zaterdag 21 januari 2012

Plagiaat . . . .

Deze week werd ik nogal vilain beschuldigd van plagiaat. Nu ben ik in die dingen misschien wat zwaar op de hand, dus ik schrok me dan ook echt wezenloos, plagiaat, ikke? Dat heeft toch iets te maken als je een wetenschapper, een kunstenaar of een schrijver benadeelt door het onrechtmatig ‘copy-paste’ van zijn creativiteit. Nou ja, ik pik wel eens plaatjes van internet, maar alleen die waar geen auteursrecht op berust. Maar mijn teksten? Die bedenk ik toch echt zelf, als ik niet kan slapen, onder het trainen of zomaar onder het nietsdoen. Of toch . . . ?

Ja, ik weet ook wel dat er veel van mijn andere website www.titven.nl wordt weggejat. Hier staat met bloed, zweet en tranen, maar ook met ontzettend veel plezier, mijn kostbaar vergaarde genealogische informatie. Maar ik heb daar geen enkele moeite mee, de lol zat ‘m in het opsporen in de vele archieven en ik wil dat best delen met het World-Wide-Web. Wel heb ik op de homepage geheel voor-de-kat-zijn-viool gezet ‘als je complete pagina's wegkaapt, heb dan het fatsoen om het even te melden!’ Misschien een beetje geniepig, maar op een zeer kritiek punt in mijn genealogie heb ik doelbewust een vette fout opgenomen! Niemand heeft zich ooit bij me gemeld dat hij (of zij) iets van mijn website heeft gehaald, maar twee weken geleden vond ik die bewuste fout maar liefst voor de 30-ste keer terug op internet, echt waar!! Maar na die beschuldiging van plagiaat zit ik toch effe behoorlijk te zweten voor m’n laptop. Moet ik nu die ‘30’ allemaal gaan aanklagen voor plagiaat, of kunnen die (als ze achter die bewuste fout komen) mij aanklagen voor frauduleus handelen?

Maar laten we eerst even verder kijken, hoe kom ik eigenlijk zelf aan mijn informatie? De afgelopen weken heb ik onderzoek gedaan in het archief van de Staten Generaal. Daar heb ik onder andere een pensioenbrief ‘getranscribeerd’ uit 1607, dus dat moeilijk leesbare handschrift letterlijk woord voor woord overgezet in het voor iedereen leesbare Microsoft Word, Font Calibri, lettergrootte 11. Dat zou dus eigenlijk plagiaat betekenen? Nou ja zeg, dan kan ik me wel een andere hobby gaan zoeken, want sinds 1980 heb ik al duizenden van die ouwe aktes moeizaam geplagiaat.

Gelukkig kan ik wel nog gewoon blijven kogelslingeren. Ik bekijk wel veel van die slingerfilmpjes op Youtube en tijdens wedstrijden probeer ik de techniek van mijn betere tegenstanders af te kijken. Potdomme, nu ik dat zo rustig opschrijf bedenk ik me ineens: ‘mag ik wel zonder toestemming zomaar een techniek kopiëren?’ Nou ja, dat zal wel niet zo’n vaart lopen, want door mijn slechte knie lijkt mijn techniek toch nergens meer op. Maar als anderen nu toch zo gaan slingeren als ik . . . .

Maar nu even terug naar dat plagiaat. Stel dat in een boek ergens staat: ‘de Tegelse kogelslingeraar Piet Gubbels verpletterde zijn tegenstanders met een worp van 43,38m’. Als ik dan ’n aantal jaren later deze informatie gebruik en schrijf: ‘zelfs 38 jaar geleden al wist de Tegelse kogelslingeraar Piet Gubbels zijn tegenstanders te verpletteren met een worp van 43,38m’. Pleeg ik dan plagiaat? Blijkbaar dus, want ik word er van verdacht! Nou ja, ik moet wel eerlijk blijven! Het waren ’n paar van die regels en nog ’n paar uit een biografie. Dus ik ben door het stof gegaan en heb mijn excuses aangeboden.

Verrek . . . , nu dringt pas tot me door waarom die Engelstalige Wikipedia deze week op zwart moest! Het leven wordt op die manier wel erg ingewikkeld. Ze zeggen wel eens: ‘gekken en dwazen schrijven hun namen op muren en glazen’. Als we nu eens met z'n allen afspreken dat overal waar we niet onze boterham mee hoeven te verdienen, daar vanaf nu geen naam meer aan verbinden! Hoeven we ons niet meer druk te maken als iemand anders dit (ge)(mis)bruikt.

‘Nou, doe ‘s normaal man . . .’, wees nou eerlijk, we lullen mekaar allemaal na. ‘Doe zelf normaal, man . . . ‘, mooie one-liners van Cruijff, Rutte of Wilders worden toch ook te hooi en te gras gebruikt. ‘En elk nadeel heb z’n voordeel’, dus hoeven we ons voortaan niet meer te ergeren als anderen ‘ons’ napraten.

Heel voorzichtig begon ik al te denken om een advocaat in de arm te nemen. Kost wel wat, want die wetkluivers vragen gemiddeld 180 euro, en als je een goeie wil ben je vlot 250 euro per uur kwijt. Nee, eerst maar even de wetswinkel bellen. Ik had mijn stukken keurig in chronologische volgorde uitgestald voor me liggen, en ik kreeg een alleraardigste geduldige student aan de lijn. Me nog één keer schuldig makend aan datzelfde delict, sorry plagiaat, las ik kalm en beheerst de gewraakte e-mail en overig evident bewijsmateriaal duidelijk gearticuleerd voor. Het wordt doodstil aan de andere kant, en ineens begint die jongeman me toch te gieren van het lachen, hij kwam niet meer bij.

‘Uhh, lacht u om mij, offe . . ‘.

‘Sorry’
zegt de jongeman, ‘we zochten net een onderwerp voor een carnavalsbuut voor ons advocatenbal, maar u brengt me op een idee . . ‘.

zaterdag 14 januari 2012

The Voice of Holland

Afgelopen week heb ik weer te veel uren achter mijn laptop gezeten! Ik dacht dat ik mijn familiegeschiedenis compleet had, krijg ik ineens toegang tot het archief van de Staten Generaal. Je weet wel, dat van Willem en Maurits van Oranje. En laat ik potdomme zo’n tien keer mijn kapitein Tutelaer daarin tegenkomen, die uit de 80-jarige oorlog, nou ja, en dan ben ik weer verloren. Maar zo zijdelings krijg je dan toch wel mee wat er in de wereld om je heen gebeurt. Laten we zeggen, the Voice of Holland klinkt af en toe door.

Helemaal ondergedompeld in mijn 80-jarige oorlog blijkt dat Beatrix op staatsbezoek was in de Verenigde Arabische Emiraten en Oman. Toch weer wat anders dan het beleg van Oostende waar mijn kapitein Tutelaer het commando voerde. Hoe zal die eruit gezien hebben? Nou, onze huidige en toekomstige koningin zagen er echt niet uit. Compleet verborgen onder een te groot en overdreven gekleurd beddelaken, en dan een kussensloop in een bijpassende kleur nonchalant over het hoofd of hoed gedrapeerd. ‘Moet je dat zien . . ‘ zegt Marijke. Ik dacht nu even goed scherp opletten of onze uit de kluiten gewassen Alex misschien ook rondloopt in zo’n te wijde pofbroek en zo’n getordeerde lendedoek om zijn niet onbescheiden staatshoofd gedrapeerd. Wat een teleurstelling, wat een eitje, hij durfde niet! Laat ie zijn moeder en z’n vrouw rondlopen als middeleeuwse kloosterlingen, pure achterstelling van die vrouwen. Dat had ik nooit en te nimmer toegestaan, ik had me aangepast en zo’n flodderbroek aan gedaan. Het duurt dan ook niet lang of Wilders laat heel terecht wat van zich horen en is het gedeeltelijk met me eens. ‘Wat heeft de Koningin te zoeken in moskee in Abu Dhabi? Met abaya en hoofddoek?’, twittert hij. Schitterende woordkeuze heeft die man, abaya klinkt toch heel anders dan beddelaken of kopvod, toch? Alleen zijn uitleg is weer iets scherper, hij zoekt het altijd weer in die Islam. Die beddelakens zijn een symbool voor onderdrukking van de vrouw. Nou ja zeg, zo zwaar zijn die beddelakens ook weer niet, en een vrouw tussen de beddelakens? En zeg nou eerlijk, als Willem Alexander zich had aangepast en gewoon in die wijde broek was gestapt en zo’n overmaatse hondedrol op zijn hoofd had gezet? Dan was er niks gebeurd! We hadden ons kapot kunnen lachen, en hij had de twee dames volledig afgeschermd tegen alle kritiek. En half Limburg wist meteen ‘wat moet ik met Carnaval dragen’. En nou krijgt Wilders weer de schuld, maar als Willem . . . .

Deze week onderweg naar mijn trainingveldje bij Scheuten Glas even de radio aan. Groot nieuws, een Limburgs PVV-statenlid was geroyeerd omdat hij in een email iemand een 'uitgekotst stuk halalvlees, gemaakt van Turks varken' had genoemd. Nou ja zeg, Marijke en ik zappen altijd weg bij die jonge moderne cabaretiers zoals Hans Teeuwen of Theo Maassen, want wat die allemaal durven uitkotsen!!?? Sterker nog, straks krijgt die Hans Teeuwen nog een koninklijke onderscheiding voor zijn echt misselijk makende seksuele fantasieën met onze koningin. Ik zit even voor me uit te mijmeren, de Voice of Holland heeft te vaak een gespleten tong en een ‘twisted mind’. Maar als iemand me een ‘imbeciele paardenlul uit het achterlijk katholieke zuiden’ wil noemen, dan maak ik daar geen enkele ophef over, mijn zegen heeft ie . . . .

Trouwens die Voice of Holland wordt steeds meer the Voice of the Mole! Ze hadden het al wat ingeperkt, want eigenlijk zou het toch the Voice of the Netherlands moeten heten. Maar als je daar in het openbaar iets over waagt te zeggen, word je al snel beschuldigd van chauvinisme, of voor ‘imbeciele paardenlul uit het achterlijk katholieke zuiden’ uitgemaakt. Terwijl dat toch duidelijk andersom is, och, laat ook maar zitten. Want die John de Mol gaat van het Europees Songfestival nu eindelijk eens een Hollands succes maken. Idee is simpel, je zet in Hilversum een brievenbus neer en iedereen mag zijn eigen liedje en vertolker insturen. Hijzelf stopt er ook een stuk of zes in. Een onafhankelijke jury selecteert dan de zes besten, en John de Mol arrangeert hier dan een geweldige show omheen en de winnaar mag naar Cyprus. Laat nou net toevallig die zes die John de Mol in die gore bus heeft gestopt geselecteerd worden. Je gelooft het toch niet? Ik heb een beetje aan statistiek gedaan, maar als je zes witte knikkers in een grote bak met zwarte knikkers stopt. Wat is dan de kans dat je er met een Blind Audition net die zes witte raven eruit haalt? Antwoord is simpel: bedrog, fraude en de zaak besodemieteren tegelijk. Als ze hem daarmee confronteren zegt hij met een uitgestreken gezicht: ‘Jullie willen toch eindelijk die halve finale halen? En trouwens, het zijn gewoon de zes besten!’ Nu nog een kleine voorspelling van een simpele paardenlul: ‘dat songfestival wordt geen succes, maar dan is die live-televisie-show allang weer grandioos afgesloten en verkocht naar die Oosteuropese stumperds, die sowieso altijd heel eerlijk die finale halen’.

Maar gisteravond heb ik toch nog een vreugdedansje gemaakt door de kamer. ‘Hoi, hoi, hoi . . .’, high five . . . high five!! Marijke zei nog: ‘Jan, doe voorzichtig met je knie . . ‘. Kan me niks verrekken, Chris Hordijk gaat naar de finale van the Voice of Holland, we hebben eindelijk gewonnen. Schrijven en lullen ze die Charly Luske al maanden de hemel in. En gisteren ging het er echt om, er was geen uitweg meer, Chris Hordijk of Charly Luske. De enige echte onvervalste finale tussen Nederland en Molland! En WE hebben gewonnen, want wie volgende week die finale wint doet niet meer ter zake. Al bij de Blind Audition, Charly had nog niet de kans gehad één valse noot te bedenken. Draaien die vijf trouwe volgelingen exact gelijk op die knoppen. Ik heb een beetje aan statistiek gedaan, maar als je vijf serieuze juryleden serieus een zanger laat beoordelen. Wat is dan de kans dat die alle vijf exact na één seconde exact gelijk drukken? Antwoord is simpel: bedrog, fraude en de zaak besodemieteren tegelijk. Vorige week in de kwartfinale lag Chris tot drie maal toe ‘ruim’ aan kop, en wie wint er uiteindelijk: Charly, ja, die jongen kan er eigenlijk ook niks aan doen. Zelfs gisteren hadden hun gezamenlijke coaches, Niks en Sidom, al hun duidelijke voorkeur uitgesproken voor Charly. Stelletje kwallen, de wedstrijd was nog niet eens gespeeld, excuus, gezongen. Ook de mij normaal wel sympathieke Angela kraaide: ‘die the Voice wint zal eerst om Charly heen moeten, en ik zie dat niet gebeuren!’. ‘Nou, ik wel’ zei ik tegen Marijke en typte weer CHRIS op mijn mobieltje naar 3131!

Nu las ik vanmorgen dat ene Mental Theo zijn laptop door zijn plasma-TV had gegooid omdat Charly niet naar finale ging. Zal die aandelen hebben bij . . . Als WIJ verloren hadden, dan hadden we gewoon een extra borrel gepakt en dan hadden we ons weer voor de zoveelste keer gemanipuleerd en 'onderdrukt' gevoeld. En die Willem, die had gewoon in die pofbroek moeten stappen en die tulband moeten opzetten, gemiste kans om de eer van z’n land te redden . . . en z'n moeder en echtgenote van de onderdrukking.

vrijdag 6 januari 2012

Sportgala Roermond 2012

Gisteravond was in de Oranjerie het jaarlijkse Sportgala van Roermond. Hier huldigt Roermond op waardige wijze allemaal zijn kampioenen en biedt hen een spetterende feestavond aan. Ik heb dit al eens eerder verteld, de gemeente Roermond weet hoe je met kampioenen hoort om te gaan. Dat miereneukerige zoals dat in Venlo gaat, staat in schril contrast met de huldigingen die ik zelf mocht ondergaan in Eindhoven en Roermond. Die twee zijn voor mij echte sportsteden, zij huldigen iedereen die dat op de (inter)nationale sportaccomodaties bevechten en uitmaken!!!!

Van onze werpersgroep Swift Atletiek waren uitgenodigd 'onze' kampioenen Jan van Hooft, Peter en 'zijn dochter' Sina Mai Holthuijsen. Peter geeft direct na de avond zijn eerste indrukken weer: ‘Het was een onvergetelijke avond. Na afloop van het Sportgala heb ik nog persoonlijk met de presentator Dré Peters gesproken en hij vond persoonlijk dat dit het beste Sportgala was van de laatste dertig jaar. Een groot compliment ook aan de voetballer Soufiane Touzani die de prijsuitreikingen deed en tevens de hele zaal animeerde met zijn muziek en show’. Voor die het niet weten, Soufiane Touzani is een bekende Rotterdams Marokkaanse (straat)voetballer en rapper, hij staat hierboven samen met Sina Mai op de foto!

Zeker ook een felicitatie waard is de Erespeld als vrijwilliger die Jan van de Winkel kreeg opgespeld! Heel terecht voor zijn vele werk o.a. als voorzitter van de wedstrijdorganisatie commissie en namens de werpers proficiat!! Zonder vrijwilligers als Jan gaat het immers niet.

Jan, Peter en Sina Mai van harte proficiat en laat dat voor ons een extra stimulans zijn om in 2012 ook een Limburgs of Nederlands kampioenschap te behalen. Ook onze grote trainer Wim Coenen deelt in hun succes. En natuurlijk ook de andere Swift-kampioenen van harte gefeliciteerd: Martin Hasebos, Jeroen Hommelberg, Wessel Kamphuis, Jim Vaughan, Jorn Kubbinga, Liesje Knelissen, Stan Ubachs, Pie Meeuwissen, Siem Winkelmolen en Owen van Dijk.

maandag 2 januari 2012

Oplossing crisis in zicht

Ik had het in 2008 al uitvoerig voorspeld: de gepensioneerden gaan uiteindelijk de rekening van de crisis betalen! Toen ik dat zei hoorde je ze gewoon denken: ‘. . . . hij weer hoor’. Want zoals iedereen kreeg ook ik elk jaar een heel duidelijk pensioenoverzicht op de deurmat. En daar stond het altijd heel keurig zwart-op-wit, mijn opgebouwde pensioen, mijn aantal opgebouwde pensioenjaren en wat ik aan het einde van de rit aan pensioenrecht had opgebouwd. Je leest het goed, pensioenRECHT. Tot die onheilspellende berichten van afgelopen week.

Nu zijn er inmiddels al honderden miljarden steun naar de banken verhuisd, die mogen immers nooit en te nimmer omvallen. Het afgelopen jaar zijn er eveneens honderden miljarden naar de zwakke EU-landen gesluisd, we kunnen ons niet permitteren dat de eurozone uiteenvalt. Maar ergens moet dat gat toch mee gevuld worden? En wie wordt er ingeluisd, waar valt dat het makkelijkst te halen?

Eerst even wat verder terug in de tijd, ruim 150 jaar geleden, de kleine peuterboertjes worden fabrieksarbeiders. En daar was opeens die attente werkgever die opviel dat nadat de mensen te oud werden om voor hem te werken, ze dan automatisch aan de bedelstaf waren overgeleverd. Dat kon toch niet, hij vond dat maar niks, dat was niet sociaal. Daarom hield hij telkens een stukje van het loon in, en dat werd keurig op de bank gezet. Waren ze niet meer in staat om te werken, dan was daar dat ‘appeltje voor de dorst’. Ergo, ons pensioen is simpelweg ‘uitgesteld loon’. Dus aan alle jongeren onder ons, jullie hoeven echt niet voor die oudjes te gaan betalen! We hebben, getuige ons jaarlijkse pensioenoverzicht, dat zelf opgebouwd.

En de pensioenfondsen leefden nog lang en welvarend. De miljarden groeiden bijna gelijk met de gigantische kantoorgebouwen, waarbinnen onze spaarpotjes werden beheerd. Ik wilde wel eens meemaken hoe dat ging dat beheer. Dus liet ik me kiezen in het ‘College van Beheer’ van ons eigen pensioenfonds. Potverdomme, dat zag er geruststellend uit. De werknemers en de werkgevers stortten keurig hun bijdrage in de pot. Die pot werd vervolgens grotendeels keurig belegd in veilige ‘vastrentende’ aandelen en de pot liep over van de dekkingsgraad. Maar toen kregen we een nieuwe werkgever, een Amerikaan. Die vond het maar niks dat er ieder jaar ook door de werkgever een paar miljoen in die pot moest. We moesten hoognodig meer aan Asset-Liability-Management gaan doen. Je voelde hem al aankomen, er moest meer in (te) hoog renderende (te) risicovolle aandelen worden belegd! Een verschrikkelijk duur bureau met mannen in blauwe pakken met krijtstreepjes moest een Asset-Liability-Study uitvoeren. Nu was ik ook nog statistisch analist, kon een beetje rekenen en redelijk handig met Excel (toen nog Lotus-1-2-3). Na een avond ‘in eigen tijd’ rekenen had ik in een spreadsheet op A4-formaat uitgewerkt waar de heren waarschijnlijk mee zouden terugkomen. Ja, je moet je toch altijd goed voorbereiden, toch? Je wapenen tegen die VOC-mentaliteit, meneer Balkenende. Het College van Beheer schudde volkomen synchroon het hoofd en de voorzitter mompelde zonder me een blik waardig te gunnen ‘laten we nou eerst die studie maar afwachten’. Dat duurde een paar kostbare maanden, want mannen met krijtstrepen pakken zijn nogal hebzuchtig, maar dan kreeg je ook wat. We werden uitgenodigd in een te chique kantoorgebouw aan de rand van Den Haag. Weggedrukt in het pluche met vóór ons een uitgebreid kopje koffie. Dat wil zeggen: inclusief een flesje spa rood, een flesje spa blauw, een prachtig ingebonden gelikt rapport in full-color, een schrijfblok met een te chique ballpoint en een schaaltje met pepermuntjes. Ik ging zo zitten dat ik onze voorzitter recht kon aankijken. En de te gladde presentatie begon. Normaal verwacht je dat er naast sterktes en zwaktes ook gekeken wordt naar kansen en bedreigingen. Voor de kenners onder ons een gedegen SWOT-analyse. Want we praten over ‘ingehouden loon’ en het pensioenrecht van hardwerkende mensen. Maar vastberaden en doelbewust werden we richting sterktes en kansen georeerd van het zeer lucratieve meer roulette inbouwen in onze ouderwetse en achterhaalde beleggingsportefeuille. Ik waagde vast te stellen dat alleen het werkgeversaandeel hiermee gediend bleek en het risico compleet naar de werknemer werd geschoven. En dat zijn nou juist degenen die ons moeten vertrouwen en compleet zijn overgeleverd. Onze voorzitter liep rood aan ‘hoe durft ie’. De presentator opende zijn krijtstrepen jasje en ging nonchalant op de tafel voor me zitten en probeerde mij te imponeren met nogal moeilijke actuaristaal, maar kon mij niet overtuigen van die versluierde ongelijkheid en risico's. Ik stond op zodat we tenminste weer qua oogcontact op gelijk niveau waren en vouwde mijn A4’tje open. De krijtstreep stond op en draaide zich om naar de voorzitter, die inmiddels een ongezonde paarse kleur aannam. Maar ik bleef staan en zei: ‘ik vraag u beleefd mij één minuutje aan te horen, dat lijkt me redelijk tegen de drie kwartier die wij aandachtig hebben geluisterd’. Rustig leidde ik hem langs een paar grafiekjes en tabelletjes, met een volstrekt eerlijke sterkte-zwakte analyse die een evenwichtige spreiding in onze bescheiden beleggingsportefeuille kritisch beoordeelde, een eerlijke verdeling van de inleg van werkgever en werknemers liet zien en ondanks het lage risico een ruime voldoende scoorde om boven de maximale dekkingsgraad uit te stijgen. Het verhaal van de krijtstrepen als ene uiterste tegenover het schrille contrast ‘als-het-allemaal-een-beetje-tegenvalt’. De man keek afwisselend naar mij en naar mijn A4’tje, zweeg even en zei ‘keurig gedaan, met respect, maar deze discussie moeten jullie intern voeren’. Maar de sfeer was al naar de klote en ik voelde voor het eerst hoe een paria in India zich moet voelen. En je begrijpt het al, die interne discussie is er nooit van gekomen. Ik heb mijn conclusies maar op papier gezet en bedankt voor het College van Beheer met het verzoek om de brief op te bergen in het archief.

Het bovenstaande zal niet alleen gebeurd zijn met ‘ons’ zuurverdiende eigen ‘ingehouden’ loon. Ook bij de andere pensioenfondsen is volkomen onnodig risicovol en onverantwoord omgegaan met ‘hun’ geld. En we hebben er niets aan kunnen doen, we zijn onwetend gehouden van het pyramidespel dat er achter onze ruggen gespeeld is.

Nu worden de banken met honderden miljarden overeind gehouden en de sukkels die zich hebben laten verleiden verschuilen zich achter die ‘wir-haben-es-nicht-gewusst’ dikke boom. En wij gepensioneerden, die niks te zeggen hadden, elke maand keurig een gedeelte van hun loon moesten afstaan, die moeten nu de mond houden? Er zal immers niemand voor ons opkomen, wij moeten niet klagen, we hebben het toch zo verrekte goed, we hebben het beste pensioen van de hele wereld. Nee potverdomme, we moeten ze aanklagen, we zijn ronduit bestolen en besodemieterd. Hebben jullie al één politieke partij gehoord, die kamervragen gaat stellen? Nee, in een pyramidespel zijn altijd degenen die ingelegd hebben uiteindelijk de dupe, eigen schuld dikke bult?

We hebben altijd in het volste vertrouwen onze spaarcentjes op de spaarbank gezet, we hebben nooit getwijfeld dat ons pensioenrecht niet goed beheerd zou worden. Maar helaas, we worden keihard met een nieuwe realiteit geconfronteerd. Sprak vroeger de bankdirecteur tegen de pastoor: ‘als jij ze dom houdt, houd ik ze arm?’ Nu zijn ze al met z’n vieren, ze kunnen nu samen hun pokerspel spelen, de politiek en het pensioenfonds zijn aangeschoven. En de voorzitter van het pensioenfonds neemt het woord:

‘Als jij ze misbruikt, jij ze voor de gek houdt, en jij hun spaargeld vergokt, zal ik net doen alsof we er niets aan kunnen doen’

zondag 1 januari 2012

Beste wensen


De allerbeste wensen, en moge er in 2012 heel vaak met veel lol heel ver gestoten, geworpen en geslingerd worden met veel respect voor de afstanden van je tegenstanders!

zondag 25 december 2011

Fijne kerst

Ja, fijne kerst, wat stelt dat eigenlijk voor? Kerstmis wordt het sowieso en dat fijne moet je er toch zelf van maken! De feitelijke aanleiding is heel simpel, maar wordt te vaak naar de achtergrond geschoven. Vandaag viert Jezus Christus zijn 2011e verjaardag. Het romantische kerstverhaal op zich spreekt altijd aan, hoe God zijn eigen zoon geboren laat worden in een nederige kribbe te midden van een os en een ezel. In ieder geval was het belangrijk genoeg om onze jaartelling mee te beginnen, de wereld begon weer op ‘nul’. De nieuwgeborene werd welkom geheten door de herders in het veld en van heel ver uit het oosten kwamen slechts drie mannen om hem te aanbidden. Hij heeft indertijd de krant vast niet gehaald, en vanaf het moment dat men wist van zijn bestaan werd hij verguisd en werd er op hem gejaagd. Net zoals nu levert immers iedere bedreiging van de gevestigde orde een potentieel gevaar op. Een moeizame strijd, een leven van goedheid, wijsheid, vergeving en respect begon. Hopelijk weten velen van ons nog hoe het Jezus Christus vergaan is en hoe hij na 33 jaar aan het kruis werd gehangen.

Vanmorgen na een uitgebeid kerstontbijt zaten we naar de herhaling van de documentaire over Nelson Mandela te kijken. Niet dat we de uitzending gemist hadden, maar we moesten het gewoon nog een keer zien. Op 18 juli 1918 werd in Transkei de zoon van een eenvoudige herder geboren, Nelson Mandela. Voor zijn vreedzame strijd tegen de apartheid en tegen de verschrikkelijke vernedering van de zwarte meerderheid werd hij in 1964 tot levenslang veroordeeld op Robbeneiland. De ‘beschaafde’ wereld wist ervan en keek ernaar. Na 27 jaar werd hij uiteindelijk vrijgelaten en vier jaar later was hij de eerste zwarte president van Zuid-Afrika. Tot zover de naakte feiten. In de documentaire kwamen alleen mensen aan het woord, die hem van nabij kennen of meegemaakt hebben. Wat ons daarbij opviel dat iedereen zo diep en emotioneel geraakt werd door deze man, de ogen bleven niet droog. Nelson Mandela, een nederig man, een groot leider die met een ontwapenende glimlach zijn grootste vijanden overtuigde van hun ongelijk, werd een voorbeeld voor iedereen. Gewoon door ‘hoe’ hij zich onverzettelijk inzette voor vrede en gelijkheid in een zo verscheurd land. Die Nelson Mandela, die ook vond dat mannen hun eigen bed moeten opmaken en hun eigen potje moeten koken. Ook dit is een zoon van God, geboren in een hutje op de onmetelijke grasvlakte van Transkei, die als jongen de kudde van zijn vader hoedde, zich wilde inzetten voor gelijke behandeling van de ‘zwarten’, daarvoor 27 jaar werd opgesloten in een kille cel en daarna ongebroken de strijd uiteindelijk won.

Waarom begrepen de Khadaffi’s, de Moebaraks en de Sadam Hoeseins hem niet? Waarom opent hij Assad niet de ogen? Willen jullie het antwoord? Gewoon die hebzuchtige macht, dat niet te stoppen dierlijke instinct om anderen te onderdrukken en zichzelf superieur te stellen! Dat is nou precies het tegenovergestelde van die fijne kerst!
Vanmiddag hebben we onze ‘traditionele’ wandeling gemaakt naar de roze zusters in Steyl. Bij het klooster is een kleine kapel, die een voorzichtige inkijk geeft in de kloosterkerk en op de eeuwigdurende aanbidding van de roze zusters. We waren net op tijd voor het middaggebed, de ‘none’. Door de vitrage zag je het vage roze en witte van de nonnen, die psalmen zongen met ijle sopraanstemmetjes, die zo prachtig nagalmen in de kerk. Een moment voor zelfreflectie en na te denken over die idiote beslissingen die om ons heen worden genomen die de wereld en zijn bewoners onomkeerbaar naar de knoppen helpen. Ja, je kunt het niet beïnvloeden, maar om er in deze sfeer over na te denken kan geen kwaad.

We gaan naar buiten en verzuchten naar elkaar ‘ook dit is een fijne kerst’ en wandelen naar de kapel van de paters SVD. We steken een hele rij kaarsen aan voor mensen die het moeilijker hebben dan wij. Met kerst denk je immers niet aan jezelf, je denkt aan de ander. Net zoals Jezus Christus en Nelson Mandela dat altijd doen en gedaan hebben. Kunnen we nog wat van leren.

vrijdag 9 december 2011

Laatste tienkamp in 1977

Een beetje aangemoedigd door de 'Oude atleten' pagina op Facebook ben ik weer eens aan het neuzen in oude plakboeken en oude uitslagen. Heej, blijf even steken in 1977. Het is 't allerlaatste jaar dat ik heb meegedaan aan de Zuidnederlandse Tienkamp kampioenschappen, het was in Roosendaal. Ik weet het nog goed, het was er slecht weer en het waaide ontzettend hard. Zo hard zelfs dat de complete hoogspringmat werd opgetild en twintig meter verder tegen het hekwerk terecht kwam. Ooh ja, we bleven slapen in Roosendaal.

's Avonds zijn we nog op stap gegaan in de binnenstad, we raakten per ongeluk in een homo-bar verzeild. Het was er best wel gezellig, maar niet iedereen van ons vond dat. Eentje bleef er angstvallig met z'n rug stevig tegen de muur staan.

Als ik nu de uitslagen nog eens doorlees besef ik me dat 1977 tevens de doorbraak was van twee nieuwe meerkamptalenten uit onze regio. Hiernaast de krantenknipsels uit 1977, als je er op 'klikt' wordt het wat groter en beter leesbaar.

Waar blijft de tijd, alweer 34 jaar geleden . . . .

zondag 4 december 2011

David tegen Goliath

Soms kun je bij sprookjes niet duidelijk genoeg zijn, maar ook hier berust iedere gelijkenis met de werkelijkheid op toeval.

Er was eens een heel gelukkig volkje in het binnenbos. Ze waren klein van postuur en gering in aantal, en omdat ze alles samen deden en deelden waren ze heel gelukkig. Men noemde hen ook wel de Baloren, omdat ze nogal balorig konden zijn en balorigheid in artikel 1 van hun grondwet hadden opgenomen. Ze werden niet groter als asperges en niet dikker dan winterpeen. De balorige vrouwtjes werden elfjes genoemd, gewoonweg omdat de liefde van zelfjes ging. Ze onderscheidden zich van de mannetjes omdat ze niet zo recht waren als asperges en meer wulpse vormen aannamen dan een winterpeen. Vaak droegen ze een door spinnen geweven manteltje, die leken op vleugeltjes als de elfjes heupwiegend door het binnenbos huppelden.

In het balorig binnenbos moest natuurlijk hard gewerkt worden voor de kost, maar dat nam niet weg dat er tijd genoeg overbleef om te sporten en te spelen. De moedersport was Goliath, met de meest balorige onderdelen als lopen, springen en werpen. Er was niet veel accommodatie voor nodig, een klein cirkelvormig lapje bosgrond werd ontdaan van het ruwe bosgras en de grote boskiezels. Daarbinnen werd dan rondjes gelopen, over struikjes gesprongen en met van alles gegooid. Er waren vijf werponderdelen. Zo was er eikeltje stoten en eikeltje slingeren. Met het hoedje van de vliegenzwam werd er paddediscus geworpen, met kleine rechte takjes van gelijke lengte en gewicht moest zover mogelijk worden geworpen. En tenslotte was er het steenslingeren, afgekeken van David tegen Goliath. De elfjes hadden een kniekousje gebreid, ditmaal niet bedoeld om balorige voetjes te warmen maar om een fikse steen in te stoppen. De kous werd dan rond geslingerd en zover mogelijk weggegooid. Een stekelige dichte haag meidoorn garandeerde de veiligheid voor de balorige kindertjes. Na het laatste onderdeel werden de afstanden opgeteld en die de hoogste totaalafstand over vijf onderdelen haalde, mocht een zwoele nacht op het Eros-eilandje doorbrengen met de wilde elfjes. Het gebeurde wel eens dat er niet veel later een huwelijksfeest was omdat er een balorig motje onderweg was. De baloren maalden daar niet om.

En de baloren en de elfjes leefden nog lang en gelukkig? Dat had je gedacht! Geregeld toog men op wedstrijd in het immense buitenbos, ieder jaar verzamelden zich de beste werpers bij de Tusporen en de Hanzoren. En uiteraard ook de jaarlijkse thuiswedstrijd bij de Baloren zelf. Heel geniepig en heel geleidelijk groeide er tweespalt, binnen het cirkeltje in het binnenbos ontstonden twee groepen. Allereerst de Nerodivads, ze waren het meest omvangrijk. Althans in aantal, niet in omvang, want zij leken het meest op die asperges. Zij liepen alsmaar rondjes, waardoor ze alsmaar magerder werden. Omdat ze zo mager werden gingen ze weliswaar steeds harder lopen, maar werden aldus volkomen ongeschikt om bomen te kappen en vruchten te torsen. Hun elfjes moesten het zware werk overnemen en dat leidt niet naar een gelukkig bestaan. En zeg nu zelf, vrijen met zo’n koud wit asperges-stengeltje nodigt niet erg uit.
Op het binnenterrein was een klein groepje werpers aan de gang. Tegengesteld aan de Nerodivads hadden zij de geuzennaam Davidoren gekregen, vanwege de eerdergenoemde David die Goliath versloeg met zijn slingersteen. Zij hadden meer het aanzien van massieve winterpenen met een frisse kleur, waar je als elfje stevig houvast aan hebt. Andersom werden de elfjes door de Davidoren met gemak op handen gedragen.

Ondanks het ontbreken van een aandelenbeurs werd het crisistijd in het binnenbos, enerzijds de baloren die na het rondjes lopen te moe waren om te werken en de andere baloren, die trainden om daarna harder te kunnen werken. Ook het kamp van de elfjes werd sterk verdeeld, de Nerodiva’s waren jaloers op de elfjes van de werpers, de Gooi-ze elfjes. En niets ergers en gemener als ruziënde elfjes, zeg ’t nou zelfjes.

Zo gebeurde het dat vorig jaar de Hanzoren en Baloren hun spelen op dezelfde dag hadden gepland. De Davidoren staken daar tijdig een stokje voor, met de grote Hanoor werden datums verschoven, hèhè dat ging net goed. Nu konden beide werpfeesten tot een gigantisch succes uitgroeien. Echter als straf werden de Gooi-ze elfjes geweerd bij hun eigen thuisspelen. In het najaarszonnetje zaten daar de lieftallige Gooi-ze elfjes op een rijtje, ze mochten niet meehelpen en konden slechts werkeloos toezien op hun eigen Davidoren. En ja, hoe gaat dat dan, dubbel gigantisch succes valt niet bij iedereen goed, en zelfs in sprookjes moet je dat dan gewoon de nek omdraaien.
Komend jaar staat het werpfeest van de Hanzoren en de Baloren wéér op dezelfde dag gepland. Wat een verschrikkelijk balorig drama, boze tongen beweren dat één elfje dwars lag. En daar moeten twee geweldige werpfeesten en alle Davidoren het tegen afleggen. Maar het binnenbos draait door, voor de Gooi-ze elfjes maakt ’t niet uit. Ze mochten toch al niet meedoen en blijven als één goede fee achter hun Davidoren staan.

Nou, ho effe, dat met die goeie en slechte fee is weer een ander sprookje. Tsja, het is ook allemaal zóó verwarrend, soms krijg je ook het balorige gevoel dat je in een akelig griezelig buitensprookjesbos bent beland.

En toch leefden ze nog lang en gelukkig.