

Heej, ik heb toeschouwers, waar komen die in godsnaam vandaan. Bij elke worp wagen ze zich ’n metertje dichterbij totdat het “pour moi” een beetje link wordt om verder te gaan. “Voulez-vous essayer” probeer ik in m’n beste Frans. “Oui monsieur ”, verrek ze zeggen meneer tegen me. Ik probeer een grap te maken met “allez votre corridor” (ga-je-gang) en de twee jongelui van naar schatting 10 en 20 jaar storten zich “sans gêne” op mijn emmer. Vervaarlijk voeren ze een paar imitaties van mijn zojuist geëtaleerde werptechniek uit, nou zeg, heb ik zo’n slechte techniek. Ik besluit er wat structuur in te brengen en herinner me de four-steps-approach van een filmpje dat Henk van Bakel me had toegestuurd. “Attendez mes amis, nous allons faire une approche en quatre étapes”, twee paar onbegrijpende ogen staren me aan als een kist wortelen.

Het wordt drukker langs het veld, de moeder van de jongste staat te klappen bij elke gelukte poging, haar kleine peuter sleept met mijn werpgewicht moeizaam een spoor in het zand en de hond slaat met neergeslagen oren het vreemde schouwspel gade. Mijn Marijke staat te glimlachen en maakt wat foto’s.

‘s Avonds bij de prachtige zonsondergang mijmer ik nog wat na over een alweer mooie dag, op de achtergrond hoor ik dat de Olympische Spelen in 2016 naar Rio de Janeiro gaan en heel wazig zie ik Robert (zo heette dat kleine manneke) voor Frankrijk de gouden medaille winnen met kogelslingeren.
“Jan, een wijntje?”.
“Graag, wat een prachtige avond, hoorde jij ook zojuist het Franse volkslied?”.
“Gekke vent, zat je weer te dromen?”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten