Het lijkt alweer héél lang geleden dat Jan Smit zaliger, Frans Klep en ik helemaal naar Tata (H) reisden, enkel en alleen voor dat geweldige nieuwe atletiekonderdeel: de werpvijfkamp. Ooit door dr. Georg Glöckner in Europa geïntroduceerd en méér dan 25 jaar geleden door onze eigen Jan Smit in Nederland. De nieuwe werpmeerkamp explodeerde in aantallen deelnemers. Met als extra surplus: het kogelslingeren en gewichtwerpen groeide gestaag mee en kwamen meer in de schijnwerper. Het maakte ons trots. Als gewezen tienkamper kreeg de atletiek voor mij een nieuwe dimensie. Van Hans Houtzager leerde ik in Eindhoven kogelslingeren en gewichtwerpen. God, wat heb ik in die afgelopen 25 jaar genoten van mijn atletiek. De mooie plaatjes van Erwin Suvaal onderstrepen die nog eens met een glimlach. Ik zou er een boek over moeten schrijven.
Toch zou het dan een tragikomedie worden. Een stelletje onbenullen ging zich bemoeien met ons succesverhaal. Onbegrijpelijke (medaille)limieten, belachelijke voorstellen voor agegrading, beperken van het aantal deelnemers en het sterk reduceren van de leeftijdsklassen(?). En waarom werden die echte oudjes toch zo gediscrimineerd? Ze moesten (en moeten) Nederlandse records werpen om de limieten te halen!? Het kwam allemaal voorbij, Theo Maassen zou er een sappige sketch van kunnen maken.
Maar waar
maak je je druk over? Eigenlijk niks en nergens, alleen jammer dat het zoveel
negatieve aandacht geeft aan die machtige werpvijfkamp. Niemand is er meer of
minder door gaan werpen. Wat puntjes meer met speer (!), wat minder puntjes met
kogelslingeren (!). So what (?). Misschien had ik die wedstrijd, die ik met 8
punten verloor van Jack Dekker, met de wetenschap van nu toch wel gewonnen. Wat
maakt ’t uit?
Maar maak je
niet druk om mij! Ik ben er niet meer onder gaan lijden. Wel een groeiend
medelijden met die zielige bemoeials. En dat boek gaat er komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten