We waren vastbesloten om deze keer alleen over binnenwegen door Frankrijk richting Spanje te rijden, we zijn allebei redelijk eigenwijs, dus dat houden we nog wel even vol. Voor een volgepakte camper met twee fietsen achterop niet altijd verstandig, maar als je Frankrijk echt wil beleven, is dit de enige manier. En we komen echt op schitterende plekken!! Via Reisdorf, Fouvent-le-Bas en Rancy kwamen we in de volgende etappe ergens hoog in de Auvergnes terecht op een camping die uitkeek op Clermont Ferrand. En ook de weg er naartoe was imponerend maar zeker niet zonder risico. ‘Haejj . . .’, riep Marijke verrukt ‘daar ligt nog sneeuw op de bergen’. En na de zoveelste scherpe bocht begon het licht te sneeuwen en lag er steeds meer sneeuw langs en even later zelfs op de weg. ‘Moeten we hier eigenlijk geen winterbanden hebben’ vroeg Marijke compleet overbodig. ‘Ja, het moet niet gekker worden!' Maar tot mijn grote geruststelling bleek ACSI-campingnr.1505 in Vollore-Ville iets lager te liggen op een soort balcon, dat uitkeek over het immense Auvergne-dal met op de achtergrond die kenmerkende Puy-de-Dôme. We waren de enigen op de camping, we moesten zelfs de campingbaas zoeken en ’s avonds hebben we als twee kleine kleuters buiten staan te genieten van miljoenen lichtjes van Clermont Ferrand en Issoire. Alleen ’s nachts werd het vreselijk koud, onze waterzekering sloeg eruit en de hele watertank liep leeg. ’s Morgens lag er een complete ijsbaan achter de camper. Onze campingbaas had voor een lekkere warme douche gezorgd en vol goeie moed daalden we de berg af richting het ‘hameau’ le Salvetat vlakbij la Couvertoirade, een stuk onder Millau in de grillige Tarn.
Onze Tom-Tom stuurde ons perfect naar de juiste plek en kraaide resoluut ‘bestemming bereikt’. We keken links, we keken rechts. Een paar van die echte Franse boerderijen, met een heleboel rotzooi er omheen, maar niets dat leek op een camping. Dan maar even doorrijden, we kwamen een eenzame fietser tegen. We hielden hem aan en in ons beste Frans vragen naar camping le Salvetat. De man lachte vriendelijk, en ik bespeurde enig medelijden. ‘Oh nee, die bestond niet meer’, we waren er langs gereden maar er was een nieuwe eigenaar op de boerderij en die had de camping opgedoekt. ‘Maar wat nu?’, het is al vier uur en we moeten een plek zien te vinden voor de nacht. In een dorpje verderop, la Blaquererie, waagden we een poging bij een boerderij. Wat ’n mazzel, de boer bleek een ‘camping à la ferme’ te hebben een stukje verderop. Daar zouden we wel een nachtje mogen staan. Als twee ‘himmelhoch jäuchzende’ jonge pubers reden we achter hem aan, maar even later waren de twee oudjes ‘bis zum Tode betrübt’. We moesten een steenpad 45⁰ naar beneden en dan een paar honderd meter tussen prikkelhagen door. ‘Non monsieur, merci beaucoup . . . . dat doen we echt niet, voorlopig geen grindpaden meer’. Na lang zoeken in de SVR- en ACSI-boekjes besloten we nog 1½ uur door te rijden naar Colombiers, een stukje voorbij Béziers. Wat was dat een opluchting, een prachtige camping bij een pittoresk dorpje aan een kanaal met een haventje! En we stonden deze keer niet eens meer alleen.
De volgende morgen werden we bruut uit onze slaap gerukt, ‘BOEFfff . . ‘! Ik vloog rechtop in bed, ik dacht dat er een bal tegen de camper werd geschopt. Marijke zat ook rechtop naast me en zei paniekerig: ’Is onze gastank ontploft?’. ‘Nou, ik denk niet, want dan hadden we hier niet meer gezeten!’. Vlug schiet ik in mijn lange broek, doe m’n schoenen aan en ga koelbloedig buiten poolshoogte nemen. Het is doodstil op camping ‘les Peupliers’, de eerste vogeltjes kwetteren er al op los, voor de rest niks, nada, niente te ontdekken! Met mijn technische kennis krijgt de camper een grondige inspectie. Ik schop tegen de vier banden, zie niets verontrustends en stap weer naar binnen. ‘Enne . . ‘ vraagt Marijke die nog steeds rechtop zit. ‘Ik weet het niet, we kijken straks wel . . ‘, en we kruipen weer snel onder het warme dekbed.
Na het ontbijt ga ik wat verder kijken en potverdomme, een van de draagbalken onder het bed is compleet doorgebroken. Hoe kan dat? We hebben wel een geluid gehoord maar verder niets gevoeld, en zeker geen ondeugende dingen gedaan. Toch wel een beetje opgelucht vertel ik Marijke wat er is gebeurd. ‘En nu . . . ?’. Na de koffie even praten met de baas van de camping, die me voorziet van een paar houtschroeven en een keurig stutbalkje op maat afzaagt. Heel vriendelijke man. En met hulp van die paar schroeven, héél veel tape en dat stutbalkje slapen we nu alweer twee nachten uitstekend.
Vanaf vandaag staan we in Saint-Marie-la-Plage aan de Middellandse zee op een prachtige ACSI-campingnr.1878 . In de buurt van Perpignan, niet ver van de Spaanse grens.
De hele dag al een strakblauwe hemel, lekker zonnetje, 20⁰, stoelen naar buiten en lekker lamzakken. Naar het strand is maar 100 meter lopen en op dat strand ligt volledig waterpas een grote betonplaat te wachten.
Kogel, discus en werpgewicht staan al klaar!
zie ook : http://youtu.be/1KZ6hTJaOG8
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten