De kampioenschappen zijn voorbij, de nationale medailles zijn verdeeld, tijd om de balans op te maken. Wat blijkt, bij alle ‘mogelijke’ werponderdelen heb ik op het podium gestaan. Wie doet me dat na? Drie maal GOUD, tweemaal ZILVER, tweemaal BRONS. Nederlands kampioen kogelslingeren M60, gewichtwerpen M60, speerwerpen M65. Zilver met werpvijfkamp M60, zilver op kogelstoten M65. Brons met kogelstoten indoor M60, brons met discuswerpen M65. Sorry, meer was er kwantitatief niet te halen.
De buit is binnen, tijd voor een korte kritische analyse. Die werpnummers stellen tegenwoordig ook niks meer voor. Mag er nog wel geworpen worden op een atletiekveld? Het niveau van mijn tegenstanders stelt geen reet meer voor. Naarmate je ouder wordt, neemt de kans op een medaille toe. Of was het misschien toch een kwestie van geluk.
Maar nu even de feiten, tijd voor een conclusie. Ik heb er onafgebroken ’n paar keer per week met gigantisch veel plezier voor getraind, zelfs op vakantie. Ik heb mijn oude ledematen gepijnigd om nieuwe technische aanpassingen aan te leren. Natuurlijk heb ik me ook voor elk kampioenschap aangemeld. Niet alleen die ik zeker dacht te winnen. En die er niet bij waren, heb ik niet kunnen verslaan. En met die er wel bij waren heb ik 'beregezellige' wedstrijden beleefd.
En nu even de tijd om trots op mezelf te zijn . . .
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten