donderdag 26 november 2009

Zelfreflectie maakt veel LOS (Lampis-Orion-Swift)

Succes kent vele vaders, een mislukking blijkt meestal wees. In een zelfreflectie moet ik dan ook slechts met mezelf afrekenen, ik vocht tegen spookbeelden, windmolens, gebakken lucht, op zoek naar mijn liefste Dulcinea. Die achterliggende periode moet ik snel vergeten, vooropgesteld, ik heb zelf de allergrootste fout gemaakt om La Mancha te verlaten, nooit met Sancho Panza op stap moeten gaan, dom dom dom . . . . Onze intentie was goed en positief voor dé atletiek, daar blijf ik bij, maar in Venlo is Festina al héél lang geleden van d'n berg gevallen! Atletiek blijft een Olympische sport met vele prachtige disciplines, die gelijkwaardig behandeld en gestimuleerd moeten worden. Niet alleen berusten in nog meer trimmers, maar op zoek naar die nieuwe Egbert Nijboer, en waar verschuilt zich die volgende Rens Blom of Rutger Smit? Stimuleren in de volle atletiek-breedte, kansen bieden naar de top, het niet aflatend elke dag een klein beetje beter proberen te doen! Genieten van die uitdaging dat alles wat je bereikt hebt nog voor verbetering vatbaar blijkt! Open staan voor kritiek! Dat vraagt verstand van atletiek, roept om een allesomvattende organisatie, schreeuwt naar open communicatie en kan onmogelijk zonder vriendelijk empathische windmolens. Verschrikkelijk jammer voor de technische atleten in de regio, mijn visie paste bijna op één A5-je, en deed geen zeer aan mijn lange tenen.
In mijn stomme en vaak hopeloze strijd voor een werpersgroep voelde ik me vaak als Don Quichotte, wel veel (niet-verder-vertellen) steunbetuigingen, maar waar moet ik nu nog naartoe met m’n 62 jaar? Er zit niemand op zo’n ouwe zanikbuul te wachten! Maar ondanks "die klap van de molen" blijft mijn sporthart echter wel liggen bij die regionale atletiek, en wil ik nog een paar jaartjes de liefde bedrijven met mijn eigen werpvijfkamp, dan kan dat helaas niet meer in de buurt! Dank en veel respect Wouter voor die paar sprankjes mooie atletiek, hoe zal het verdergaan met Kjeld, ik blijf het volgen! Gedeelde smart is halve smart, na lang wikken en wegen heb ik me aangemeld bij twee clubs. Allereerst bij ORION, want daar klopt mijn atletiekhart nog steeds voor, tenslotte blijf ik één van de oprichters. Uit de eerste contacten blijkt wel dat er geleidelijk een sterke organisatie is gegroeid, altijd bereid tot elk opbouwend gesprek, als jury kan ik misschien een bescheiden bijdrage leveren? Om officieel de liefde te kunnen bedrijven met die kogels en speren heb je overigens wel een licentie nodig, en die krijg ik bij SWIFT. Het eerste gesprek in die kantine in Roermond voelde goed, warm en welkom aan, bovendien is Swift-Roermond een club met een onuitwisbare historie op de werpnummers. Kijk eens op de websites van mijn nieuwe clubs, en vergeet daarnaast ook niet www.lampis.net .

Orion (zie: www.orionvenlo.nl) is een Blerickse vereniging, telt meer dan 350 leden en is opgericht in 1983. Orion stelt zich ten doel het beoefenen en het bevorderen van de atletieksport in welke vorm dan ook (technische, baan- en wegatletiek). Streven is de atletieksport voor een zo breed mogelijke groep, ongeacht geslacht of niveau van geoefendheid, toegankelijk te maken.

De meerderheid van de leden zijn langeafstandlopers, d.w.z. zij trainen voor wedstrijdafstanden van 5 km of meer. Ook leden die niet trainen voor het lopen van wedstrijden, maar gewoon hun conditie verbeteren of op peil houden, zijn welkom. De trainingen van Orion zijn zo ingericht dat men op elk conditieniveau (of je nu trimmer, jogger of meer prestatief bent) met veel plezier kunt trainen.

Swift Atletiek (zie: www.swiftatl.org) werd in Remunj opgericht in 1936. Uit deze atletiekvereniging zijn in de beginjaren andere verenigingen ontstaan. De voetbal-, handbal- en tafeltennisafdelingen zijn inmiddels verder gegaan als zelfstandige verenigingen. Swift is één van de grootste atletiekverenigingen in Limburg.





Kortom, reden genoeg om na een moeilijke periode te kiezen voor een club met werp-historie! Kom op mannen (en vrouwen), wie gaat er voor de Douwe Smit Trofee . . . .

zondag 22 november 2009

Zoekplaatje . . .

Vanmorgen weer lekker op mijn slingerveldje langs de A67 getraind. Het weer was onstuimig stormachtig maar wel vriendelijk zonnig tussen de voorbijrazende kleine wolkjes. Marijke was ook mee, dus de Mobiele Kantine met “alles veur nop” stond weer te bling-blingen tegen die schitterende glaswand van Scheuten Glas. Paul was er ook en Lei blijkt ook vandaag weer een trouwe supporter. Het slingeren gaat perfect. Opdracht van vandaag is: ”met gestrekte armen naar die kogel blijven kijken, door de knieën, rug recht en wachten met omstappen”. En verdomd, het werkt, Paul “dropt” zijn 6kg constant op 27 meter en ik m'n 5kg ruim boven de 40! We doen (minimaal) 5 maal draai-stop-draai-stop . . . . en loslaten en daarna draai-stop-draai-stop-2*draai en loslaten! Lei zegt wat ik denk: “Paul, asse zoë door geis wuûrd det minstes twiëje-un-dertig-half”. We zullen wel zien. Na het laatste gewichtwerpen (eindelijk weer twee keer ruim boven de 17m) lonkt de koffie ons naar binnen. Waar we (echt) gezellig nog een uurtje hebben zitten kletsen over technische atletiek, en niet geroddeld "euver-die-renpaerd".

Volgende week ga ik met Frans naar Beek & Donk om nog wat kogels te kopen (die nog wat nodig heeft om te trainen?).

zaterdag 21 november 2009

Uitwaaien in Zeeland

Vorige week wilden we de camper alweer verbannen naar zijn winterverblijf, maar Erwin Krol belette dat nog even. Hij voorspelde dat het zacht en mooi herfstweer zou worden, dus besloten we nog een weekje naar Zeeland te gaan. De meeste campings bleken gesloten vanaf 1 november, maar in Renesse was “de Wijde Blick” nog bereid ons te ontvangen. Een gigantische camping tussen een verschrikkelijk groot aantal campings en vakantiedorpjes op Schouwen-Duiveland. Hier gaan we dus s’zomers gegarandeerd niet naartoe. Er blijft nog genoeg natuurschoon over, maar de volgende camping is nooit ver weg. Ik denk dat Wilders hier wel toekomst heeft, want hier geldt met recht “genoeg-is-genoeg”.
Maar wij hebben een paar prachtige, rustige en sportieve dagen gehad. s’Morgens met de fiets door de duinen, en waar een mooie duinovergang is, het strand op en lekker tegen de wind in struinen. Marijke had mazzel, woensdag stormde het, beetje moeilijk fietsen maar . . . wat een geweld. Op het strand word je gewoon gezandstraald. Lekker mosselen gegeten, op tijd naar bed en s’morgens laat eruit!! Wie doet je wat. Renesse is erg (te) touristisch, maar Burgh-Haamstede, Nieuw-Haamstede (prachtige vuurtoren), Westenschouwen en Scharendijke zijn mooie dorpjes.

Vanmorgen zijn we “in ut zunke” vertrokken met nog één stop in Ritthem! Dat ligt op 8 kilometer afstand van Vlissingen en met enige moeite vind je daar fort Rammekens, temidden van bos, kreek, weide, schor en een oorverdovende stilte. Fort Rammekens is het oudste zeefort van West-Europa (1547). Ooit speelde het fort een grote rol in de rijke Zeeuwse maritieme geschiedenis. Fort Rammekens werd gebouwd op last van Maria van Hongarije, een jongere zuster van Karel V, die namens hem de Nederlanden regeerde. Het ontwerp was van de Italiaanse architect Donato de Boni en Peter Fransz. Het fort werd gebouwd om de toen zeer belangrijke havens van Antwerpen en Middelburg te controleren en het speelde een belangrijke rol als ankerplaats voor de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. De schepen wachtten bij het fort op een gunstige wind om af te varen naar Azië. Het fort is bij afwisseling in handen geweest van Spanjaarden, Engelsen, Fransen en Zeeuwen. De Spanjaarden en Geuzen hielden in de Tachtigjarige oorlog danig huis in het fort.

We hadden een uniek plekje gevonden op de dijk met zicht op het fort én de Oosterschelde, waar weliswaar geen zeilschepen, maar toch veel zeeschepen af en aan voeren. Een prachtige afsluiting van alweer een mooie week. Ben benieuwd hoever het is met de werpkooi op Vrijenbroek, en wie zich al ergens gemeld heeft bij een nieuwe atletiekvereniging? Ik denk niemand!

zondag 15 november 2009

Werpers ziën toch neet van sôkker ?

Sinds ’n week is mijn eigen krachthonkje keurig opgeknapt én al een paar keer gebruikt. Marijke komt niet alleen af en toe nieuwsgierig kijken, maar doet ook mee! Vanmorgen was het “boutweer”, maar atleten zijn niet van suiker, dus gewoon het werptuig ingeladen en op naar Scheuten Glas. Paul Philips was er ook, en we moesten beginnen met even te schuilen “onder de kofferbak”, want het viel er werkelijk met bakken uit. Toch maar beginnen met kogelslingeren, en na enige tijd kwam Lei Holthuijsen ook nog kijken, gewapend met de parapluie. Ja, in Venlo was er niemand, dus dan maar even zoeken naar het WSG (werpveld Scheuten Glas). We hebben lekker getraind, het bleef verder redelijk droog en Paul begint in deze 2de week al “echt-te-slingeren” in plaats van “verkrampt-te-gooien”. Ik hoop dat hij de hele winter pijnvrij kan blijven trainen. Met discus gaat het in ieder geval nu al beter dan het hele afgelopen seizoen. Z’n beste was 32.87m in het voorbije seizoen, maar vanmorgen gooide hij met gemak 33½, en eigenlijk nog te laag eruit.

Ik heb bij alle werpers het idee gelanceerd om zondagmorgen 27 december het jaar passend “oët te goëije” met een trainings-werpvijfkampje. Dezelfde regels zoals we dat 29 maart gedaan hebben: twee keer inwerpen en drie pogingen! We vragen Lei, Tina, Annemarie en Marijke weer om te jureren, en uiteraard werken met bordjes bij de lange werpnummers (en achteraf meten). Als er dan nog iemand kan (en wil) zorgen voor erwtensoep met ’n broodje achteraf (en we kunnen in de kantine), dan sluiten we het jaar toch nog gezellig af, en hebben we even de tijd om de punten te berekenen. Natuurlijk zijn de prestaties niet zo belangrijk, alhoewel, vergelijken met 29 maart is misschien wel leuk. Wie doet er mee??

Overigens is Lei Holthuijsen al druk bezig met het wedstrijdprogramma voor 2010! Hou vooral www.lampis.net in de gaten, want daar komen ze op te staan.

donderdag 12 november 2009

Hoe kun je nou zoiets dromen?

Vanmorgen werd ik wakker, kwam moeizaam overeind en wreef m’n ogen eens goed uit. Dit kan toch niet waar zijn, maar volgende week komt het toch in de (landelijke) media? Op en rondom sportpark Maassenhof in de Boekend moet ’t gaan gebeuren. Alle gebruikers van het sportpark Maassenhof, het tennispark, de tennishal, de twee fitness-centra, forellenvijver Maassenhof, manege Beekshof, de Boerenbond en Boostenhof slaan de handen ineen. Er komt één groot Omnipark “Boekend-2-Move” met een vergaande vorm van particuliere samenwerking. Alle bestaande hekwerken van de diverse complexen worden geslecht en vervangen door één groene omheining dat het unieke initiatief letterlijk gaat omarmen. Er ontstaat één groot recreatie- en sportpark voor de gehele regio. Een betere aansluiting en navolging van de Floriade 2012 kun je je toch niet voorstellen?

Een omvangrijke denktank had er slechts drie maanden over gedaan, een prestatie van wereldformaat voor het kleine idyllische kerkdorpje. Door stom toeval werd mijn ervaring als Kaizen-engineer gevraagd om een paar werkgroepen vlot te trekken. Het was een geweldige en inspirerende ervaring om 20 man vanuit totaal verschillende disciplines zo enthousiast bezig te zien, en dan ook nog de mond te moeten houden naar die onwetende buitenwacht. Maar het is gelukt, zelfs het financiële plaatje is rond!

Bijzonder trots ben ik op een tweetal wilde ideeën die ik als gepassioneerd atleet heb ingebracht:
1.Er komt een uniek loopcentrum binnen het Omnipark, dat zijn weerga in Nederland niet kent. Uiterst geslaagd vind ik zelf het trimpad van 1250m lengte met ondergrond van gehakseld hout dat zich als verbindend lint langs alle locaties slingert.
2.En dan voor ons als werkelijke klap op de vuurpijl: er komt een atletiek accommodatie voor alléén technische nummers, voor zowel indoor als outdoor. De belangrijkste zet hiertoe werd gegeven door de aanstaande komst naar Maasbree van voormalig wereldkampioen kogelslingeren Karsten Kobs (1999, Sevilla – Spanje, 80.24m). De atletiekunie denkt al aan een steunpunt voor werpers ter voorbereiding op de Olympische Spelen 2012.

Mijn ogen beginnen te wennen aan het daglicht. Ik sleep me naar de badkamer en de koude tegelvloer brengt me weer terug in de realiteit. “Je hebt gedroomd, ouwe zak!” zegt mijn spiegeltje-spiegeltje-aan-de-wand. Bij het ontbijt verdrinkt de koffie de laatste resterende hersenspinsels! Maar hoe kun je nou zoiets dromen, waar haal je in-Gods-naam die kwats vandaan? En terwijl ik mijn droom aan Marijke vertel (dat doe ik wel vaker) kom ik steeds meer tot het besef:
”Maar zo gek is dat potdomme ook weer niet, alle ingrediënten liggen er toch! Ik had geen droom, in den Haag noemen ze dat visie! Toch? Nou, kom op gebruikers van Maassenhof, toon die VOC-mentaliteit! Toch?”.

Ik zal er nog ‘ns een nachtje over slapen, uhhh . . . dromen.

zondag 8 november 2009

Scheuten Glas: de eerste trainingsgroep van Lampis?

Vanmorgen heb ik weer eens lekker getraind op mijn veldje bij Scheuten Glas (aan de Magalhaesweg, 5928 LL Blerick). Betekent voor mij wel iets vroeger opstaan als normaal, eitje koken, en bij het ontbijt keek het zonnetje nog wat nevelig maar wel resoluut over de schutting. “Het wordt een mooie dag” zegt Marijke, en ze heeft er verstand van. Gisteravond hadden we al besloten om de camper mee te nemen, Marijke had al een paar stukken vlaai uit de diepvries gehaald, en alles gechecked om koffie te kunnen zetten. Want er hadden zich een paar man (spontaan) gemeld via de mail die mee wilden trainen, benieuwd wie er komt. Marijke kwam ook nog met het idee om “Mobiele Kantine” op de camper te plakken. Ik had in alle dichterlijke vrijheid het Lampis-logo toegevoegd en daaronder de logische tekst “alles veur nop”.

Potverdorie, de buurman had z’n auto weer eens ongelukkig neergezet, dat betekent heel voorzichtig laveren. Een keer terugsteken en op naar Blerick met die 6.71 meter. Ik ga daar niet staan wachten op “wie-er-komt” en laadt de werpspullen uit. Marijke installeert zich in het zonnetje met een (goed) boek. Eerst maar kogelstoten, beetje losmaken en opwarmen. De opdracht die ik mezelf vandaag opleg is 12 meter uit stand stoten, en dan goed opletten: “lang achterblijven, eerst rechter heup indraaien en dan hoog uitstoten en kogel nakijken”. Heej, daar komt Henk aan. Hij sjeest de hoek om en parkeert, zoals alleen Henk dat kan, snel en in één keer goed op de plek. Ooh, volgens mij is ie nog niet helemaal wakker, want nog half verdoofd pakt hij z’n kogel en begint dat ding achteruit over z’n hoofd weg te sodemieteren. “Goeiemorrege, det is niks veur mich zoë vrûug . . . . “. Ik slaag er net niet in om die 12 meter uit stand te stoten, maar met aanglijden is ’t een makkie. Henk stoot toch zo vroeg op de morgen maar even 10 meter, niet verkeerd.

We gaan kogelslingeren, bij de tweede worp komt voorzichtig een grijs bestelwagentje de hoek om. “Det is Paul” zegt Henk, en ja hoor, nu zijn we opeens een echte groep!! Paul heeft duidelijk nog wat trainingsachterstand want het gaat allemaal wat stijfjes. Maar Paul pikt altijd aanwijzingen goed op en na wat commentaar van Henk en mij gaat het snel alweer een stuk beter. En wat mij nog nooit gelukt is, lukt hem wel. Ik hoor een langgerekt “potverdomme . . . . . ” en zie Paul met z’n handen in de zij een van de bomen boos aankijken. In de top wiebelt zijn slingerkogel en het handvat oogt muurvast tussen de takken. Snel probeer ik eigenkennis en ervaringen uit m’n verre jeugd te combineren. Ik ben nogal lomp, en niet meer zo lenig lenig terwijl Henk zo’n beetje de omgekeerde kenmerken heeft. “Henk, as ik hendje gaon staon, kans dich in d’n baum klumme”. Henk heeft zoals altijd weinig tijd nodig en stapt gezwind van mijn handen op mijn schouder en begint aan die kogel te rukken. Op zo’n moment rest mij slechts alle vertrouwen bij Henk te leggen in de hoop dat hij me die kogel niet op m’n kop laat vallen. Maar ja, hij rekent er natuurlijk ook op dat ik me als ladder gedraag en stokstijf tegen die boom blijf staan. Het gaat goed en na enig buigwerk is de slingerkogel weer geschikt om mee te gooien. “Paul, de môs waal tösse die buim door goëie . . . “, het helpt want het gaat verder uitstekend.We gaan discuswerpen, ik leg eerst uit dat de eerste boom op 28 meter en de tweede op 37 meter staat, een geruststelling dat de meeste worpen er tussenin passen. Toch slaagt Henk erin de 28-meter-boom in z’n eerste poging van z’n laatste bladeren te ontdoen. Dit is overigens een onderdeel waarbij we veel van elkaar kunnen leren. Henk en ik maken de eerste draai altijd veel te kort, maar doen ons best toch steeds “dat sprongetje naar voren te maken”, iets wat Paul echt voorbeeldig doet. Daarentegen hebben Henk en ik een redelijke afworp, die als het lukt ook redelijk hoog eruit komt. Paul zet zijn linkervoet bij de afworp op “12 uur” terwijl Peter ons geleerd heeft dat dat toch echt op “10 voor 12” moet. Nou, met die in jullie ogen misschien kwats, lukt het ons toch een en ander van elkaar op te steken. En de discus op respectabele afstanden te gooien.
Als afsluiting gaan we nog gewichtwerpen, alledrie met mijn 9.08kg. Ik zeg geheel overbodig: “zal Marijke even zeggen dat we zo meteen koffie komen drinken”. “Wiezoewe” zegt Henk, “dat zal ze toch wel weten als jij met die zware begint te gooien”. En daar heeft ie gelijk in. Want Marijke leest niet alleen in haar boek, maar volgt met grote interesse onze verrichtingen en maakt op de goeie momenten een paar foto’s. Wat me de laatste wedstrijden niet meer lukt, dat gaat “altijd” wel goed op het veldje van Scheuten Glas: 16 meter gooien. Henk zit niet veel achter me, alleen, hoe meer hij z’n best doet dichterbij te komen, destemeer besluit die stomme kogel eerder in het gras neer te ploffen. Paul weet als enige zich in iedere volgende worp te verbeteren. Hij kruipt van 10, naar 11, naar 12, naar 13, uiteindelijk naar 14 meter. We worden moe en kappen ermee, onderweg naar de camper benadrukt Paul: “zo zie je maar, hoe je met kleine aanwijzingen elkaar toch vooruit helpt!”. En daarmee slaat hij de spijker op de kop.Marijke wacht ons al op met de koffie (en die kersenvlaai uit de diepvries)! Heerlijk, even lekker napraten na zo’n training is op deze manier bijna een feestje. En nou ja, waar het over gaat, dat weten de ingewijden natuurlijk. Jammer, verschrikkelijk jammer, maar nu we terugkijken lijkt het allemaal zo logisch en zo vooropgezet.

Maar vanaf vandaag kijken we vooruit, we hebben lekker getraind en weer wat van elkaar opgestoken.

Niet verkeerd, dat veldje bij Scheuten Glas. En die mee wil trainen, even mailen . . .

zaterdag 7 november 2009

Een bijzondere ontmoeting

Afgelopen september hadden we tijdens onze trektocht door Frankrijk een bijzondere ontmoeting. Het weer was nog steeds schitterend zo laat in het seizoen, maar zou dat zo blijven? In de Elzas hadden we de wijnoogst meegemaakt en als toeschouwers genoten van de druivenplukkers en geroken aan de eerste processen om te komen tot Pinot Gris, Gewürztraminer en Sylvaner. Maar toch kozen we ervoor wat verder af te zakken naar het zuiden, je weet maar nooit, als een van de stops hadden we camping Ahimsa uitgezocht in Serrigny-en Bresse. “Waar ligt dat nou weer?” hoor ik je denken. Nou, dat ligt ongeveer 30 kilometer ten oosten van Chalôn-sur-Saône, een uurtje rijden van de Franse Jura en drie kwartiertjes van de wijngebieden van de Bourgogne. Vanaf de Route Nationale (RN73) moeten we een smalle verharde weg in, na enige tijd stuurt Tom-Tom ons resoluut een nog smallere veldweg in, Marijke begint al te zuchten. Maar het komt nog erger, we moeten slingerend door het saaier wordend landschap over een “bolle” weg, je weet wel, zo’n weg waar je in het midden moet rijden. Want hou je rechts aan, dan hangt je camper ook vervaarlijk naar rechts en waarschuwt het gekraak dat alles dreigt te gaan schuiven. Na twee keer “zijn-we-er-nog-niet” zien we rechts van de weg iets te laat een bordje “Camping Ahimsa”, in de remmen, in de achteruit en voorzichtig het erf oprijden. Is dit een camping?, een zwarte vlag met een doodskop wappert tegen de felblauwe hemel, we hadden eigenlijk een SVR-vlag verwacht. Een felgekleurde in-elkaar-gedeukte auto staat bovenin een appelboom geparkeerd. Nou ja, we stappen maar uit, ik heb trouwens ook geen zin meer om nu nog door te gaan rijden.

Drie grote donkere honden komen blaffend op ons af, deppen een voor een hun natte neuzen op onze angstige bovenbenen, doen een paar stappen achteruit om opnieuw te gaan blaffen. “Ze bijten niet” horen we een jongeman uit een bovenraam in keurig Noord-Hollands roepen “zoeken jullie de baas, loop maar binnendoor, hij is aan de andere kant!”. Ingesloten door de kwispelende en blijkbaar van blijdschap blaffende honden werken we ons door links en rechts gestapeld hout naar de andere kant van een soortement langgevel-boerderij. Blijkbaar had de baas ons al gesignaleerd en voordat we iets kunnen vragen roept een sjofel gekleed manneke met lang haar en ontploft gebit: “eerst koffie, ga maar even zitten!”. Hij beent een buitentrap op naar boven en wij zoeken een plekje onder een wel erg volle maar gezellige veranda. De grote wuilessen van honden leggen een voor een hun vervaarlijke koppen bij ons op schoot, en kijken ons toch wel erg lief aan. Daar komt de campingbaas met lekkere pruttelkoffie de trap af, achter hem daalt ook rockmuziek uit de jaren 60 af. “Daar staan de kopjes, en er moet ook nog ergens suiker en melk staan.” We krijgen een stevige werkershand en vanachter de nog resterende tanden klinkt omfloerst door de rockmuziek: ”Hallo, ik ben Kees Kok”.


Wat een zachtaardige vent met een open karakter! In no-time blijkt ieder onderwerp bespreekbaar en elke afwijkende mening gerespecteerd, dat je daarvoor zo ver van huis moet zijn. Kees Kok blijkt een midden-vijftiger, die slechts één grote reis in zijn leven gemaakt heeft. Als dorpsgek van Lutjebroek runde hij samen met vader en broer een bloemkolen-bedrijf. Met zijn HBO-opleiding zorgde Kees vooral voor de technische inbreng. Na privé-problemen liet Kees zich uitkopen en besloot een kennis op te zoeken in Frankrijk. Tijdens die enige verre reis ging hij op zoek naar een nieuwe stek. Het eerste bezoek aan die oude vervallen boerderij in Serrigny-en-Bresse gaf hem zo’n goed thuisgevoel, dat hij er de afgelopen 12 jaar niet meer weg is geweest. Geen TV, geen internet, slechts een wereldradiootje vertelt hem elke dag het hoogstnodige nieuws.
Maar wij moeten nog een plekje hebben voor de camper, want het begint al te schemeren. “Zoek maar wat uit”, alleen de toiletruimte is inmiddels in gebruik als opslagruimte “maar jullie kunnen hierboven bij mij onder de douche of naar de WC”. Nou ja, dat zien we dan wel. We vinden een prachtig plekje voor onze camper, met zicht op de ondergaande zon. Alleen, Marijke moet nog even wachten, want het looppad naar en rondom de camper moet eerst nog ontdaan worden van een twintigtal hondenkeutels. En grote honden hebben grote . . . goed zo!

Na een heerlijk rustige nacht worden we s’morgens wakker met op de achtergrond heerlijke rockmuziek, maar de volumeknop lijkt fors omhoog te gaan als de deur van de camper opengaat. Kees is al aan het werk en als ik naar het toilet ga, staat in de keuken een ketel sperziebonen te pruttelen voor een hele compagnie. “Jullie komen vanavond bij mij eten” klinkt het als ik de trap afloop, blijkbaar vermoedde hij al dat we nog een nachtje wilden blijven.Na het ontbijt gaan Marijke en ik onze nieuwe tijdelijke woonomgeving bekijken. Naast de drie eigen honden lopen er nog twee honden op het terrein. Kees heeft binnen de muren van de oude boerderij een viertal appartementen gebouwd, alle vier zijn ze permanent verhuurd aan drie jonge franse stellen en een vrijgezelle Zwitser. Die jongeman, die ons gisteren begroette, blijkt een zoon van een vriend. Hij was verslaafd (geweest), en door z’n vader naar Kees in Frankrijk gestuurd. Inmiddels woonde hij al twee jaar bij Kees, was niet meer verslaafd, woonde samen met een Française en had werk gevonden “in-de-omgeving”. Op het terrein liepen een tiental over-behaarde schapen vrij rond, elk jaar werden de jongste dieren verkocht! In de schuur stak een nieuwsgierig varken z’n kop naar buiten, het beest werd goed verzorgd, maar ja, wat wil je, hij werd straks door Kees hoogstpersoonlijk zelf geslacht en moest dan voor 1½ jaar vlees leveren. In die tijd zal een volgend slachtoffer zijn plaats innemen. Langs de veldweg had Kees zijn biologische tuin gesitueerd, we schrokken van de hoeveelheid onkruid maar de groente stond er verbazend goed bij!

Marijke zei tegen me: “Nu moeten we Kees wel op de koffie vragen vanmiddag”. Okay, het was even zoeken naar Kees, maar de uitnodiging werd geaccepteerd. Marijke zet koffie en even later staat een vreemde man voor de camper. Keurig gedouched, haren gekamd, strooien hoed en schone kleren: Kees komt op visite! Wat een man, wat een manieren, dat verwacht je toch niet? De visite gaat geruisloos over van de koffie met koek naar de wijn met franse kaas tot aan de borrel bij de ondergaande zon. “Nu ga ik koken, jullie komen bij me eten en ik heb nog drie gasten. Ja, ik kook wel vaker voor die jongens”. Marijke en ik hebben even de tijd om de rommel op te ruimen en te bekomen van de diepgaande gesprekken van die lange visite. Kees blijkt een filosofische kijk en soms spirituele blik op het leven te hebben. Een andere mening wordt respectvol omarmd en plotseling blijkt de 7 een bijzondere plek in onze levens in te nemen. Het gaat te ver om al die onderwerpen de revue te laten passeren maar Marijke en ik zijn het eens:”Dit is een echt goeie vent, niks mis mee!”, en een van die bijzondere ontmoetingen in ons leven.


Het was gezellig onder de veranda, en voor eind september opvallend zacht. Onze tafelgasten waren bewoners van twee appartementen, een jong Frans stel en de wat oudere vrijgezelle Zwitser. De voertaal was Frans, wat ik helemaal niet erg vond. We konden nu immers rustig genieten van de mooie avond, de prachtige omgeving, het lekkere eten en slechts af en toe wat zorgvuldig uitgekozen franse zinnetjes met onze gasten wisselen. Het menu was eenvoudig maar lekker. De Zwitser had rode-bieten-salade gemaakt, waar Marijke gek op is. Het hoofdgerecht was Gado-Gado à la Kees, gelardeerd en weggespoeld met Franse wijn en water. En natuurlijk afsluiten met die pruttelkoffie van Kees. “Morgen gaan we verder”, Kees kijkt wat meewarrig naar een indrukwekkende sterrenhemel. We “doen nog een half bakkie” en gaan slapen. Maar niet voordat Marijke en ik uitvoerig een bijzondere dag hebben geëvalueerd.

De volgende morgen, onze eigen waakhond ligt nog steeds bij de camper. Hij begrijpt er niets van dat we de luifel indraaien en de fietsen achterop doen. Hij loopt naar de camperdeur en kijkt naar Marijke. Dan kijkt hij naar mij hoe ik de fietsen vastbindt. “Komen jullie eerst nog koffie drinken” klinkt er tijdens het zoveelste rocknummer. En even later staat de camper op de oprit en wij zitten aan de koffie. Marijke en ik hebben de rekening naar boven afgerond, en in dichtvorm met het getal zeven op een zelfgemaakte kaart onze dank uitgedrukt. Kees maakt de enveloppe open en wacht even met lezen. Ook weer zo’n trucje van stoere mannen om opkomende emotie weer terug te dringen. “Prachtig”, zegt Kees als hij de kaart heeft gelezen en twee vochtige ogen dwingen hem even te wachten met verder commentaar “Jullie waren een stel bijzondere gasten” mompelt hij nog tussen die paar resterende prachtige tanden.
We nemen afscheid, er zijn weinig kerels die ik zoen, maar voor Kees maak ik een uitzondering. Het eerste uur in de camper wordt er weinig gesproken, dit waren twee mooie dagen en een bijzondere ontmoeting.

Als je op zoek bent naar een eenvoudige camping met een bijzondere campingbaas: Camping à la ferme Ahimsa, 7 Chemin de Pouilly, Le Bouchat 71310, Serrigny en Bresse, Frankrijk (Telefoon: 0033-385477872). Vergeet hem vooral niet de groeten van ons te doen.

Thuisgekomen heb ik nog even nagezocht wat Ahimsa eigenlijk betekent. Ahimsa is een religieus of spiritueel filosofisch concept van geweldloosheid en eerbied voor al het leven. Ahimsa betekent volledige geweldloosheid. Het is een innerlijke houding waarin men leeft, die een zekere ontwikkeling vereist, zonder ook maar iets op enig niveau te forceren. Het is dus gewoon Kees.

zondag 1 november 2009

Baanseizoen afgesloten in Zutphen


Zaterdag 31 oktober was traditioneel de allerlaatste baanwedstrijd en tevens werpvijfkamp van het jaar bij A.V.Hanzesport-Zutphen. Organisator Han van Dijk had een en ander perfect geregeld, inclusief de afsluiting met een heerlijk buffet. Het was de hele dag prima herfstweer en onze werpersgroep kon met vijf man sterk voor de laatste keer nog even genieten, het waren er bijna zes want helaas moest op het laatste moment Jan van Hooft met een rugblessure afhaken. Voor Corné Jacobs (M40) was het de vuurdoop in zijn allereerste werpvijfkamp, waarschijnlijk heeft hij gedacht "in die laatste werpvijfkamp moet ik toch maar even de pijn verbijten". Met goede prestaties kogelslingeren (29.44m) en gewichtwerpen (9.44m) kwam Corné tot keurige 2292 punten (3de M40), een prima uitgangspunt voor 2010! Peter Holthuijsen kon na twee maanden blessureleed (en niet trainen) eindelijk weer pijnvrij meedoen en deed dat zéér verdienstelijk met 3367 punten (1ste M45). Henk van Bakel verbeterde op de valreep z'n beste jaarprestatie met gewichtwerpen naar 12.72m en kwam tot heel goeie 3248 punten (1ste M55). Frans Klep kwam wéér boven de 10 meter met kogelstoten en eindigde met 3058 punten (4de M60). Ikzelf bleef onder de maat in deze laatste werpvijfkamp met 3806 punten (2de M60), wel nog met een uitschieter én nieuw clubrecord met kogelstoten 12.55m.
De individuele Scopias-prestaties op achtereenvolgend kogelslingeren, kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen en gewichtwerpen:
Corné Jacobs (M40: 29,44 - 10,69 - 32,97 - 31,39 - 9,44)
Peter Holthuijsen (M45: 38,59 - 13,01 - 40,78 - 39,94 - 12,35)
Henk van Bakel (M55: 30,48 - 10,01 - 33,91 - 42,08 - 12,72)
Jan Titulaer (M60: 37,77 - 12,55 - 36,22 - 36,33 - 15,80)
Frans Klep (M60: 31,79 - 10,04 - 32,81 - 32,40 - 11,99)