zondag 11 oktober 2009

Zou pater Damiaan zich geschoffeerd voelen?

Voor mij is het geen toeval dat vandaag 11 oktober pater Damiaan heilig wordt verklaard, een eenvoudige Belgische pater die zijn liefde en leven gaf aan de lepralijders. Met diepe devotie speur ik naar informatie op het internet: “Zou pater Damiaan het begrijpen als ik me ergens anno 2009 voelde (en durf op te schrijven) als te zijn binnengestapt in een groepje lepralijders, zou pater Damiaan begrijpen dat iemand uit deze groep zich daardoor geschoffeerd zou moeten voelen? Ik weet het niet!”. Superlatieven ontbreken me wel hoe pater Damiaan met zijn leven, lijden en sterven laat zien dat leprozen zijn zoals jou en mij, en in alle nederigheid zouden we dat mogen vertalen naar welke zich buitengesloten voelende groep dan ook.

De nu heilige Damiaan De Veuster, geboren als Jozef De Veuster (Ninde (B), 3 januari 1840 - Molokai, 15 april 1889) was een Belgische Picpus-pater en missionaris, bekend voor zijn werk voor leprapatiënten. Hij werd in 1995 door paus Johannes Paulus II zalig verklaard. Tijdens een gewoon consistorie te Rome op 21 februari 2009 werd de heiligverklaring van pater Damiaan vastgesteld op zondag 11 oktober 2009. Hij werd door paus Benedictus XVI heiligverklaard in de Sint-Pietersbasiliek te Rome. Hij werd hiermee zowel de patroonheilige van de melaatsen als van de aidspatiënten.

Pater Damiaan werd geboren op 3 januari 1840 als zevende kind in een boerengezin met acht broers en zussen. Toen hij 15 jaar oud was ging hij in de graanhandel van zijn vader werken, maar hij wilde eigenlijk priester "voor Onze Heer en God Jezus Christus" worden. Hij ging naar het college van 's-Gravenbrakel, en trad vervolgens in bij de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria in Leuven, waarbij hij de broedernaam Damiaan koos. Hij werd een broeder Picpus op 7 oktober 1860, in navolging van zijn broer.

Missionaris in Hawaï
Na zijn studies kreeg pater Damiaan toestemming om als missionaris te gaan werken op de Hawaï-eilanden. Hij vervulde daarmee de droom van zijn broer, die zelf niet kon gaan. Hij kwam aan in Honolulu op 19 maart 1864. Hij werd daar op 21 mei 1864 tot priester gewijd, en deelde zijn vreugde over de wijding tot instrument van "Hogepriester Jezus" mee aan zijn ouders in het verre Vlaanderen. Hij werkte in verschillende parochies op het eiland van Oahu. In die tijd werden melaatsen van Hawaï samengebracht in een kolonie in het noorden van het eiland Molokai. Ze kregen voedsel en andere voorzieningen, maar geen medische hulp. Damiaan vond dat ze tenminste een priester konden gebruiken, en vroeg toestemming aan zijn bisschop om naar Molokai te gaan.

Molokai
Op 10 mei 1873 kwam hij aan op Molokai, waar op dat moment 600 lepralijders verbleven. Hij reorganiseerde er de verwilderde gemeenschap, begon met de bouw van een kerk en de aanleg van wegen. Naast zijn werk als priester vervulde hij ook de rol van dokter, en hij maakte zelfs doodskisten en groef graven. Zijn komst was een keerpunt voor de kolonie: wetten werden nageleefd, er kwamen degelijke huizen en een school, de hygïenische en materiële levenscondities verbeterden en hij stichtte er een centrum van bloeiend christendom.

Orde van Kalakaua
Koning David Kalakaua verleende aan Damiaan de titel "Knight Commander of the Royal Order of Kalakaua". Toen prinses Lydia Liliuokalani de nederzetting bezocht om deze titel te overhandigen, werd ze geraakt door wat ze zag. Zij bracht de wereld op de hoogte van haar ervaringen, en van Damiaans werk. Hierdoor werd zijn naam bekend in de Verenigde Staten en Europa. Protestanten in Amerika brachten grote sommen geld bijeen. De Kerk van Engeland zond voedsel, medicijnen en kledij.

Dood
In november 1884 werd bij hemzelf lepra vastgesteld. Hij was waarschijnlijk al vanaf 1876 door de ziekte besmet. Met de hulp van vier anderen bleef Damiaan echter verder werken tot veertien dagen voor zijn dood op 15 april 1889. Hij stierf toen hij 49 jaar oud was. Op 3 mei 1936 bracht het Belgische opleidingsschip Mercator de stoffelijke resten van pater Damiaan over naar Antwerpen in aanwezigheid van koning Leopold III en kardinaal Van Roey. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar Leuven en er plechtig bijgezet op 5 mei 1936 in de crypte van de Sint-Antoniuskerk aan het Pater Damiaanplein.

Zaligverklaring
In 1938 werd zijn zaligverklaringsproces aanhangig gemaakt. Op 7 juli 1977 werd Pater Damiaan eerbiedwaardig verklaard door Paus Paulus VI. Op 4 juni 1995 werd hij door Paus Johannes Paulus II zalig verklaard tijdens een openluchtmis voor de Basiliek van Koekelberg, nadat de Medische Commissie van de Congregatie voor de Heiligverklaringen op 5 december 1991 de genezing van de Franse kloosterzuster Simplicie Hué had erkend als mirakel. Ongeveer honderd Hawaiianen, onder wie zes lepralijders, waren bij die plechtigheid aanwezig. Na de plechtigheid werd de rechterhand van Pater Damiaan als relikwie overgebracht naar Molokai en uiteindelijk op 22 juli 1995 begraven in Kalawao op Molokai.

Heiligverklaring
Audrey Toguchi uit Hawaï genas in 1998 op onverklaarbare wijze van uitgezaaide longkanker nadat ze had gebeden op het graf van Damiaan. Haar arts stond versteld en stuurde de longfoto's naar Rome. De Rooms-Katholieke Kerk erkende deze genezing als een wonder. Eerder was een Franse zuster al miraculeus genezen van darmkanker na een gebed tot Damiaan. De beide wonderen samen lieten de heiligverkaring van pater Damiaan toe.

Uit: http://nl.wikipedia.org/wiki/Pater_Damiaan

Geen opmerkingen: