De Franse filosoof Montesquieu (1689 – 1755) had het allemaal zo mooi uitgedacht in zijn ‘trias politica’. Om de vrijheid en gelijkheid van ons simpele burgers te bewaken moesten de drie machten duidelijk en controleerbaar gescheiden worden. De wetgevende macht (het parlement), de uitvoerende macht (de regering) en de rechtsprekende macht (rechtbanken). Met onze parlementaire democratie (stemrecht) zorgen we ervoor dat een van de drie niet de overhand krijgt. Keurig geregeld, kan bijna niet mis, alleen de huidige praktijk loochenstraft alles.
Het is lekker weer en heb wat gekogelslingerd bij de stuw in Baarlo. Nog even nagenieten op een bank aan de Maas, naast me gaat een keurige man met stropdas zitten die een roodgekleurd verkiezingspamflet doorbladert. Ik zit in m’n trainingskloffie wat uit te dampen, hij bekijkt me enige tijd onderzoekend en vraagt: ‘Wat stem jij eigenlijk? Links of rechts’. Toevallig zit ik ietsjes rechts uit het midden en probeer grappig te zijn: ‘Ik voel me duidelijk centrumrechts!’. Hij kijkt me aan als een overrijpe tomaat, dus ik doe maar snel een poging het gesprek een positieve wending te geven en oreer verder: ‘Aan de kleur van dat foldertje te zien stem jij progressief, ik hou het zelf meer op gematigd conservatief’. Er volgt een diepe zucht, de man scheurt z’n foldertje twee keer doormidden en fluistert in m’n oor alsof niemand dat mag horen: ‘Die Wilders heeft ergens wel gelijk, ze moeten van ons pensioen afblijven, opgesodemieterd met die dure linkse hobby’s en geen rooie cent meer naar Europa!’. Hij leunt tevreden over zichzelf achteruit, strekt daarbij zijn rechterarm over de rugleuning en kijkt me triomfantelijk vragend aan. Ik laat me echter nooit zo gemakkelijk wegzetten: ‘Ja, maar Marianne Thieme is van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie en volgens menneke Pechtold begint alles bij onderwijs, onderwijs, onderwijs . . . , maar goed dat ze samen geen meerderheid hebben, want dan moesten we elke morgen weer naar school, aten we ‘s middags bruune boon’n zonder spek en veroordeelde Rutte ze vanavond op ’t journaal als staatsgevaarlijk’. De man schuift sterk gepolariseerd extreemlinks op de eerst zo vriendelijk ogende bank, staat op en snauwt me toe: ‘Zo zo, meneer de kogelwerper, een beetje de slimmerik uithangen hè, jij denkt dat je alles weet maar je snapt er geen flikker van, je lijkt wel een politicus!’. De man hupt geïrriteerd op z’n fiets en rijdt dwars over het pasgemaaide gras rechtsaf richting Baarlo. ‘Dat zal Groen-Links niet leuk vinden . . . ’, roep ik hem nog na. Maar de man heeft wel gelijk. Wij moesten op het werk altijd samenwerken om die ene belangrijke gezamenlijke doelstelling te halen. Maar die politici werken elkaar alleen maar tegen, elke partij heeft zijn eigen stokpaardje (lees doelgroepje) en ze proberen ons kiezers met loze beloftes en leugens aan zich te binden. En komen ze er na eindeloos gepolder uit, dan blijkt dat een compromis waar wij burgers geen reet meer van begrijpen. Ik ben nog steeds van mening dat Nederland een moedige daad moet stellen. Laten wij als lichtend voorbeeld naar de Europese eenwording ons kleuterlandje simpelweg aanbieden als 17-de Deutsches Bundesland. Kunnen we die hele Haagse verspilzieke wetgevende en bestuurlijke kliek reduceren naar een nietszeggende Bundesregierung. Dat geeft een besparing . . . . . . dat wil je niet weten!! En wat dacht je van die bijkomende voordelen. Mag Willempie gewoon weer domme dingen zeggen en doen, of alsnog dat huisje in Mozambique betrekken. We ruilen Koningsdag in voor een ‘Tag-der-Einheit’. Zijn we eindelijk verlost van die bloedstollende wedstrijden Duitsland-Nederland en we krijgen ‘letztendlich’ het kwartje van Kok terug. Dat had ik die keurige man nog willen meegeven, maar ja, ik had het weer eens voor mezelf verpest.
Atletiek is een machtige sport, en mijn werpnummers kan ik bijna overal trainen ergens in het buitengebied. Jammer genoeg is het geen echte volkssport, dus als ik aan het werpen ben krijg ik regelmatig nieuwsgierige aanloop. Laatst was ik me aan het kwellen op mijn minst favoriete onderdeel, het speerwerpen. Passeert een man op de fiets. Zo’n hyper-de-luxe laagzittende elektrische damesfiets. Hij blijft nieuwsgierig omkijken en besluit om te keren. Hij zet zijn super fietsmobiel naast mijn eenvoudige 8-versnellings tweewieler. Het is een klein manneke met een witte pet met een te grote klep, een iets te lange korte broek en enge witte sokjes en gymschoentjes. ‘Goeiemiddag’, begin ik maar om mezelf te verlossen van die nieuwsgierige blik. ‘Is dat niet gevaarlijk met die speer’, opent hij het gesprek zonder fatsoenlijk gedag te zeggen. Ik tuur over mijn beschikbare enorme grasvlakte: ‘Nee hoor, als ik 30 meter gooi ben ik al blij’. ‘Ja maar’, zegt ie, ‘weet je dan niet dat hier woelmuizen zitten en als je er eentje raakt kon je dat wel ‘ns 10.000 euro en twee jaar celstraf kosten’. Wat een griezelig manneke, een beetje interessant komen doen. Daar valt niet mee te praten dus ik gooi mijn speer maar eens over de afgesproken 30 meter. Hij geeft niet zomaar op: ‘Je kunt beter ontucht plegen met een 16-jarige, dan kom je er van af met een paar uur schoffelen. Heb je die advocaat niet gehoord van die twaalf in die Valkenburgse zaak. Die heeft gegarandeerd geen kinderen van die leeftijd’. Hèhè, nu weet ik waar die eigenlijk op uit is. Maar daar heb ik nu effe geen zin in: ‘Nee, die zal wel woelmuizen fokken’. Het wordt hem menens, hij zet zijn fietsmobiel op zo’n dubbele standaard, en zijn handen breed op de smalle heupjes, geen gezicht. ‘Die rechters hebben geen besef wat er speelt in de maatschappij, als je iemand met 125 km/uur in de stad dood rijdt durven ze maar een half jaar te vragen. En de mensen die achterblijven hebben verdomme levenslang’. Het manneke wordt nu echt boos, hij schuift zijn klep omhoog en priemt driftig met zijn wijsvinger in de richting van mijn ogen: ‘en die advocaten, die denigreren alles naar een paar uur schoffelen. Ze moesten zich kapot schamen . . .’. Hier heb ik echt helemaal geen zin in dus schudt ik hem af met: ‘Och ja, Rutte is nog altijd bezig met die onderste steen te zoeken bij de MH17, anders zouden we hem eens kunnen vragen. Maar sorry, ik ga verder met speerwerpen. Als je wil mag je wel even woelmuisje spelen . . ‘. Het lijkt te werken, maar net voordat hij opstapt, priemt hij nog één keer met dat vingertje: ‘door die arrogante bejaarden als jij verandert er nooit wat. Jullie laten ons hardwerkende mensen de hete kastanjes uit het vuur halen. Stelletje asociale potverteerders, steek je speer maar in je reet . . .’.
Blijkbaar doe ik het nooit goed, want ook dit manneke heb ik weer boos weten te krijgen. En feitelijk vertolkt ook hij weer een belangrijk deel van het Nederlandse sentiment. Natuurlijk erger ik me ook te vaak aan die belachelijk lage eisen van die rechters. Ook ik kan die misselijk makende advocaten wel met hun gore bef door het TV-scherm trekken. Maar ja, van de andere kant flitsen ook die andere fouten door mijn hoofd: de Zaanse paskamermoord, bejaardenverzorgster Ina Post, de Puttense moordzaak, Schiedammer parkmoord en Lucia de Berk. We doen het ergens niet goed, eigenlijk hartstikke fout. Maar ja, hoe moet dat dan??
Nee, meneer Montesquieu, de ‘trias politica’ is failliet in Nederland. Ze moeten zorgen voor een goeie balans, voor vrijheid en voor gelijkheid. Maar ze brengen onze parlementaire democratie in gevaar, in diskrediet, wij burgers kunnen slechts onze stem geven en af en toe laten horen. Maar onze stemmen worden niet gehoord of nog erger, verkwanseld in onmogelijke één-item-coalities. Onze regering, tweede en eerste kamer, rechters én advocatuur vechten elkaar op schandelijk ordinaire wijze de tent uit. Het is tijd voor een drastische maatregel, de oplossing ligt naast de deur.
Dus alsjeblieft ‘trias politica’, doe die stropdassen en zwarte toga’s definitief af en ga tomaten plukken in het Westland. Maak Nederland het 17-de Deutsches Bundesland, zet die moedige stap naar één Europa, jullie doen er niet alleen mij een groot plezier mee.