maandag 4 april 2011

Geen wonder, wel ‘la Promesse’

We hebben nu een paar ‘mindere’ dagen achter de rug, maar ja, dat is goed voor onze zonnebrand. Staan nu aan de Arize, een snelstromend riviertje aan de voet van de Pyreneeën. Het bijbehorende plaatsje heet La Bastide-de-Sérou, maar dat mag geen naam hebben. Nog een Nederlands echtpaar heeft een huisje bezet, voor de rest is de camping compleet desolée. Volgens de vriendelijke beheerders Brigitte en Dominique wordt het vanaf morgen weer schitterend weer, maar dat gaan we vanavond op Zoover nog controleren. Als het goed is gaan we morgen ‘voor ’t eerst’ met de fiets op pad, in de hoop tussen de middag een ‘plat-du-jour’ te kunnen scoren. Overmorgen trekken we dan verder naar Port Leucate aan de Mediterranée, een stukje boven Perpignan. En van daaruit weer in ‘kleine’ etappes naar het Noorden.

Gisteren was een druilerige dag. ’s Morgens van Salies-de-Béarn langs de Pyreneeën over Lourdes naar Bonrepos gereden. Met onze dikke camper zijn we kris-kras door de smalle straatjes van Lourdes gereden, een paar politie-agenten stonden zeer verbaasd naar ons twee Ollandees te kijken. Ongetwijfeld hebben ze gedacht ‘laat ze maar, misschien zien ze het licht bij Maria’. Maar in de ‘Nom-de-Dieu’ vonden een we camperplekje, ongeveer een half uur lopen van de Grot waar Maria 150 jaar geleden aan Bernadette verscheen. Tussen de vele winkeltjes, volgestouwd met religieuze prullaria, zijn we door de miezer-regen helemaal naar de grot gewandeld. Het was een toch wel indrukwekkende maar korte pelgrimstocht, en (totnogtoe) hebben we geen wonder kunnen vaststellen.

Via een te smalle landweg gingen we op zoek naar camping ‘La Promesse’ in Bonrepos. Toen we méér dan twijfelden of we wel goed zaten, vroegen we een Franse boer met nonchalant een schop over z’n schouder gedrapeerd, naar de weg. Maar blijkbaar sprak hij geen Frans, want hij haalde zijn schouder op en liep nietszeggend verder. Na stug en eigenwijs doorkarren zagen we eindelijk een kerk en een ‘mairie’, toch maar weer stoppen en vragen naar camping ‘La Promesse’. Om zeker te zijn lieten we een Franse dame onze campinggids lezen. Ze keek naar links, wreef over haar kin en wees naar rechts. Terug richting Galan en na twee kilometer bij een bruggetje daar moest het zijn. Onderweg moest ik onwillekeurig denken aan die sketch van van Kooten en de Bie, ‘Do iest de Baanhoof’. Toen ze in de 2de wereldoorlog de Duitsers verkeerd hadden gestuurd. Middenin het dorpje Galan toch maar besloten om op te bellen. Een Belgische vrouwenstem onderbrak me met ‘iejen oëgenblikske, hier komt munne dochter’. Hèhè, weer terug langs dezelfde weg en voor dezelfde mairie in Bonrepos. Maar niks camping, en net voordat een hartgrondige vloek in me opkwam, zag ik een meisje met beide armen zwaaiend de berg afkomen. Camping ‘La promesse’, hetgeen de verwachting betekent, was gevonden.

Een te grote poort zwaaide open, vier honden besprongen blaffend onze goed onderhouden camper, we reden een grindpad op, en de grote poort sloot zich achter ons. We stappen uit, twee honden bespringen Marijke en ik been onderzoekend door naar wat de camping zou moeten zijn. Op een berghelling, gedrapeerd met stevige hondendrollen, staan ‘ongetwijfeld al jaren’ een vijftal kleine caravans met van die zelf getimmerde bouwwerkjes ervoor. Ik weet niet, maar ze deden mij meteen denken aan de sloppenwijken in Djakarta. Hier kon ik onmogelijk en ook maar enigszins verantwoord onze mooie camper aan wagen. Teruglopend naar Marijke was de ‘vrouw-des-huizes’ duidelijk aan het expliceren dat de niet rechte oprit de enige optie was. Maar ja, met wat extra houtwerk onder onze oprijblokken, stond hij nog wel scheef maar het moet maar voor één nacht. ‘Pas op voor de hondendrollen’ fluisterde Marijke. Jullie begrijpen intussen, camping La Promesse voldeed niet aan onze verwachting. Maar je bent moe, het weer werkt niet mee en ga nu nog maar eens wat anders zoeken. En klagen bij de samensteller van de campinggids heeft ook geen zin, want hier komen we toch nooit meer.

We zitten eindelijk binnen, en ik probeer zoals iedere dag de antenne gericht te krijgen, er wordt geklopt. ‘Of we zin hebben in een kop koffie?’. We kijken elkaar aan, zullen we dat wel aandurven? ‘In vijf minuutjes is ie klaar!’, klinkt het resoluut. En even later zitten we in een prachtig Maison-du-Maitre aan een lekkere mok koffie en een stevig stuk tarte-de-pommes. Oma Lilian, moeder Tanja en aangenomen dochter vertellen over hun olijk bestaan en de daarbij horende zeldzame geheimpjes in Bonrepos. Als de wijn op tafel komt besluiten we ons terug te trekken in ons eigen Maison-wat-Kleiner.

Als we ’s morgens afrekenen bij oma blijkt er niets meer te kloppen van onze moeizaam opgebouwde prijs-kwaliteit-standaard, we hebben deze reis nog niet zoveel betaald voor één nachtje. Dus als jullie een camping La Promesse tegenkomen in Frankrijk, schuw het avontuur niet, maar verwacht ook niet teveel!

Geen opmerkingen: