Er hadden
maar liefst 116 man ingeschreven, en we dachten ‘als dat maar goed gaat’. Want aan het NK in Nederland was door de
Atletiekunie een uiterste limiet gesteld van 60 man, diverse atleten werden dan
ook zwaar teleurgesteld. Hier had dus bijna het dubbele ingeschreven, ‘iedereen wordt geaccepteerd, en och, als
het er wat veel zijn lossen we dat wel op’. En bij het Nederlandse NK waren
we de hele dag (9 uur!!) in de weer geweest om onze vijf werpdisciplines
(kogelslingeren, kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen, gewichtwerpen) af te
werken. Onze eerste man zou in Sint Niklaas om half drie starten en ruimschoots
van tevoren waren we op het sportpark van AC Waasland. Het was al gezellig druk
op en om de atletiekbaan, heel ontspannen liep Rudy Verlaeckt op het
middenterrein. ‘Dat is de
wedstrijdleider, die zorgt dat alles volgens schema verloopt’, verzuchtte
een van ons. ‘Die ziet alles en is
gegarandeerd het meest relaxed van allemaal’, mompelde m’n sportmaat.
Lachend komt hij naar ons toe om de Ollanders
te verwelkomen. Er waren 111 atleten komen opdagen waaronder 25 gasten uit het
buitenland, 5 Fransen en 20 Nederlanders.
En inderdaad
bleek op het einde van de dag, alle zeven groepen hadden binnen 4,5 uur
probleemloos van hun werpvijfkamp kunnen genieten. Maar dat is de helft van de
tijd die we nodig hadden bij ons eigen NK, dat geloof je toch niet!? Ja hoor,
die Belgen laten een werpvijfkamp soepeltjes ‘lopen’, en ik heb niemand horen klagen over ook maar één probleem
met jureren. En dat alles bij een temperatuur boven de dertig graden. Ik moest onder
de wedstrijd even terugdenken dat in Nederland vandaag wedstrijden om die reden
waren afgelast. Alle oudjes zouden zich met die hitte rustig moeten houden en
vooral veel drinken.
Hoe doen ze dat? Wat doen ze anders? Waar zitten de verschillen met het Nederlandse NK? Allereerst moesten we onze beste prestaties opgeven per onderdeel. Daarmee worden startlijsten samengesteld per onderdeel, keurig oplopend van laag naar hoog. Gemakkelijk voor de jury in het veld, elke volgende werper zal naar verwachting meer werpen dan zijn voorganger. Dat voorkomt onnodig op-en-neer rennen over het veld. En elke werpsector ligt er overduidelijk bij, strakke sectorlijnen keurig voorzien van sectorbogen laten niets aan het toeval over.
Hoe doen ze dat? Wat doen ze anders? Waar zitten de verschillen met het Nederlandse NK? Allereerst moesten we onze beste prestaties opgeven per onderdeel. Daarmee worden startlijsten samengesteld per onderdeel, keurig oplopend van laag naar hoog. Gemakkelijk voor de jury in het veld, elke volgende werper zal naar verwachting meer werpen dan zijn voorganger. Dat voorkomt onnodig op-en-neer rennen over het veld. En elke werpsector ligt er overduidelijk bij, strakke sectorlijnen keurig voorzien van sectorbogen laten niets aan het toeval over.
Makkelijk voor de jury, maar ook voor de deelnemers om hun geworpen afstand beter
in te kunnen schatten. En dan als klap op de vuurpijl! Bij de lange werpnummers
worden bordjes gebruikt. Van de Atletiekunie ‘mag-dat-niet!’. Iedereen krijgt tijd genoeg om in te werpen, en na
de drie pogingen wordt gemeten. Niks elektronisch, gewoon met een stalen
meetband! Ik spreek een van de juryleden daarover aan: ‘Waarom meten jullie niet iedere poging, waarom gebruiken jullie
eigenlijk nog die ouderwetse bordjes?’. De man kijkt me verbaasd aan: ‘Ouderwets? Uh wel zunne, dah scheelt haos
de helf van d’n tajd’. Duidelijke taal, en als we na het inwerpen aan het
volgende onderdeel beginnen, hangt de uitslag van het vorige onderdeel al op
het scorebord.
Zoals gezegd, de werpvijfkamp loopt! We beginnen ruim binnen de tijd aan ons laatste onderdeel, het gewichtwerpen. De wedstrijdleider heeft besloten als afsluiting zelf het meetlint te hanteren. Hij lacht en kijkt me aan: ‘Amay, we zijn keurig binnen d’n tijd. Enne, ze hebben hier al over de 15 meter gegooid!’, moedigt hij me aan. Deze man kan ik echt niet meer teleurstellen en flikker het werpgewicht met-alles-wat-nog-over-is over de achterste lijn. ‘Vijftien meter vijftig’, roept hij heel tevreden. En ik loop trots naar mijn sportvrienden Frans, Tina, Jan, Mai en mijn Marijke.
Zoals gezegd, de werpvijfkamp loopt! We beginnen ruim binnen de tijd aan ons laatste onderdeel, het gewichtwerpen. De wedstrijdleider heeft besloten als afsluiting zelf het meetlint te hanteren. Hij lacht en kijkt me aan: ‘Amay, we zijn keurig binnen d’n tijd. Enne, ze hebben hier al over de 15 meter gegooid!’, moedigt hij me aan. Deze man kan ik echt niet meer teleurstellen en flikker het werpgewicht met-alles-wat-nog-over-is over de achterste lijn. ‘Vijftien meter vijftig’, roept hij heel tevreden. En ik loop trots naar mijn sportvrienden Frans, Tina, Jan, Mai en mijn Marijke.
Even later
zitten we een gezellig weekend te analyseren bij lekkere Belgische frietten met
een curryworst. Een donkerbruine Leffe staat me op een poot uit te dagen. Een geweldige
werpvijfkamp kunnen we weer aan onze palmares bijschrijven, met grote dank aan Rudy
Verlaeckt, AC Waasland, die perfecte jury en geweldige vrijwilligers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten