Het is 4
oktober, we zitten aan het ontbijt in hotel Flamingo in l’Ampolla. Vandaag rijden
we de laatste 400 kilometer naar Benijofar. Gisteren en eergisteren waren dat
800 kilometer, dus dat moet vandaag meevallen. Met Jan en Mai vertrokken we twee
dagen geleden in een herfstachtig Blerick, twee auto’s volgepakt voor de
komende drie maanden. Het miezert treurig, de ruitenwissers bewegen
neerslachtig op-en-neer. Die grauwe stad Luik ziet er nog troostelozer uit
dan normaal. De hele Ardennen blijven verborgen in de mist en het regent
aanhoudend. In Luxemburg is de eerste stop om met mondkapje te tanken en een eerste
koffiestop te doen. We rijden Frankrijk in en het wordt droog. De Route du Soleil
doet zijn naam eer aan.
De avond brengen we door met een paar flessen wijn in een Brasserie aan de oever van die mooie Rhône, de vakantie is begonnen. Lekker pitten, ’s morgens een uitgebreid ontbijt en op weg naar Spanje. Het zonnetje breekt door en de temperatuur loopt op naar 28 graden. Links en rechts doemen de bergen op en als we op de borden Narbonne onderscheiden, begint het loeihard te waaien. Op de Franse tolwegen is het goed doorrijden, alleen als we een grotere stad naderen wordt het wat drukker. Bij le Boulou rijden we Spanje binnen door de uitlopers van de Pyreneeën. Jarenlang was dat een overnachtingsplek met onze camper. De Spaanse autowegen zijn tolvrij en we zullen de kustlijn blijven volgen. Regelmatig noemt Marijke een plaatsnaam gevolgd door: ‘Weet je nog, daar zijn we ook geweest!’. We herinneren de campings waar we gestaan hebben, waar we lekker gegeten hebben en wie we daar ontmoet hebben. Misschien wel daarom schiet het goed op en anderhalf uur achter Barcelona verlaten we de autobaan bij l’Ampolla. We hebben hetzelfde hotel van twee jaar geleden. Het ligt direct aan de Middellandse Zee en het zonnetje kleurt het water blauw. Precies zoals Toon Hermans dat zo prachtig bezong: ‘Méditerannée, zo blauw zo blauw. Méditerannée, zo blauw zo blauw. Met je mademoiselles, belles belles belles. Méditerannée’.
Met onze bagage voor-één-nacht lopen we hotel Flamingo binnen. De aangegeven looprichting leidt ons over een Corona-mat naar de balie, de QR-code wordt alvast opgezocht. Maar dat blijkt niet nodig, een vriendelijke jongedame neemt onze temperatuur op. En bij het inchecken krijgen we twee mondkapjes, keurig verpakt in een zakje. Met de lift vier-hoog naar onze kamer die verzegeld blijkt met een grote plakker ‘desinfectado’. Heej, toch wel apart. Onze kamer is brandschoon en de handdoeken zijn allemaal verpakt in plastic. Overdreven? Nou nee hoor, het geeft ons een veilig gevoel in een beschermde omgeving. We voelen ons absoluut niet gemuilkorfd binnen een repressief regime. Ook die blauwe Middellandse Zee weerspiegelt geen enkel gruwelijk of huiveringwekkend symbool uit die Tweede Wereldoorlog die we gelukkig niet hebben meegemaakt.
Die avond eten we in het visrestaurant Can Pañana aan de kust. De vissoep en de wijn waren slechts ingrediënten. De vriendelijkheid en gezelligheid op het terras waren zalig. Achter ons zat een jong Spaans stelletje met een baby van drie maanden. We raakten in gesprek, dat hoort zo in Spanje.
En nu zitten we dus aan het ontbijt in hotel Flamingo in l’Ampolla. Het is een buffet, dus krijgen we plastic handschoentjes aangereikt om de spullen te pakken. Overdreven? Ben je gek, het geeft slechts aanleiding tot grapjes over die gynaecoloog en zo. Het is ervaring, dus iets meer dan een mening: ‘Die gevaccineerd of getest zijn kunnen met een veilig en ontspannen gevoel reizen door België, Frankrijk en Spanje’. Om op die simpele maatregelen verwerpelijke etiketjes van doodskisten, galgen of wat dan ook te plakken begrijp ik echt niet. En om rond te lopen met huiveringwekkende symbolen van een verwerpelijk fascistisch regime? Dat is pas echt ziek makend!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten