Toch wel
leuk zo met de trein, en onderweg konden we de folders alvast doornemen van
Keulen. Op het Hauptbahnhof zoeken we meteen een terrasje op bij Brauhaus
Gaffel am Dom. Ik wil een kop koffie en de menukaart vragen om een broodje te
bestellen. Komt een strak in het blauw gestoken kelner en zegt ‘zwei kölsch’ en loopt weg. Even later
zet hij het eerste glas van een verschrikkelijk lange rij voor ons neer en deponeert
twee menukaarten op tafel. ‘Prosit’,
dan maar geen koffie. Het is heel druk en heel gezellig op het plein voor de
Dom.
Ik stel voor
dat we eerst naar Köln Tourismus gaan, om iets cultureels te reserveren. We
lopen binnen, en een ongeïnteresseerde in zwart geklede jongedame zegt ‘bitte?’. Nog net slik ik ‘twee frikandel en twee friete’ in en
vraag wat er in Keulen zoal te doen is? Ze kijkt Hans en mij misprijzend aan en
klettert een foldertje ‘anders Leben’
voor onze neus. Hans schiet in de lach en fluistert in mijn oor ‘het is LHBT-weekend, die denkt dat wij ook
zo zijn’. Ik weet niet waar hij het over heeft of wat hij daarmee bedoelt, en
ik vraag wat explicieter: ‘Wir möchten heute
eine Brauhaustour machen, können wir das hier reservieren’. De jongedame is
echt niet behulpzaam, en net voordat ik vraag of haar verkering net uit is,
legt ze uit dat er geen Aussen-Führungen zijn. We kunnen het om vier uur
proberen of er ‘iets’ is voor de Dom
en ze loopt verveeld weg waar helemaal niemand haar verder nodig heeft. Buiten
gekomen legt Hans uit dat we het weer treffen. Was vorig jaar het
WK-Beachvolleybal in Den Haag, dit weekend verzamelen de lesbische vrouwen,
homo’s, biseksuelen en travestieten zich in Keulen. Nou ja, alleen klote dat er
geen Brauhaustour is. Het begint te miezeren, en ik zie een droog romantisch
tweezittertje onder een mooie antieke gotische boog.
‘Kom, drinken we daar gezellig een
kop koffie’. We gaan
zitten en voor we iets kunnen vragen passeert een kelner ‘zwei kölsch’, en we hebben de volgende glazen alweer voor ons
staan. Het valt ons inderdaad nu op dat er erg veel mannelijke stelletjes
voorbij lopen, of wat daar ’n beetje op lijkt. We besluiten om dan toch maar
eerst die werkelijk indrukwekkende Dom te gaan bezoeken. Onze gids dreunde een
dik uur lang ‘als-las-hij-een-boek-voor’
op één toon de indrukwekkend Domse geschiedenis voor. Ze hebben er van 1248 tot
1840 aan gebouwd, die grootste Gotische Kathedraal, het meest bezochte gebouw
in Duitsland. Met zijn kaarsrechte statige torens van 157 meter hoogte, en zijn
vijf machtige schepen en dwarsschip in de vorm van een kruis. Best wel
indrukwekkend, zelfs voor een zoon en een vader op leeftijd. Door de zijdeur
lopen we de kathedraal uit via zo’n draaideur. Je moet netjes één-voor-één in
zo’n draaideur-compartimentje stappen. Maar ik lette teveel op die mooie
plafonds en constateer plotseling dat ik achter een dame in dat krappe
compartimentje stap. Als een zwangere eend dribbel ik heel voorzichtig achter
haar aan, om elk erotisch contact te vermijden. Hèhè, dat ging net goed. Hans
komt achter ons aan en staat zich krom te bescheuren van het lachen.
Aansluitend
zoeken we ‘das Kölsche Rheinufer’
waar we vanavond gezellig buiten romantisch kunnen dineren. Onderweg passeren
we enkele imposante Brauhäuser, en het aantal ‘anders Lebende’ neemt zienderogen toe. Onze schatting is snel
bepaald, het LHBT-contingent omvat ca. 90% homoseksuele mannen (minus twee), 9%
best wel aardige lesbische vrouwen en 1% travestieten, die beter thuis hadden
kunnen blijven. ‘Wat een lelijk wijf’,
zeg ik tegen Hans. ‘Zie jij dat echt niet,
dat is een kerel, een travestiet!’. Nou ja zeg, als je dan toch zo nodig
vrouwenkleren wil aantrekken, verzorg je dan ook als een vrouw en niet als een
slonzige vent. Al snel hebben we een geschikte locatie voor ons ‘dinner-by-candle-light am Rheinufer’
gevonden. Er stond iets van Grill en van Platte, en het zag er gezellig uit.
Geweldig hoe
leuk dat kan zijn met je zoon, je komt tot een geheel ander gesprek. We
begrijpen elkaar feilloos, en houden van dezelfde geneugten des levens. Nee
nee, niet te verwarren met ‘anders Leben’.
Wat een stad, dat Keulen, wat een volk, wat een verscheidenheid. We tellen die
dag ook nog eens minimaal 15 vrijgezellen-groepjes. Allemaal opvallend
uitgedost en de meest lullig opvallende is overduidelijk de toekomstige bruid
of bruidegom. De mannengroepen lopen zuipend en lallend door de stad. De meidengroepjes
iets beschaafder en proberen ook de omringende mensen bij hun volkomen zinloze en belachelijke bezigheid
te betrekken. Net als we op een muurtje aan de Rijn onze geblesseerde ledematen
uitstrekken, worden we aangevallen door een losgeslagen horde amazones. ‘Möchten Sie etwas kaufen?’, en eentje
steekt een lollie met een lullige uitstraling voor onze neuzen. ‘Nein danke’, antwoorden wij in koor. ‘Lieben Sie vielleicht Gummi-Bärchen, aber
Gummi’s haben wir auch?’, vraagt de ander. ‘Ich mag keine Gummi-Bärchen und Gummi’s liegen mir zu schwer auf den
Magen’, antwoord ik keurig. Ze hoort blijkbaar dat we ‘nicht-von-hier’ zijn en het gesprek wordt plotseling netter van
inhoud en is vlug voorbij. We lopen voorbij het Brauhaus Sion en besluiten even
binnen te kijken. Wat een gigantsch grote kroeg annex restaurant. Het is er
gezellig druk met smakelijk etende en vrolijk drinkende mensen. We zoeken een
plekje en hebben weer zonder te bestellen ‘zwei
kölsch’ voor onze neus staan. Elke kelner heeft zijn eigen ‘Abteilung’, en met die van ons hebben
we het getroffen. De man loopt met zo’n dienblad met handvat tussen de tafels
door en vervangt simpelweg de lege glazen door volle. Ik neem de laatste slok
en verdomd, zonder één woord of één blik! Sterker nog, met de rug naar ons toe twee
worden twee schuimende en van het aangeslagen vocht druipende kölsch voor onze
neuzen gezet. ‘Die man lijkt wel
autistisch, ben benieuwd hoe lang hij dat volhoudt’. ‘Ik denk langer als wij’,
en bij het vierde glas grijpt hij ruggelings een bierviltje, pakt een potlood
vanachter zijn oor en fakkelt acht streepjes op het viltje. Je komt, tussen het
goede gesprek dat we hebben door, oren en ogen tekort. De lucht wordt steeds
meer bezwangerd met die heerlijke bakluchtjes met die kruidige sausjes van die
gigantische borden met ‘Fleisch und
Zutaten’. Het water loopt in mijn mond en wordt weer weggespoeld met die
exact op de juiste temperatuur kölsch. En we hebben met zijn tweeën een open
gesprek over alleen onderwerpen die alleen ons aangaan, waarbij je niet op
hoeft te letten ‘wat-je-zegt’ of ‘hoe-je-het-zegt’.
‘Gaan we eerst nog naar de hotelkamer
of wil je meteen gaan eten’, vraagt Hans. ‘Nou, die kamer
loopt niet weg, en ik verrek van de honger’. En even later zetten we ons
gesprek voort op dat uitgekozen terrasje aan de Rijn, met een kolossale
Grillplatte tussen ons in en twee overmaatse kölsch dichtbij de rechterhand.
Heerlijk!!!
Op de weg
terug in de Altstadt komen we langs een volgend Brauhaus. Het barst in Keulen
van die enorm grote Brauhäuser. We lopen binnen en zien in de vier hoeken liefst
vier van die grote TV-schermen. ‘Verrek,
Duitsland speelt tegen Italië, dat hebben wij weer’. ‘Goed weekendje uitgezocht
pap’. ‘Sorry, maar ik kan er niks aan doen’, en we zoeken een plekje waar
we nog enig zicht hebben op één van die vier schermen. Alle goeie plekken zijn
vergeven, maar we vinden wel iets. Tussen vijf normale mannen en negen
inmiddels uitgebluste vrijgezelle dames. En zo beleven wij ongewild maar met
een brede glimlach de EK-kwartfinale Duitsland-Italië. Tussen honderden Pruusse
die schreeuwend opspringen bij elke schermutseling voor een van de twee doelen.
Een vriendelijke jongedame kan de kölsch-consumptie nauwelijks bijhouden aan
onze rij tafels. Af en toe moet ze corrigerend optreden bij drie jongedames aan
een tafel verderop. Het zijn de enige die geen kölsch drinken, maar zich vol
laten lopen met ‘trockener Weisswein’.
Heb ik nooit geweten, maar trockener Weisswein blijkt een verslappende
uitwerking op arm-, been- en spraakspieren te hebben. Na de één-één en de compleet
zoutloze verlenging besluiten we de penalties op de hotelkamer te bekijken.
Maar een straat verder trekt de geur van Döner-Kebab ons naar binnen. We
schuiven een broodje Döner, lekkend van de knoflooksaus, met twee handen naar
binnen en aanschouwen die vreselijk spannende, nu al historische
penalty-serie.
Als ze ons later ooit vragen ‘Waar was jij bij die historische penalty-beslissing Duitsland-Italië’,
dan weet ik dat wel. Onderweg bedenk ik me dat we een volgende variant van ‘wat-is-voetbal’ hebben meegemaakt. Het
is een spelletje met twee keer elf man en één bal. Die spelen twee keer 45
minuten en op het eind winnen de Duitsers. Maar spelen ze gelijk, dan spelen ze
voor de labberjoeks nog twee keer 15 minuten en nemen vervolgens 17
strafschoppen, en dan winnen die Pruusse alsnog.
Ondanks die
27 kölsch volgde een perfecte nachtrust voor mij, want ik hoor mijn eigen
snurken toch nooit. Ik had een kamer met twee bedden gereserveerd, maar dat bleek één bed te zijn. 'Geeft niks', zegt Hans, 'd'r liggen twee dekbedden op'. De volgende dag hebben we genoten van een geweldig mooi ‘Sport und Olympia Museum’ en een overheerlijk
‘Chokoladen-Museum’. Hans houdt van
Formule-I en ik van kogelslingeren, en beide waren vertegenwoordigd. Op de
treinreis terug met de tas vol chocolade, vonden we allebei dat het jammer was dat
het alweer voorbij was. Een Vader-Zoon-weekend om niet te vergeten. Keulen is
een mooie stad, het ‘anders Leben’ draagt
onze goedkeuring, die Duitsers worden toch wel weer Europees Kampioen en ik ben
nu al benieuwd waar we komend jaar naartoe gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten