1 juni 1857 met Maria Carolina Hubertina (Caroline) van Meijel (roepnaam Caroline, Venlo 1836-1859), dochter van Hendrik Mathijs Bruno van Meijel en Maria Catharina Carolina van Wijlick. Op 15 juli 1872 liet weduwnaar Eduard Receveur beide molens openbaar verkopen door notaris Clercx in Blerick.

Het eerste lot was de watermolen (graan-en oliemolen) in de Molenkamp, met woonhuis, tuin en bouwland te Hout-Blerick. Nieuwe eigenaar werd Karel Nefkens (1828-1910), molenaar te Sevenum, voor 6000 gulden. Het tweede lot, de standaardmolen te Blerick, ging voor 3000 gulden naar Jan Goofers, koopman in Blerick.

Karel Nefkens en zijn vrouw Hendrina Beterams (1826-1900) vestigden zich met hun drie kinderen in Blerick. Zoon Leonard werd steenfabrikant in Blerick, en Henri was koopman van beroep. Hun dochter Anna (1872-1949) werd in 1904 de Watermeule toegewezen. Zij trouwde met de molenaarsknecht Frans van den Hombergh (1876-1916) uit Velden, die haar vader had aangenomen. Samen kregen ze zeven kinderen, hun vijfde kind Sjraar (ook wel Sir) koos voor het molenaarsvak. Na het overlijden van zijn vader hield eerst moeder Anna Nefkens en een aantal knechten de molen draaiende, terwijl Sjraar het vak elders leerde. Vanaf 1925 nam hij de Watermeule over. In 1956 werd hij eigenaar, acht jaar later werd de vervallen Watermeule verkocht aan de Venlose bankdirecteur Gerardus Petrus Antonius Gussenhoven.

Intussen is het grondig gerestaureerd, helaas niet in de oorspronkelijke staat. Enige tijd was het een restaurant, en momenteel een woonhuis.


woensdag 5 november 2014

Jos.Steegh waas unne belangriëke mins

Jos.Steegh1Van 1888 tot zijn verwoesting in 1944 stond een imposant pand in Blerick, villa Arthur. De bouwheer blijkt ene Joseph Steegh, die steevast zijn naam schrijft als Jos.Steegh, dus dat doen we dan ook maar uit respect. Wie was deze Jos.Steegh, wat betekende hij voor Blerick, waar verdiende die zijn geld mee? Op internet bleek niet veel te achterhalen, dan maar naar het archief in Venlo. ‘Hebben jullie gegevens van Jos.Steegh, en van villa Arthur zal ongetwijfeld ergens wel een verzamelmapje liggen?’. Na enige verdere uitleg gaan drie man voor mij op zoek, geweldig met hoeveel inzet je altijd geholpen wordt in het archief. Alleen nu bleef het akelig stil. ‘Ja, het was wel een Blerickenaar, en de villa lag ook in Blerick, helaas niet in Venlo, want anders . . ’, probeer ik nog wat cynisch aan te moedigen. Uiteindelijk is het met vereende krachten en slim zoeken gelukt toch wat informatie te vergaren. Lees het eens rustig door. Maar mijn conclusie staat bij voorbaat vast. Jos.Steegh was een zeer belangrijk man, die door de regionale historici onterecht over het hoofd is gezien.

Familie Steegh

imageAls we vanuit het centrum van Blerick, op de Antoniuslaan rechtsaf slaan de Maasbrug op richting Venlo, precies op die afslag lag vóór de tweede wereldoorlog de statige villa Arthur. Zie bovenaanzicht rechts van vóór 1940. Dit monumentale pand werd eind negentiende eeuw gebouwd in opdracht van de Blerickse industrieel Jos.Steegh (1838-1923). Hij heette voluit Peter Joseph Hubert Steegh en was de zoon van Gerardus Nicolaas Steegh (1793-1885), herbergier in Blerick, en Joanna Lambertina Hanckx. Kleinzoon van Petrus Steegh, pachter op Groot Raay in Grubbenvorst, en Wilhelmina Titulaer. Hij trouwde 22 oktober 1866 in Horst met Antoinetta Houben (1842-1906) en ging met haar in Horst wonen op de hoek Stationsstraat en de afslag naar het station. In Horst werden hun zeven kinderen geboren, waarvan er helaas vier erg jong overleden. In 1888 verhuisde hij met z’n gezin naar Blerick, waar ze intrek namen in de nieuwe villa Arthur op de Antoniuslaan (tot 1 oktober 1940 was het adres Over de Maas 2). Zijn drie overgebleven zoons Adolph, Richard en Arthur zetten met pa het imperium Steegh voort. In het telefoonboek van Blerick in 1915 zien we vier aansluitingen op de naam Steegh:

  1. Nr. 205, op naam van Adolph Steegh, adres Fort St. Michiel
  2. Nr. 288, op naam van Richard Steegh, adres Spoorstraat
  3. Nr. 204 op naam van Steegh & Esser, adres Spoorstraat
  4. Nr. 77, op naam van Arthur Steegh-Prinzen, adres Blerick (waarschijnlijk villa Arthur)

De steenrijke Jos.Steegh overleed op 85-jarige leeftijd 22 maart 1923 in Brussel, en wordt vier dagen later bijgezet in het familiegraf achter de Antoniuskerk in Blerick. Boven deze grafkelder bevond zich destijds een kapel. Hier werd onder andere gebeden met Allerzielen als er over VillaSt-Aanzicht1het kerkhof getrokken werd om de doden te herdenken. Resten van dit kerkhof bevinden zich nog naast de huidige Antoniuskerk. De kapel van Steegh is verdwenen, de grafkelder is gebleven en geïntegreerd in de nieuwe kerk. In de begindagen van de Tweede Wereldoorlog raakte Villa Arthur door de schermutselingen rond de brug over de Maas onherstelbaar beschadigd. Na de oorlog werd de villa afgebroken.

Jos.Steegh, de industrieel

KrantSt-5In oktober 1866 werd de spoorlijn Venlo-Eindhoven in gebruik genomen en Joseph verkreeg een concessie om goederen te mogen vervoeren vanaf het station Horst-Sevenum. Hendrik Soberjé neemt in 1888 deze wagendienst op het station over van Steegh. In 1875 vroeg hij vergunning voor het in gebruik stellen van een stoommachine voor het zagen van hout. Jos.Steegh gaat op grote schaal hout kopen in Horst en Pruisen. In zijn stoomzagerij maakt hij hout geschikt voor de Belgische mijnbouw, in 1887 werken er 25 man. In 1889 komt de stoomhoutzagerij op naam van ene E.Haffmans.

In 1892 zien we hem ook als een van de oprichters van de Blerickse gloeilampenfabriek Constantia. Samen met Chrétien Haffmans richtte hij in 1896 de Bank Haffmans & Steegh op. Om precies te zijn op 29 december 1896 richtten Peter Christiaan Joseph Haffmans, kassier te Roodebeek, gemeente Bergen (Limburg) en Jos.Steegh, industrieel, de Bank Haffmans & Steegh op in Venlo. Een van de drie zonen van Jos.Steegh, Arthur (1877-1970), volgde zijn vader op als directeur van de bank. Diens zoon René (geb.1911) volgde hem jaren later op. In 1919 werd de bank omgezet in een naamloze vennootschap met deelname van de Amsterdamsche Bank. Inmiddels is zij geheel door de AMRO-bank overgenomen en is er geen binding meer met de families Haffmans en Steegh.

SteeghEsser2Maar echt fortuin heeft hij gemaakt met zijn handel in turfstrooisel. De activiteiten van turfstrooiselfabriek Steegh & Esser[1] in de gemeente Deurne en Liessel begonnen in 1885 met de aanvrage van de Horster koopman Jos.Steegh om van de gemeente Deurne zogenaamde vale turf of grauwveen te betrekken. De gemeenteraad ging in de vergadering van 28 februari 1885 daarmee akkoord. Ook werd door de gemeente gratis een terrein van twee hectaren beschikbaar gesteld voor de stichting van een fabriek, bergplaatsen en loodsen. Het werd een enorm succes vooral omdat turfstrooisel een zeer geliefd product werd voor gebruik in de paardenstallen. Bij een openbare aanbesteding in 1888 in Breda en Utrecht voor de levering van turfstrooisel ten behoeve van de paardenstallen van de artillerie was de firma Steegh en Esser, met een prijs van resp. 8,59 en 8,91 gulden per 1000 kilo, de goedkoopste. Er werden enorm grote hoeveelheden turfstrooisel vanuit Deurne geproduceerd en afgevoerd naar elders. In 1888 werd door Fedor Wolf & Co en Steegh & Esser samen 192.000 m³ vale turf verwerkt. Beide firma's hadden in de zomermaanden samen meer dan 600 man personeel in dienst, een aantal dat in de wintermaanden terugliep tot minder dan de helft. Voor het jaar 1889 werd door Steegh & Esser bij de gemeente Deurne een aanvrage gedaan voor het steken van 125.000 m³ turf voor de productie van strooisel.

KrantSt-2De turfstrooiselfabriek van Steegh was gelegen aan de Putweg (Horst-America), nabij de plek waar nu het Beukenhof ligt. Naast een grote loods was er ook een houtzagerij en een smederij. Het geheel lag op 1,26 ha. grond. In 1893 kocht Jos.Steegh ongeveer 100 ha peelgrond van de gemeente Horst. Bij deze verkoop werd overeengekomen dat alleen het grauwveen verkocht zou worden.

KrantSt-1Gaandeweg zag de gemeente Deurne in dat het grauwveen zeer waardevol geworden was en weigerde aan Steegh & Esser nog langer concessie te verlenen voor het steken van turf die de contractueel vastgelegde hoeveelheden oversteeg. Toen in 1896 het contract met de gemeente afliep bood Steegh een miljoen gulden voor 910 hectaren veen. De gemeente ging daar, met een krappe meerderheid van 6 tegen 5 stemmen in de raad, niet op in en bood 12.000 gulden voor de overname van alle gebouwen met de bijhorende machines en overige inventaris. Op 17 augustus 1896 werden de gebouwen door de gemeente overgenomen. Steegh & Esser zette vervolgens nog in 1896 haar verveningsactiviteiten in de onmiddellijke nabijheid op het grondgebied van Venray en Horst voort. Ze had daartoe van de gemeente Venray ruim 100 hectaren grauwveen in de Heische Peel gekocht. Een verzoek van het bedrijf aan de gemeente Deurne tot toestemming om bij Halte Helenaveen een spoorlijntje over Deurnes gebied te leggen voor het ophogen met zand van het beoogde nieuwe fabrieksterrein werd afgewezen, vanwege de handelwijze van de firma Steegh & Esser, zo werd beargumenteerd. KrantSt-8

Dat ook later de verhoudingen tussen de Gemeente enerzijds, en Steegh & Esser, concurrenten van elkaar, ronduit slecht bleven blijkt uit een klacht van 18 december 1897. De gemeente Deurne had een sloot op haar grondgebied gedempt en daardoor zou er waterschade gekomen zijn aan de turf van Steegh & Esser, die op Venray’s gebied lag. Steegh & Esser wilde namelijk het water dat bij de vervening vrijkwam lozen via een sloot op de grens op Venray’s gebied, die uiteindelijk loosde op een Deurnese sloot waarvan het water via de Kaweise Loop geloosd werd. Deze afwateringskwestie liep hoog op en zelfs moesten er de commissarissen van de koningin van zowel Limburg als Noord-Brabant aan te pas komen.

KrantSt-9Ook elders bond Jos.Steegh de strijd aan met het gezag. In het Venloosch Weekblad van 20 december 1899 lezen we ongecorrigeerd: De kantonrechter te Venlo wees jongstleden zaterdag een belangrijk civiel vonnis in de Maasbrug-kwestie. De heer Jos. Steegh, industrieel te Blerick, had de gemeente Venlo gedagvaard tot terugbetaling van een bedrag van 62 gulden 98 wegens aan die gemeente onverschuldigd betaald bruggeld in den loop der jaren 1898-1899, en op zulks grond dat de belastingverordening der gemeente Venlo, regelende de heffing van bruggeld voor het gewoon verkeer over de Maasbrug, in strijd is met de wet, en mitsdien alle bindende kracht mist daar bedoelde brug een ‘rijkswerk’ en de gemeente alléén bevoegd is belastingen te heffen van het gebruik en genot van openbare ‘gemeentewerken’. De kantonrechter verklaarde den eischer ontvankelijk in zijn vordering.

De bouw van de Antoniuskerk

PastoorStassenIn de tweede helft van de 19e eeuw ontstond onder Blerickse katholieken behoefte aan een grotere parochiekerk dan de oude Lambertuskerk, die vanaf 1219 tot 1837 onder patronaat had gestaan van de Norbertijnenabdij te Averbode. Na eerdere, vergeefse, plannen kwam een nieuw initiatief tot kerkbouw voort uit de samenwerking tussen notaris J.Clercx, Tweede Kamerlid, de als schenker optredende bankier Jos.Steegh, het bisdom Roermond, pastoor J.A. Stassen van de Lambertuskerk en Antoniusvereerders in heel Nederland. Samenbindend element werd een eind 1894 opgericht landelijk maandblad De Liefdadigheid, bode van het godvruchtig werk der broden van den H. Antonius van Padua. Abonnees hiervan werden herhaaldelijk aangespoord 'stenen' bij te dragen ter bekostiging van de bouw van wat genoemd werd 'de Geloftekerk van de Heilige Antonius te Blerick'. De opmerkelijke 'overstap' van Lambertus naar Antonius kan verklaard worden uit de toenemende populariteit van deze laatste in katholiek Nederland tegen het einde van de 19e eeuw, met een piek in 1895 toen gevierd werd dat Antonius 700 jaar eerder was geboren. Mogelijk is hier ook de persoonlijke voorkeur van geldschieter Jos.Steegh in het geding geweest. Omdat niet alle parochianen het eens waren met deze ingrijpende verandering, werd hun beloofd dat de eerstvolgende parochiekerk waarover Blerick in de toekomst zou beschikken, weer aan Lambertus zou worden toegewijd, hetgeen daadwerkelijk geschiedde in 1934. De statige Antoniuskerk werd opgeblazen in 1944 en geruimd. Blerick moest 18 jaar wachten op een nieuwe kerk. De huidige parochiekerk werd ontworpen door de architecten Jozef Fanchamps (Kerkrade) en Baan Titulaer (Blerick). De kerk werd gewijd in 1962 en staat weer op vrijwel dezelfde locatie aan de Antoniuslaan. Van de eerste Antoniuskerk is alleen de grafkelder van de familie Steegh behouden en in de nieuwe kerkbouw verwerkt. Ook is een groot deel van het oude kerkhof, dat aan de westzijde van het kerkgebouw ligt, bewaard gebleven.

Villa Steegh als tijdelijke begraafplaats[2]

imageVrijdag 10 mei 1940, het is een frisse dag met 13°C, een zwakke wind waait uit het noordoosten, de brute inval van Hitler-Duitsland in Nederland. Er heerste spanning in de kazemat bij de Maasbrug in Venlo. Het blijft niet lang rustig, ’s morgens even over vier lopen een tiental soldaten in Nederlands uniform de brug op. De eerste twee met de handen in de lucht. Er komt nog steeds geen bevel van hogerhand om de brug op te blazen. Even later probeert een van die soldaten naar een overigens niet meer functionerend ontstekingskastje te klimmen. Sergeant Boeser beseft dat hier iets goed fout is, hij wacht dat bevel niet af en besluit tot het enige juiste, hij blaast de brug op. ‘Leutnant’ Hertel en negen van zijn mannen van het ‘3.Pionier Bataillon 156’ vliegen gelijk met de Maasbrug de lucht in. Allen vinden de dood, minimaal drie van hen vinden een tijdelijke rustplaats in de tuin van Villa Steegh, te weten Helmut Böhrig, Willy Haufe en ene Leutner. Uiteindelijk worden twee van de tien slachtoffers in Duitsland begraven, de overige acht worden via een tijdelijke begraafplaats op het ‘Ehrenfriedhof’ Dr.Blumenkampstraat in Venlo definitief overgebracht naar Ysselsteyn. VillaSt-Graf2

  1. Hans Friedrich Oskar Hertel – Leutnant - *21.07.1914 Sanftenberg – begr.Sanftenberg
  2. Helmut Böhrig – Oberpionier - *01.01.1918 Pirna - begr.Ysselsteyn L-205
  3. Willy Haufe – Gefreiter - *13.10.1914 Schmölln – begr.Ysselsteyn L-196
  4. NN Leutner – Pionier - begr.Duitsland
  5. Johann Noack – Obergefreiter - *31.08.1914 Bautzen – begr.Ysselsteyn L-170
  6. Werner Hippe – Gefreiter - *20.11.1915 Krippen – begr.Ysselsteyn O-10
  7. Kurt Kretschmar – Gefreiter - *28.09.1914 Sohland/Spree - begr.Ysselsteyn Onbekenden
  8. Albert Sentner – Oberpionier - *19.01.1914 Schwirgiswalde – begr.Ysselsteyn L-179
  9. Helmut Spichale – Oberpionier - *04.03.1914 Seidau – begr.Ysselsteyn L-187
  10. Karl Stoy – Gefreiter - *07.04.1914 Sorau – begr.Ysselsteyn L-214

Grafkelder familie Steegh

Op de begraafplaats van de oude Antoniuskerk (1897-1944) waren twee familiegraven. Die van de notarissenfamilie Clercx is reeds lang verdwenen, en van de familie Steegh is de grafkelder geïntegreerd in de nieuwe kerk. Het bijhorende kapelletje is wel verdwenen. We vinden de ingang als we over de begraafplaats langs de kerk lopen, aan het eind linksaf, doorlopen tot het hek en dan weer linksaf. Een bakstenen trap leidt naar een grijze deur, die toegang geeft tot de grafkelder. De muren en de vloer van het interieur zijn in baksteen gemetseld. Het plafond bestaat uit gemetselde gewelven, opgesloten met ijzeren profielbalken. In de grafkelder zijn boven elkaar drie rijen van elk vier graven. Er zijn 13 personen bijgezet, in het rechter beneden-graf zijn twee kinderen bijgezet. Jos.Steegh en zijn echtgenote keurig in het midden (graven 6 en 7), omringd door hun drie zoons, schoondochters en enkele kleinkinderen. De graven zijn afgesloten met witte rechthoekige platen. Bovenste rij van links naar rechts:SAM_6358

  1. Arthur Th.J.Steegh, geb.05.07.1877 Horst, ovl.26.05.1970 Venlo. Weduwnaar van F.W.M.A.Prinzen, naar hem is waarschijnlijk villa Arthur genoemd.
  2. Francina Prinzen, geb.02.08.1886 Gemert, ovl.30.05.1968. Echtgenote van Arthur Th.J.Steegh.
  3. Richard Steegh, geb.17.09.1872 Horst, ovl.20.11.1944 Horst. Weduwnaar van Maria Wiertz.
  4. Maria Wiertz, geb.20.12.1876 Weert, ovl.13.01.1935. Echtgenote van Richard Steegh. Middelste rij van links naar rechts:
  5. Joseph.Ph.M.G.Steegh, geb.13.07.1894 Venlo, ovl.03.05.1969. Echtgenoot van Emilie Wolters.
  6. Joseph P.H.Steegh, geb.29.01.1838 Blerick, ovl.22.03.1923 Brussel, bijgezet 26.03.1923. Weduwnaar Antoinette Houben, bouwheer villa Arthur.
  7. M.Antoinetta P.Houben, geb.09.02.1842 Horst, ovl.26.11.1906 Brussel, bijgezet 28.11.1906. Echtgenote van J.P.H.Steegh.
  8. René J.Th.Steegh, geb.29.07.1911 Blerick, ovl.23.01.1994 Tilburg. Echtgenoot van Veronica Chr.C.M.Prinzen, hij was de laatste overledene van de familie Steegh die in het familiegraf werd bijgezet. Onderste rij van links naar rechts:
  9. Emilie M.J.Wolters, geb.11.12.1904 Venlo, ovl.06.02.1987 Heerlen. Weduwe van Joseph Ph.M.G.Steegh.
  10. Adolf G.L.Steegh, geb.20.05.1868 Horst, ovl.23.07.1934 Venlo. Echtgenoot van M.H.Rose H.Esser, weduwnaar van Maria Chr.J.Esser.
  11. Maria Chr.J.Esser, geb.04.06.1864 Venray, ovl.29.04.1918 Blerick. Echtgenote van Adolf G.L.Steegh.
  12. Ons innig geliefd dochtertje Maria E.A.D.Steegh-Esser, geb.10.08.1897 Blerick, ovl.02.12.1897 Blerick. Zij was de eerste die bijgezet werd in het familiegraf.
  13. Ons innig geliefd zoontje Leon A.M.J.Steegh-Wiertz, geb.05.07.1914, ovl.11.09.1914 Venlo.image

Genealogische aantekeningen familie Steegh

Gerardus NicolaasGerardus Nicolaas Steegh, herbergier in Blerick, geb. 25 september 1793 Grubbenvorst (z.v.Petrus Steegh en Wilhelmina Titulaer), ovl. 27 november 1885, Blerick, getrouwd 18 november 1835 Venray met Joanna Lambertina Hanckx, geb. 30 april 1799 Venray, ovl. 31 januari 1840, Blerick. Ze hadden twee kinderen:

  1. Maria Josephina Francisca, geb. 22 november 1836, jong overleden.
  2. Peter Joseph Hubert, geb. 29 januari 1838, zie beneden:

Peter Joseph Hubert Steegh, geb. 29 januari 1838 Blerick, ovl.22 maart 1923 Brussel (B), trouwde 22 oktober 1866 in Horst met Maria Antonia Petronella (Antoinetta) Houben, geboren 9 februari 1842 Horst, ovl.26 november 1906 Brussel (B), begraven in Blerick. Hun kinderen:

  1. Adolph Gerard Lambert, geb. 20 mei 1868, Horst, ovl. 23 juli 1934, Venlo. Eerste huwelijk 18 april 1893 Venray met Maria Christina Josephina Esser; tweede huwelijk 28 januari 1925 met Mathilde Henriëtte Rosalie Hubertina Esser.
  2. Richard Jakob Jan Lambert, geb. 17 september 1872, Horst; trouwde 12 oktober 1909 in Weert met Francisca Josephina Maria WiertzKrantSt-4.
  3. Arthur Jozef Constant, geb. 27 augustus 1874, Horst, ovl. 20 december 1874, Horst
  4. Alphons Lambert Jozef, geb. 28 januari 1876, Horst, ovl. 20 november 1876, Horst
  5. Arthur Theodor Jozef, bankier te Venlo, geb. 05 juli 1877, Horst, ovl. 26 mei 1970, Venlo. Trouwde 21 juli 1908 in Gemert met Francisca Wilhelmina Maria Antonia Prinzen.
  6. Constant Jozef Nestor, geb. 14 september 1878, Horst, ovl. 29 september 1878, Horst
  7. Jeannette Louisa Josephina Maria, geb. 15 april 1881, Horst, ovl. 11 augustus 1881, Horst

image


[1] Zie http://www.rooynet.nl/wiki/index.php/Familie_Esser voor genealogie van de invloedrijke familie Esser.

[2] Voor meer details zie: http://www.schallenberg.nl/html/hoofdstuk_8.html; http://historie.venlo.nl/gebeurtenisinfo.asp?gebeurtenisID=210; http://www.grebbeberg.nl/