Voor gepensioneerden is het niet zo slim om in het hoogseizoen met vakantie te gaan, het is duurder en véél te druk met al die gezinnen met kleine kinderen en blaffende honden. Maar ja, in juli-augustus zijn er weinig wedstrijden, het was bloedheet en de camper stond toch maar voor de deur. “Misschien is het aan de Oostzee wat frisser”, zei Marijke. We zijn nu twee weken onderweg, en al twee weken boven de 30⁰C. Via Beerta, Bleckede, Lüneburg, Ratzeburg kwamen we in Neukloster, vlakbij de Oostzee aan de Neuklostersee. Er was geen plek op de campings aan de Oostzee, “vielleicht noch für ein Handtuch am Strand” grapte een Duitser. Maar Neukloster is geen straf, het ligt in een schitterende omgeving, we stonden 50m van het water, wat wil je nog meer. Ooh ja, een sportpark, even zoeken en het kleine dorpje blijkt een heus atletiekstadion met sintelbaan te hebben. Wat wil je ook, we bevinden ons in de voormalige DDR!
Naast de camping ligt een ogenschijnlijk verwilderd bos, in een verloren moment even op inspectie, en verdomd. Daar lagen een vierbaans sintelbaan van 100m, twee verspringaanlopen en drie naast elkaar liggende kogelringen. Overwoekerd met onkruid en het beton was verweerd. Ze waren al (20?) jaren niet meer gebruikt, dus dat werd weer eens tijd. Lekker een paar keer getraind met kogel, discus en werpgewicht. Of het nu lag aan die (historische) omgeving, het Lübzer bier of het warme weer, ik weet het niet, maar het ging fantastisch. Ik zal niet opscheppen maar het werpgewicht vloog wel naar 18 meter!
We hebben de Oostzee definitief afgezworen en zijn gisteren vertrokken naar de Mecklenburgische Seenplatte, een prachtige streek niet ver van Polen. Die eerste camping aan de Plauer See dat was werkelijk niks, de tweede in Waren zat mudvol, maar Marijke had onderweg een alternatief gespot dat niet in de ons beschikbare gidsen stond. En zo staan we nu in Sembzin aan “die Müritz”, het grootste binnenmeer van Duitsland. Je hebt er méér dan twee dagen voor nodig om er omheen te fietsen. In Sembzin is een kleine camper-/caravanplek, 16 plaatsen en als je s’avonds voor méér dan 23 euro verteert, dan sta je er voor niks. Anders betaal je 8 euro, inclusief het zwembad!!
Het is wel een echt toeristische streek, en wat opvalt, 99% Oostduitsers, een verdwaalde Zwitser en wij dus. Waar ligt dat aan? Het is er toch erg mooi, niet duur, een beetje heuvelachtig, je kunt er dus goed fietsen, het barst van de meren waar je prima in kunt zwemmen. Mooie, maar vaak vervallen, vakwerkboerderijen en wat triestig aandoende dorpjes. De binnenwegen zijn vaak slecht en soms éénbaans met om de 100 meter een inhaalstrook. Alleen de mensen zijn erg stug, soms een beetje lomp en heel zelden spraakzaam. Vanmorgen kregen we overburen, man, vrouw, zoon en hond. De man had moeite om z’n caravan op de juiste plaats te krijgen, dus ga ik de simpele ziel helpen nietwaar! Werkelijk, ik duw me te pletter voor die vent, zeg nog “bitte” tegen hem, maar iets terugzeggen, ho maar. Vervolgens wordt er uitgepakt, de hond zoekt de rust van onze camper op en de man besluit ook maar zijn tuinstoelen aan ons toe te vertrouwen. Ze gunnen je geen blik waardig, de voortent wordt opgezet, en jullie raden het al, de scheerlijnen worden (bijna) aan onze camper bevestigd. Wat doe je dan? Je bent gast in dit land en je wil geen ruzie maken. Misschien heeft hij de uitruil socialisme versus flexibiliteit niet goed begrepen? Dus besluiten we maar onze camper naar een rustiger plekje te verplaatsen. Met: “So, jetzt haben Sie noch etwas mehr die Freiheit!”, neem ik afstand van de Ossies en de man lacht me warempel vriendelijk toe.
Nu vraag ik me toch af, heeft dit iets te maken dat hier zo weinig buitenlandse toeristen zijn, of is het voor die vervelende gepensioneerden gewoon niet zo slim om in het hoogseizoen met vakantie te gaan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten