Afgelopen weekend was het NK-Masters baanatletiek in den Haag. We liepen het sportpark op dat geheel omzoomd was met wild wapperende groen-gele vlaggetjes, op het veld heel veel zenuwachtige op en neer lopende mensen met groene T-shirtjes met gele teksten als Haag-Atletiek en NK-Masters 2011. Duidelijker kan het niet, we zijn dus in het goeie stadion waar die oudere atleten en atletes komend weekend gaan strijden om het Nederlands kampioenschap in héél veel leeftijdsklassen op héél veel onderdelen. Het sportpark leunt tegen de duinen, dus de Noordzee is niet ver weg en dat is te merken ook. De zeewind blaast ontzettend hard en als we de kantine naderen waaien ons de gele stoeltjes en groene tafeltjes letterlijk tegemoet.
Je moet altijd op tijd zijn, want een van de vaste rituelen is het vriendelijk begroeten van al die oudjes. Dat kost toch geen tijd zou je denken. Nee, maar de meesten heb ik al een jaar niet meer gezien en dan moet je toch, of je wil of niet, het blessureleed aanhoren van die hele voorbije periode. Nou, ik kan er niet eentje opnoemen die niks had. Allemaal hebben ze wel een excuus om hun straks tegenvallende prestatie alvast te verklaren. Voorzichtig probeer ik af en toe met ‘jaja, we worden er niet beter op’. Maar atleten zijn nogal egoïstisch en egocentrisch, eigenlijk zouden we ze ‘egoleten’ moeten noemen. Helaas staat dat niet in van Dalen, maar op mijn weblog mag dat wel. Zelf heb ik ook met een longontsteking en een schouderblessure moeten overwinteren. En, nou ja, mijn linkerknie wordt elk jaar een beetje slechter. Die volgt wat dat betreft zo’n beetje mijn prestatiecurve. Maar niemand, maar dan ook echt niemand, is geïnteresseerd in mijn fysieke wantoestand. En er zelf over beginnen. Nee hoor, ze kunnen me de pot op, ik wil mezelf geen egoleet voelen. En misschien was daar toch die ene uitzondering. Hij had zojuist zijn medisch dossier over me heen gestort, waarbij m’n mond letterlijk van verbazing openviel. Het was eigenlijk een medisch wonder dat die man nog niet uiteen viel met al die niet meer functionerende botten, spieren, gewrichten, pezen en zenuwen. Zelfs voedingssupplementen deden het niet meer bij hem. Toen ik volkomen aangeslagen mijn knie-brace om zat te doen keek hij nogal jaloers in mijn richting ‘heej, heb jij ook wat?’. ‘Och ja, waarom zou ik bespaard blijven van onze onoverkomelijke aftakeling’. Toen ik hem even later zag aanlopen met speerwerpen, kneep ik onbewust m’n ogen dicht ‘oei, als dat maar goed gaat’. Het viel reuze mee, hij bleef mij zelfs ruimschoots voor, sterker nog, hij stond even later op het podium en ik luister in de kantine naar de volgende egoleet!
We gaan kogelstoten en het groepje 60-plussers verzamelt zich rondom de deelnemerslijst. Eentje komt trekkebenend aangelopen en de ander komt zo scheef als een hoepel aangeslingerd. Twee anderen staan met elkaar pratend en niet naar elkaar luisterend tegenover elkaar en ze hebben het over dingen die niet meer zo goed gaan. Ik zoek maar snel onze vrouwelijke supporters op, die klagen immers nooit en zwepen ons altijd op tot onmogelijke prestaties. De wedstrijd begint en ik nestel me op een comfortabele derde plek, de eeuwige roem gloort! Die eerste twee liggen te ver voor, ondanks hun respectievelijke slechte achillespees en chronische rugklachten. De laatste ronde begint. Potverdomme, de nummer vijf op de lijst stoot 11.46 meter. Hoe durft ie, dat was mijn afstand! Maar gelukkig is mijn tweede beste stoot 11.45 meter, dus compleet geen vuiltje aan de lucht. De nieuwe nummer vijf stapt in de ring, een gevaarlijke outsider. Hij is pas terug na een lange blessureperiode, altijd link. Ik hoor onze supportersbank een angstkreet onderdrukken. Potverdomme nog aan toe, stoot die enige blessurevrije een nieuw PR met 11.56 meter. Maar de gedachte dat ik weer naast dat podium grijp, en weer in de kantine naast die volgende egoleet moet aanschuiven, geeft me zo’n stoot adrenaline, dat wil je niet weten. Ik voel me in één klap weer 20 jaar jonger, ik keer terug in de tijd toen ik nog alles onder controle had en denk ‘nu maar gauw voordat het weer weg is’. Mijn trainer Wim Coenen staat me aan te kijken van ‘ja, je zult het nu toch echt zelf moeten opknappen’. En rustig laat ik de perfecte stoot in mijn hoofd voorbijgaan, stap zo ontspannen mogelijk in de ring, zak in de uitgangspositie en denk ‘de dood of de gladioooooo . . . . thee . . ‘.
Onze bank met supporters strekt alle beschikbare armen ten hemel en roept ‘Jaaaaaa . . ‘. Ik loop rustig weg, doe m’n jasje aan en ik hoor achter me ’ellef meter zesenzeventig . . ‘. ‘Yes’, ik word van alle kanten gefeliciteerd en gezoend alsof ik wereldkampioen was geworden. Het stelt echt allemaal geen reet voor, maar atletiek is een geweldige sport en och ja, die egoleten nemen we dan maar op de koop toe.
Het laatste onderdeel op het extreem lange programma is discus mannen 60 plus. Het kent tevens de langste deelnemerslijst en heeft gegarandeerd de sterkste bezetting. De wind jaagt onophoudelijk over de duinen en lijkt nu zelfs het zeewater over ons heen te gooien, het is niet leuk meer. Zijknat beginnen we aan de wedstrijd. Dat ‘medisch wonder’ is een gevaarlijke outsider, maar vergeet die slechte achillespees ook niet. Ook de chronische rugklachten en de ziekte van Lyme kunnen met gemak onder normale omstandigheden over de 45 meter gooien. Maar wij hebben onze eigen Jan van Hooft, behalve dat hij twee liesbreuken heeft is hij ook nog een kop kleiner dan zijn gevaarlijkste opponenten.
De grillige wind blaast de discussen alle kanten op en laat ze als boemerangs kieperen in het gras. De regen verpest het houvast en laat de gladde schijven in het net terechtkomen. Maar onze Jan stelt zijn supporters niet teleur, luistert naar wat Wim hem adviseert en zet in de tweede ronde een schitterende 45.87 meter. Het ‘medisch wonder’ wordt nerveus, iets wat je op zo'n moment niet kunt hebben. De slechte achillespees blijkt ook nog een goeie achillespees te hebben en besluit tot een halve draai. De chronische rugklachten krijgt de discus niet vlak genoeg en eigenlijk is iedereen wel gezien. Onze Jan besluit geheel overbodig de wedstrijd met een prachtige laatste worp als dank naar ons supporters en als bewijs voor die hele medische encyclopedie dat hij gewoon de beste was.
Mooie sport dat atletiek en moordkerels die atleten!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Tja, het was een mooi NK weer. Ook deze verhalen slepen we weer mee en zullen nog wel eens bij een volgend kampioenschap bij een afsluitend pilsje de ronde doen.
Gr.
Henk
|>-----O
Een reactie posten