maandag 3 mei 2010

Moeder beverrat met twee zogende jongen

Op onze laatste reis door Frankrijk zat Marijke te filmen aan een meertje en zag het meteen: “Heej kijk, een beverrat”. Een hele tijd heeft ze in het voorjaarszonnetje moeder beverrat met haar twee zogende jongen kunnen volgen. Zelfs zo overduidelijk, dat je je afvroeg: “Wie kijkt er naar wie”. Zonder enige schroom waren de twee jongen aan het spelen, moeder dreef rustig over het water of liet langdurig de jongen drinken. Bekijk het onderstaande filmpje eens en stel je voor dat op dit moment deze familie beverrat ergens in Frankrijk ligt te zonnen of te grazen langs dat mooie meertje in de Dordogne. Ik weet wel, ze zijn niet erg nuttig, ondergraven de oevers en er zijn zelfs mensen die er bang voor zijn! Maar ook beverratten hebben recht, net als wij, op een ongestoord leventje. Hoe anders is de werkelijkheid, want wij mensen denken immers dat we over alles de baas kunnen spelen op deze aardkloot. Ik heb op internet wat informatie opgezocht over beverratten, voor ons grotendeels een herkenning van wat we zelf hebben gezien. Voor jullie hopelijk ietsjes meer respect voor de beverrat.

De beverrat (Myocastor coypus) is een groot, op een rat gelijkend knaagdier. De schaars behaarde staart is cilindervormig en loopt uit in een punt. De vacht bestaat uit glanzend bruine en geelbruine dekharen en een grijze ondervacht. De wintervacht is dikker dan de zomervacht. De snuit, kin en de meeste snorharen zijn wit, behalve de bovenste snorharen, die zwart zijn. De snorharen worden tot 13 cm lang. De buitenzijde van de snijtanden zijn oranje van kleur. De voorpoten hebben klauwen. Tussen de tenen op de achterpoten heeft een beverrat zwemvliezen. De ondervacht is waterdicht. De neusgaten en de mond kunnen worden gesloten, en ogen, neusgaten en kleine oren zijn hoog op de kop geplaatst, zodat ze tijdens het zwemmen boven water steken. De beverrat wordt 36 tot 65 centimeter lang en vier tot negen kilogram zwaar. De staart is 25 tot 45 cm lang. Mannetjes worden over het algemeen groter dan vrouwtjes.

De beverrat leeft voornamelijk in moerassige gebieden en ook langs traagstromende rivieren. Ze hebben een voorkeur voor stilstaande wateren met dichte begroeiing. Als hol graaft hij een gang in een steile rivieroever of een dijk, vlak boven de waterspiegel. Deze holen hebben een diameter van twintig centimeter en zijn tot zes meter diep. In het hol maakt hij een plat nest van dode grassen. De nestkamer heeft een diameter van zo'n 30 centimeter.

Hij is voornamelijk in de schemering en 's nachts actief. Het is een echte planteneter, die voornamelijk grassen eet, aangevuld met stengels, vruchten, wortelen en knollen, ook de wortelstokken en vruchten van waterplanten. Het is een goede duiker en haalt veel voedsel onder water. Hij zwemt met snelle stroken met de voorpoten en krachtige, afwisselende slagen met de achterpoten.

De beverrat wordt zes tot acht jaar oud. In Europa zijn de belangrijkste vijanden hermelijn, kiekendief en hond, terwijl jongen worden gevangen door verscheidene soorten uilen, buizerd, nerts, huiskat en snoek. Hij kan aan roofdieren ontsnappen door voor enkele minuten onbeweeglijk in het water te liggen. De meeste dieren sterven in Europa aan strenge winters en ziekten.

Enkel het vrouwtje zorgt voor de jongen. Een vrouwtje heeft acht tot tien tepels in twee rijen, die hoog op de flanken van de beverrat liggen. Hierdoor kan het vrouwtje haar jongen zogen terwijl ze op haar buik ligt. Door de hoge ligging van de tepel kan het vrouwtje ook in het water zogen, maar meestal worden de jongen in het nest gezoogd.

De beverrat is (waarschijnlijk vanuit Argentinië) in de jaren twintig naar Europa, de Verenigde Staten, Afrika, Japan en de Midden-Oosten gehaald om te worden gefokt voor zijn pels, die in kleding wordt verwerkt. Uit deze fokkerijen ontsnapten enkele dieren, die zich hier hebben kunnen handhaven.

In poldergebieden en bij rivieren zijn beverratten een bedreiging voor de dijken, die verzwakt worden door de holen die de beverrat in de dijk graaft. Daarom wordt hij actief bestreden door medewerkers van waterschappen of gemeentes.

Het vlees van de beverrat wordt ook gegeten. Omdat de benaming 'rat' niet zo appetijtelijk klinkt heeft het, net als de muskusrat, de bijnaam waterkonijn gekregen.

Wij hopen uiteraard dat onze beverratjes nog lang en gelukkig mogen leven??

Geen opmerkingen: