Mijn hele opvoeding, opleiding en carrière stonden in het teken van inzet, openheid en eerlijkheid. Recht voor de raap, doen wat je zegt en met je omgeving open communiceren, onbaatzuchtig helpen en keihard werken voor je baas en voor je gezin. Sinds tien jaar ben ik met pensioen en heb nu meer de tijd om alles met iets meer afstand te bekijken. Het is tijd voor een grondige analyse. Steeds meer ga ik twijfelen aan mezelf? Heb ik het wel goed gedaan? Het is nog steeds niet te laat om weer volledig in te stappen en mee te draaien in de nieuwe maatschappij, toch?
Want blijkbaar heb ik het altijd fout gedaan, nu heb ik nog de tijd om dat te herstellen. Ik had de kantjes ervan af moeten lopen, ik had anderen gewoon in de stront moeten laten zakken en meer de kluit moeten besodemieteren. Wij simpele zielen dachten nog iets te moeten opbouwen, wilden werken aan een betere toekomst voor onze kinderen. Het is nog steeds niet te laat. Ik zou nog eventueel in de politiek kunnen stappen, met Rutte als ultieme rolmodel. Of zou ik het toch meer in de financiële branche moeten zoeken, een leidinggevende functie bij een bank, een zorgverzekering of een pensioenfonds lijkt me wel wat. Zomaar lekker erop los woekeren met de zuur bijeen gespaarde centjes van het klootjesvolk, dat te stom is om het systeem te begrijpen. Misschien moet ik iets dichterbij m'n talent blijven, statisticus in de auto-industrie?
Ik ben er nog niet uit, maar ben er toch steeds meer van overtuigd dat ik het compleet anders moet gaan aanpakken. Want als ik niets doe, gewoon achter de geraniums blijf zitten, dan verdampen mijn spaarcentjes, mijn pensioen en mijn AOW toch maar. Ik wil me ook aansluiten bij die gewetenloze aasgieren die gemeenschapsgeld roven, waar dat klootjesvolk zo hard voor heeft gewerkt.
Maar eerst moet ik nog afleren om open te zijn, om niet meer te zeggen wat me bezig houdt. Neem nou die vluchtelingencrisis. Jullie weten inmiddels hoe ik in het leven sta, jullie weten hoe ik erover denk, jullie weten dat ik nu ook nog steeds iedereen zonder eigenbelang wil helpen. Maar ik durf niet meer, ik durf geen kritische noot meer te laten horen, ik durf niet meer naar serieuze alternatieven te zoeken. Ik durf niet meer te zeggen dat er ook economische gelukszoekers tussen zitten, ik durf niet meer te zeggen dat we best wat selectiever zouden kunnen toelaten.
Ik zit onder mijn luifeltje in Zuid-Frankrijk, het angstzweet loopt me over de rug. Ik durf niet meer, ik vertrouw de Pauwen, Nieuwsuren en Brandpunten ook al niet meer. Eigenlijk durf ik niet eens te zeggen dat daar alleen maar de goedgebekte hyena's van de nieuwe maatschappij mogen aanschuiven. Soms herken ik mezelf ergens verscholen op de publieke tribune, iemand waagt stamelend een bescheiden kritische opmerking. Ze laten je niet uitpraten, ze onderbreken je en draaien de camera snel naar die betaalde zure opinieverkrachters. Elk kritisch geluid wordt vernederd naar de donkere krochten van het populisme, in die donkere asociale of fascistische hoek getrapt. Nee, ik durf niet meer, ik denk dat ik straks mijn luifeltje maar verhuis naar Spanje. Nee, niet naar Zwarte Piet, want dat durf ik ook al niet meer. Hoe zou het overigens met Arnold Karskens zijn, die durfde wel. Leeft die nog?
Nee, ik durf niet meer. Maar toch komt er een moment dat we zullen moeten ingrijpen. Dat we die aasgieren moeten stoppen die onze koopkracht verkrachten ten gunste van zichzelf en hun zogenaamde idealen. Want wij hebben toch geen fascistische en asociale trekjes? Onze opvoeding, opleiding en carrière stonden toch in het teken van inzet, openheid en eerlijkheid. Wij durfden alleen niet de kluit te besodemieteren . . . .
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten