Een paar maanden geleden stond Hayke Derkx plotseling bij mij voor de deur! We kennen elkaar van meer dan 50 jaar geleden van atletiekvereniging Festina. We raakten maar niet uitgepraat ‘euver vruûger’, en wat zou het leuk zijn als we met die ouwe garde van Festina nog eens bij elkaar konden komen. Maar hoe gaan we die leden over het tijdvak 1943-1992 bereiken? Samen met Jan Bouten hebben we het heel bescheiden opgepakt.
En zaterdag 5 juli 2014 is het zover, de Scopias-kantine is dan gereserveerd van 14:30 tot 16:30 uur om samen ‘alde koeije oët de sloët te haole euver Festina’. Die bewuste atletiekvereniging Festina werd opgericht in Blerick in 1943 en ging in 1992 samen met AV Tegelen op in de nieuwe fusieclub Scopias Venlo. Alle oud-leden zijn van harte welkom, samen met hun partners, in de Scopias-kantine op Sportpark Vrijenbroek, Wittendijkweg 61 in Venlo. Er wordt die dag niet getraind, de sporttas mag thuisblijven, maar oude foto’s, medailles en plakboeken zijn welkom om onze oude herinneringen weer nieuw leven in te blazen. De eerste klacht is al binnen: ‘We redden dat nooit in twee uur!!’.
Arie Verbaan
Terugkijkend op die Festina-periode komt meteen Arie Verbaan in mijn gedachte. Arie is in mijn ogen ongetwijfeld de atleet met de langste en meest aansprekende staat van dienst in de regio Noord-Limburg. Daarnaast is de hardwerkende ‘visboer’ ook nog eens een bijzonder aardige vent met een onwrikbare clubliefde. Toen we in 1983 Orion oprichtten vertrouwde Arie me persoonlijk toe: ‘Jan, ik zou best wel naar Orion willen, maar ik kan zo moeilijk weg bij Festina’. In 2014 is het alweer 65 jaar geleden dat ‘bokser’ Arie Verbaan zich meldde aan het Noord-Limburgse atletiekfront. Een briljanten jubilaris bij Scopias, en niet maar zo eentje, we praten over het instituut Arie Verbaan.
In 2009 was ik aan het bladeren in de Historiek van de Limburgse atletiek, de nationale Bestenlijsten en in m'n eigen archief. Daarbij vond ik een zorgvuldig bewaarde pagina 11 van het Dagblad voor Noord-Limburg van donderdag 21 juni 1979 die geheel gewijd was aan Arie. Ter gelegenheid van zijn 30-jarig jubileum als wedstrijdatleet werd op sportpark Herungerberg een internationale veteranenwedstrijd georganiseerd. Hieronder enkele anekdotes uit dat artikel met wat verbindende tekst waarmee ik de warme sympathie uitdruk voor de nu 88-jarige Arie Verbaan. Ik heb het indertijd geschreven voor de Scopias-website
Arie, geboren en getogen in Scheveningen, kwam als jochie van 10 met z'n ouders naar Blerick. Z'n vader reisde daarvoor al vijftien jaar wekelijks naar Venlo om zijn vis aan de man c.q. vrouw te brengen. Meteen na de lagere school stapte ook Arie in de vishandel, de branche die hij steeds trouw is gebleven. Wie kent hem nog van de weekmarkten? Ik wel, en weet nog dat hij bij ons de straat inkwam en dan galmde het een paar keer tussen de huizen: ’Haring, verse haring, haring als scholluhhhh . . . . ‘, waarna de huisvrouwen zich naar de haringkar spoedden.
Arie zegt over die tijd: ‘Loopbenen heb ik gekregen naast de bakfiets! Met mijn grote passen noemden de mensen aan wie ik vis verkocht mij al de hardloper. Als ik mijn vis had verkocht, kon ik pas naar huis fietsen, voor die tijd, nou ja, rende ik naast m'n karretje. Dat was het begin . . .‘.
‘Je moest hard werken en tijd voor sport was er nauwelijks. Aanvankelijk bokste ik bij de VBC (Venlose Boks Club), dat was in de oorlog. In 1944 organiseerde de club een veldloop waaraan ook twee atleten van SV Blerick deelnamen. Ik werd derde achter die twee atleten (Gerrit Gommans en Mandje Titulaer) en dat was een behoorlijke opsteker om met lopen door te gaan. In 1949, toen ik uit militaire dienst kwam, begon mijn loopavontuur met een wilde wedstrijd van DOS Tegelen. Ik won die wedstrijd en aansluitend zat ik meteen bij SV Blerick’.
‘Tot en met 1958 heb ik alle wedstrijden, die ik liep netjes bijgehouden in een boekhoudschriftje, daarna vond ik het welletjes. Ik geloof toch minimaal duizend wedstrijden te hebben gelopen’. Arie Verbaan bracht het al snel tot de nationale ploeg, zowel op de baan als met de cross. Zijn eerste interland was de Cross des Nations in Parijs in 1953: ‘Toen begonnen mijn beste jaren, want ik zat dus in de Nederlandse ploeg en ik behaalde in de jaren meteen daarna mijn beste prestaties’.
Als ik dat ga controleren in de eerdergenoemde Historiek van de Limburgse atletiek, wordt dat uitbundig bevestigd. Arie grossiert in aansprekende overwinningen op de baan, weg en met de cross. Daarbij sleept hij als kopman van Festina zijn clubgenoten mee naar een hoger niveau (o.a. Hay Philipsen, Hay Verhagen, Toën Jonkers en Wienand Wienen), en niet zelden winnen ze de ploegenprijs. Meerdere keren ben ik nog met Arie op wedstrijd geweest, een keer was ik zijn chauffeur voor een marathon in Antwerpen. Enige vervelende was dat je kleren daarna minimaal een week naar de vis roken!!
Arie vervolgt: ‘Och, toen wij jaren geleden bij de Pope trainden was het met mij ook vrijwel elke zondag raak: we maakten een wedstrijd van elke training, al wist je dat het niet zo goed was, maar het was leuk. Ik had toen nauwelijks benul van het opbouwen van een trainingsprogramma en met een optimale training was ik waarschijnlijk wel wat verder gekomen dan gebeurd is. Toch ben ik tevreden, want ik loop nu nog mijn wedstrijden met plezier’, dat was in 1979. En hij doet nogal bescheiden over zijn niveau, niet vermoedend dat hij met z'n 47.04 op de 15 kilometer in 2013 nog héél hoog zou staan op de nationale ranglijst!!
De reden waarom Arie aan sport deed had ook te maken met zijn gezondheid, hij was astmapatiënt. Zijn lichamelijke conditie verbeterde door het boksen (door de bokshouding en de ademtechniek). ‘En het lopen van lange afstanden geeft een prima doorbloeding en je leert langzamer ademen! Tweemaal ben ik korte tijd gestopt met lopen, maar de astma-aanvallen kwamen dan binnen korte tijd terug’.
Ook na zijn veertigste bleef Arie Verbaan onverminderd actief in de wedstrijdatletiek, en bezocht hij meerdere wereldkampioenschappen. In Toronto, Brugge, Coventry en Göteborg behaalde hij steeds klasseringen bij de beste 10 op zijn favoriete afstanden. Zijn grootste teleurstelling beleefde hij op een van die kampioenschappen voor veteranen in 1978 in Viareggio. ‘Op de 10 kilometer lag ik op de tweede plaats. De Amerikaanse koploper Franklin dubbelde mij in de zesde kilometer. Op zijn laatste 100 meter liep ik vlak voor hem en dacht dat ik dus m'n laatste ronde inging. Maar het waren er twee! Ik stopte met andere woorden na de 24ste ronde en veronderstelde de zilveren plak gewonnen te hebben. Ho maar! En omdat ik dacht te moeten finishen, beëindigden nog negen andere lopers na mij de wedstrijd in de veronderstelling 25 rondes gelopen te hebben. Natuurlijk werden we met z'n tienen gediskwalificeerd en kreeg de twaalfde binnenkomende de zilveren medaille. Daar sta je dan als Hollandse visboer . . . . hahaha.’ Maar Arie memoreert lachend meteen het andere uiterste van die minder plezierige gebeurtenis: ‘Mijn mooiste ervaring was ook Viareggio: namelijk het moment dat ik dacht dat ik tweede was!’.
Het is alweer jaren geleden dat ik Arie nog eens zag deelnemen aan een wegwedstrijd. In die typische onverstoorbare loopstijl van Arie, schouders een beetje opgetrokken. Het zware neerkomen van zijn overmaatse sportschoenen flop . . . flop . . . flop . . . verraden dat de jaren beginnen te tellen. Heel trots zeg ik tegen degene die naast me staan: ‘dat is Arie Verbaan!’. In de volgende ronde komt Arie in snelwandelpas voorbij, het laatste alternatief voor de atleet die niet van opgeven weet om op tijd binnen te komen. Met diep respect wacht ik bij de finish tot Arie binnenkomt! De meeste toeschouwers zitten al in de kroeg, de baancommissarissen zijn de boel al op aan het ruimen. Wie zou er nog weten dat dit een groot atleet was?
Jullie weten het nu, dus gaan we even klappen voor Arie! Alleee . . . al zit je voor je schermpje! Effe klappen!
Uit: http://www.scopias.nl/index.php?option=com_content&view=category&id=95&Itemid=114
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten