zondag 8 november 2009

Scheuten Glas: de eerste trainingsgroep van Lampis?

Vanmorgen heb ik weer eens lekker getraind op mijn veldje bij Scheuten Glas (aan de Magalhaesweg, 5928 LL Blerick). Betekent voor mij wel iets vroeger opstaan als normaal, eitje koken, en bij het ontbijt keek het zonnetje nog wat nevelig maar wel resoluut over de schutting. “Het wordt een mooie dag” zegt Marijke, en ze heeft er verstand van. Gisteravond hadden we al besloten om de camper mee te nemen, Marijke had al een paar stukken vlaai uit de diepvries gehaald, en alles gechecked om koffie te kunnen zetten. Want er hadden zich een paar man (spontaan) gemeld via de mail die mee wilden trainen, benieuwd wie er komt. Marijke kwam ook nog met het idee om “Mobiele Kantine” op de camper te plakken. Ik had in alle dichterlijke vrijheid het Lampis-logo toegevoegd en daaronder de logische tekst “alles veur nop”.

Potverdorie, de buurman had z’n auto weer eens ongelukkig neergezet, dat betekent heel voorzichtig laveren. Een keer terugsteken en op naar Blerick met die 6.71 meter. Ik ga daar niet staan wachten op “wie-er-komt” en laadt de werpspullen uit. Marijke installeert zich in het zonnetje met een (goed) boek. Eerst maar kogelstoten, beetje losmaken en opwarmen. De opdracht die ik mezelf vandaag opleg is 12 meter uit stand stoten, en dan goed opletten: “lang achterblijven, eerst rechter heup indraaien en dan hoog uitstoten en kogel nakijken”. Heej, daar komt Henk aan. Hij sjeest de hoek om en parkeert, zoals alleen Henk dat kan, snel en in één keer goed op de plek. Ooh, volgens mij is ie nog niet helemaal wakker, want nog half verdoofd pakt hij z’n kogel en begint dat ding achteruit over z’n hoofd weg te sodemieteren. “Goeiemorrege, det is niks veur mich zoë vrûug . . . . “. Ik slaag er net niet in om die 12 meter uit stand te stoten, maar met aanglijden is ’t een makkie. Henk stoot toch zo vroeg op de morgen maar even 10 meter, niet verkeerd.

We gaan kogelslingeren, bij de tweede worp komt voorzichtig een grijs bestelwagentje de hoek om. “Det is Paul” zegt Henk, en ja hoor, nu zijn we opeens een echte groep!! Paul heeft duidelijk nog wat trainingsachterstand want het gaat allemaal wat stijfjes. Maar Paul pikt altijd aanwijzingen goed op en na wat commentaar van Henk en mij gaat het snel alweer een stuk beter. En wat mij nog nooit gelukt is, lukt hem wel. Ik hoor een langgerekt “potverdomme . . . . . ” en zie Paul met z’n handen in de zij een van de bomen boos aankijken. In de top wiebelt zijn slingerkogel en het handvat oogt muurvast tussen de takken. Snel probeer ik eigenkennis en ervaringen uit m’n verre jeugd te combineren. Ik ben nogal lomp, en niet meer zo lenig lenig terwijl Henk zo’n beetje de omgekeerde kenmerken heeft. “Henk, as ik hendje gaon staon, kans dich in d’n baum klumme”. Henk heeft zoals altijd weinig tijd nodig en stapt gezwind van mijn handen op mijn schouder en begint aan die kogel te rukken. Op zo’n moment rest mij slechts alle vertrouwen bij Henk te leggen in de hoop dat hij me die kogel niet op m’n kop laat vallen. Maar ja, hij rekent er natuurlijk ook op dat ik me als ladder gedraag en stokstijf tegen die boom blijf staan. Het gaat goed en na enig buigwerk is de slingerkogel weer geschikt om mee te gooien. “Paul, de môs waal tösse die buim door goëie . . . “, het helpt want het gaat verder uitstekend.We gaan discuswerpen, ik leg eerst uit dat de eerste boom op 28 meter en de tweede op 37 meter staat, een geruststelling dat de meeste worpen er tussenin passen. Toch slaagt Henk erin de 28-meter-boom in z’n eerste poging van z’n laatste bladeren te ontdoen. Dit is overigens een onderdeel waarbij we veel van elkaar kunnen leren. Henk en ik maken de eerste draai altijd veel te kort, maar doen ons best toch steeds “dat sprongetje naar voren te maken”, iets wat Paul echt voorbeeldig doet. Daarentegen hebben Henk en ik een redelijke afworp, die als het lukt ook redelijk hoog eruit komt. Paul zet zijn linkervoet bij de afworp op “12 uur” terwijl Peter ons geleerd heeft dat dat toch echt op “10 voor 12” moet. Nou, met die in jullie ogen misschien kwats, lukt het ons toch een en ander van elkaar op te steken. En de discus op respectabele afstanden te gooien.
Als afsluiting gaan we nog gewichtwerpen, alledrie met mijn 9.08kg. Ik zeg geheel overbodig: “zal Marijke even zeggen dat we zo meteen koffie komen drinken”. “Wiezoewe” zegt Henk, “dat zal ze toch wel weten als jij met die zware begint te gooien”. En daar heeft ie gelijk in. Want Marijke leest niet alleen in haar boek, maar volgt met grote interesse onze verrichtingen en maakt op de goeie momenten een paar foto’s. Wat me de laatste wedstrijden niet meer lukt, dat gaat “altijd” wel goed op het veldje van Scheuten Glas: 16 meter gooien. Henk zit niet veel achter me, alleen, hoe meer hij z’n best doet dichterbij te komen, destemeer besluit die stomme kogel eerder in het gras neer te ploffen. Paul weet als enige zich in iedere volgende worp te verbeteren. Hij kruipt van 10, naar 11, naar 12, naar 13, uiteindelijk naar 14 meter. We worden moe en kappen ermee, onderweg naar de camper benadrukt Paul: “zo zie je maar, hoe je met kleine aanwijzingen elkaar toch vooruit helpt!”. En daarmee slaat hij de spijker op de kop.Marijke wacht ons al op met de koffie (en die kersenvlaai uit de diepvries)! Heerlijk, even lekker napraten na zo’n training is op deze manier bijna een feestje. En nou ja, waar het over gaat, dat weten de ingewijden natuurlijk. Jammer, verschrikkelijk jammer, maar nu we terugkijken lijkt het allemaal zo logisch en zo vooropgezet.

Maar vanaf vandaag kijken we vooruit, we hebben lekker getraind en weer wat van elkaar opgestoken.

Niet verkeerd, dat veldje bij Scheuten Glas. En die mee wil trainen, even mailen . . .

Geen opmerkingen: