dinsdag 3 december 2013

Doelstellingen kunnen verschillen

imageHet landweggetje binnendoor van Baarlo en Maasbree lag er geweldig mooi bij. Slingerend tussen bosjes en langs licht glooiende akkers, de dampende schoorstenen doen de verstrooide boerderijen denken aan stoomboten uit Spanje. Met handschoenen aan en muts over de oren getrokken is de kou goed te hebben en rest mij het genieten van die uitrustende akkers. Bevroren rijp maakt de overgebleven bladeren aan de bomen extra zwaar, waardoor ze nog wat sneller gaan vallen. De weg omzoomd met wit verijsde gras en de daarbij passende laaghangende mist legt een mystieke deken over de akkers die toe zijn aan hun winterslaap na de laatste oogst. Het is goed oppassen voor de bevroren plasjes op de weg. Fietsen lukt nog goed, wandelen is voor mij een crime, er moet hoognodig wat gebeuren met mijn knie.

Gedachten dwalen af naar gisteren, mijn eerste bezoek aan de orthopeed na alweer zeven jaar. Die laatste woorden van toen klinken nog steeds door ‘uw knie is zo slecht, daar helpt alleen nog stijf zetten of een prothese’. Om daar vervolgens smalend aan toe te voegen ‘en sporten, zeker kogelslingeren, kunt u dan vergeten. Ja, dammen of schaken . . . ‘. Nondedju, stelletje klojo’s! Intussen heb ik toch stiekem genoten van alweer zeven jaar geweldige atletiek. Ja, weliswaar met een brace en elke dag glucosamine slikken! Speciale oefeningen van de therapeut en zelf goed doordachte aanpassingen aan die ingewikkelde werptechnieken. En natuurlijk te vaak de pijn moeten verbijten! Op mijn eigen ingetogen manier ook genoten van de vele goedbedoelde en vasthoudende tips van trainer en collega’s ‘langer op links blijven, dieper gaan zitten, je draait op je voorvoet potdomme, waarom maak je geen extra draai, je kunt zomaar vijf meter verder gooien’. Ik heb het allemaal vriendelijk aangehoord, instemmend toegeknikt en ze keurig in hun waarde gelaten, maar ik wist wel beter. ‘Überhaupt’ en ‘undoubtedly’ weet ik het veel beter, na 56 jaar actieve atletiek en die ontembare passie voor werpnummers overstijgt mijn kennis verre die van mijn raadgevers. Maar het hoorde allemaal bij die zeven jaar genieten, succesvolle kampioenschappen zijn daarbij van ondergeschikt belang, ik was er nog bij en genoot!!

Zo stapte ik gisteren het ziekenhuis binnen. Een gedetailleerde analyse gepropt in een A5-envelopje met alle alternatieve knieprotheses, ervaringen van voorgang(st)ers en natuurlijk die röntgenfoto van zeven jaar geleden. We waren de eersten, de secretaresse wacht tergend lang tot 8:15 uur, en ratelend wordt exact op aanvang werktijd het luikje omhoog getrokken. ‘Zegt u het maar’ klinkt het een beetje verbeten, maar ja het is maandagmorgen. Misschien een slecht weekend gehad of niemand die het luikje voor haar wilde opendoen. ‘Een hele goede morgen, dank u wel mevrouw, ik heb hier een gezegende afspraak om half neimagegen’, en schuif met de pink omhoog mijn ziekenhuispasje over de balie. ‘Ga daar maar zitten’ sist ze me toe, mijn eerste educatieve bijdrage van de week slaat blijkbaar niet aan. En even later doe ik een aller vriendelijkste orthopeed heel trots mijn verhaal van de afgelopen zeven succesjaren, en verzuim daarbij niet het alles vernietigende start-advies van zijn collega, de zeven jaar oude foto opzichtig uit de enveloppe schuivend. ‘Doe de broek maar eens uit’ zegt hij en wijst naar de onderzoektafel. Mijn knie wordt onzedig betast en bij de eerste forse torsie kom ik 20 centimeter los van de tafel. In mijn vlucht zie ik dat Marijke ook 20 centimeter loskomt van haar stoel, dat noem ik nog eens meeleven! Er moeten geheel overbodig röntgenfoto’s worden gemaakt en ik zeg tegen Marijke ‘ik mag verrekken als hij zo meteen concludeert dat de knie slechter is geworden!’ Na twee keer ’n half uur wachten en één minuut daartussen voor het maken van de foto’s zitten we voor de tweede keer tegenover de vriendelijke orthopeed. En ja hoor, mijn knie was ‘zelfs zichtbaar’ slechter geworden. Hèhè, tijd dat we de regie overnemen. Na enkele gerichte vragen ligt even later een ‘wel erg zware’ knieprothese op tafel en krijgen we kundige uitleg van ‘wat er moet gebeuren’. Wachttijd 1 à 2 maanden en na drie maimageanden moet je normaal weer zonder krukken kunnen lopen. En ja, kogelslingeren? Als dat weer gaat lukken dan kom ik in een medisch vaktijdschrift, verzekert me de orthopeed. Ja ja, doelstellingen kunnen verschillen, ik ga voor het Statistisch Jaarboek Atletiekunie met zes vermeldingen op de diverse werponderdelen.

De tijd vliegt voorbij als je zo mijmerend door een winters landschap fietst. Mijn oud-collega verwacht mij nooit, maar is altijd blij verrast als ik me luidruchtig in de huiskamer van het verpleeghuis meld. ‘Aaahh Janneman . . . ’ roept hij terug. En de rest van de morgen zitten we met de knieën tegen elkaar ouwe koeien uit de sloot te halen. Tranen rollen over de wangen van het lachen en hij slaat in verrukking met zijn rechtervuist op mijn pijnlijke linkerknie.

Maar die kan daar wonderwel tegen, die heeft heel wat pijn verdragen om al die slingerkogels gelukkig te laten vliegen . .

Morgen volgt een second opinion . .

Geen opmerkingen: