Gossie wat heb ik genoten van de atletiekonderdelen bij die Olympische Spelen in Parijs. Mijn vrouw en ik konden verschillende avonden maar moeilijk de slaap vatten van de adrenaline die door onze oude lijven gierde. Alle loop-, spring- en werponderdelen probeerde ik te vangen door op en neer te schakelen van de BBC, de Pruùs, d’n Bels en zo af en toe de Nederlander. Want als die Statler en Waldorf weer eens overdreven in beeld kwamen, dan zapten we snel weg. Wat een aanfluiting die twee! Behalve als mijn Dafne commentaar gaf, dan bleef ik even aan haar lippen hangen. Wat deed ze het ontwapenend goed hè!
Toch vooral d’n Bels genoot onze voorkeur met het deskundige commentaar van de nooit in beeld komende Eline Berens, geweldig. En iedere avond was er die spanning en opzwepende sensatie. Uiteraard hadden we specifiek oog voor de Nederlandse deelnemers. Ik begon meestal gestrekt op de bank, maar eindigde heel vaak op het puntje van de bank met de neus tegen ons eigenlijk te grote scherm gedrukt. ‘Ga eens wat opzij’, moest Marijke vaker zeggen. Het begon meteen al met die historische inhaalrace van Femke Bol op de 4*400 meter mixed. Maar ook de laatste 1500 meter van Sven Roosen in de tienkamp, wat was dat spannend. Het leverde een unieke vierde plek op in het zwaarste atletiekonderdeel. Hij verbeterde het Nederlands record en nooit was een Ollander bij de eerste vier in de Olympische tienkamp. Nu ken ik Sven al van heel lang geleden als klein menke langs de baan bij PSV-atletiek, maar dat mag natuurlijk geen naam hebben. En dan die 100 meter horden finale van die stoïcijnse Nadine Visser. Ik stond rechtop voor het scherm en schreeuwde haar over de streep. Wat een geweldige sportvrouw en hoe goed had ze zich op deze spelen voorbereid. Petje af en jammer dat de media dat onvoldoende oppakken. We kregen helaas maar één poging (de enige geldige) te zien van Jessica Schilder met kogel en ook maar één poging van Jorinde van Klinken met discus. Jammer (voor mij) hoe weinig die machtige werpnummers in beeld kwamen. Maar ja, die twee jonge jongens in de finale op de 1500 meter maakten weer veel goed. Daar gaan we nog veel van horen. Zo kan ik wel even doorgaan!
Oh ja, we
hadden ook nog Sifan Hassan. Wat een klasbak, wat een mooie sportvrouw, wat een
lief mens en wat een geslepen tactiek hanteerde zij. Gewoon achteraan
meehobbelen in het grote veld en dan in die laatste anderhalve ronde naar voren
sluipen en keihard proberen toe te slaan. Ik bleef dan ook lang gestrekt op
mijn bank liggen totdat ik opvloog en zei: ‘Nee hè, die gaat een medaille
pakken!?’. Ik vlieg van de bank en schreeuw zonder geluid te maken. Ze werd
twee keer derde, geweldig. ‘Sterk spul hè’, zei Marijke toen ik m’n zakdoek
weer eens tevoorschijn haalde om mijn vreugdetranen weg te vegen.
Het is zondag 11 augustus, we komen eigenlijk wat laat uit bed om de marathon
dames te volgen. Ik zet de TV aan en zie een groepje van acht atletes voorop
lopen zonder mijn Sifan. Nou ja, dan maar toch dat boterhammetje met hagelslag
met een kop thee naar binnen werken. Als ik weer op mijn bank ga liggen met
mijn voeten omhoog, dan blijkt de situatie weer gewijzigd. Sifan heeft keurig
achter in het groepje aangesloten. Zoals ze later zou uitleggen: er waren er een
paar die bergje op versnelden maar zij had zelf vast gehouden aan haar eigen
tempo om die door haar gewenste eindtijd te halen.
Twee dames vielen af, ze waren nog met z’n zessen. Even later viel er nog
eentje af en ik zei: ‘Nee hè, die gaat toch niet nog een medaille pakken!?’. Ik
ging rechtop zitten en volgde mijn Sifan bij elke onverhoedse beweging. ‘Jan,
je moet van de dokter je benen hoog houden’, zei Marijke. Maar ik dacht
‘nu-even-niet’, want hier gaat weer iets historisch gebeuren en dat wil ik van
zo dichtbij mogelijk volgen. Ze waren nog met z’n vieren, even later nog met
z’n drieën. ‘Die pakt nog een medaille, dat kan toch niet!?’.
Ze waren nog met z’n tweeën en toen wist ik ‘t: ‘Die pakt goud’. En zo geschiedde,
de laatste 100 meter tilde ik ons één-meter-brede scherm bijna van de muur. Wat
was ze blij, wat was ik blij. De tranen liepen over mijn wangen en wat kon mij
die zakdoek schelen. Ik moest me concentreren op een ontzettend blije en
sensationele Sifan Hassan. De Olympische spelen kregen voor mij een
onvergetelijke en formidabele apotheose. Die slotceremonie kon me verder gestolen
worden.
Een paar
dagen later lees ik alle commentaren op de sociale media. Vele superlatieven
passeren over die unieke prestatie van Sifan Hassan. Maar potverdomme wat
gebeurt hier? Ze maken zich ook nog druk over haar hoofddoek bij de
prijsuitreiking. Ik dacht nog: ‘Mooie gekleurde hoofddoek, staat haar leuk,
droeg mijn moeder ook vaker in huis met poetsen’. Weliswaar in wat saaier vaalwit
of met kleine blauw-grijze ruitjes. Maar daar werd de Islam erbij gesleept, men
vond het een verschrikkelijk ongepast statement. Werkelijk, Nederland is ziek.
Maar het kwam nog erger, ze vonden mijn Sifan geen Nederlandse. Mijn maag
draaide zich letterlijk om, waar halen ze het lef vandaan. Hoe ver kun je
zinken? Ik moest terugdenken aan mijn liefste tante Lucie die getrouwd was met
mijn ome Sjaen. Ze was nog donkerder als mijn Sifan en ze was de liefste tante
die ik heb gehad. Nederland is doodziek.
Waarom moet iets moois en bijzonders altijd worden bezoedeld met ziekelijke bijzaken?
Ik schreef ooit eens een item over een bijzonder talentje met kogelslingeren.
Nou, de ellendelingen kwamen meteen uit de spelonken om mijn oprecht verhaal te
relativeren en onderuit te halen. Dat bericht kon ik nog op tijd verwijderen
maar in dit geval kon ik mijn Sifan niet beschermen en dat doet zeer. Nederland
is strontziek.
Vanmorgen bladerde ik nog eens door de commentaren. Ik moest dat doen, dat gaf
me het gevoel dat ik dan een beetje de pijn deelde met mijn Sifan. Bij die vele
reacties bleek ook weer eens dat succes vele vaders kent. Ik telde er zo
zes-zeven die wilden meeliften met het succes van Sifan. Jaja, de een had de
eerste schoenen aan haar geleverd en de ander had haar op afstand meegemaakt
als hoofdtrainer. Ja, eentje had naast haar gezeten. Alsof je daarmee Olympisch
kampioen wordt!? Nu zal ik het dan ook maar bekennen, ik heb haar destijds bij
PSV-atletiek als verlegen meisje zien meehobbelen in de groep van een
bijzondere trainer. Ik herinner me haar eerste trainer erg goed, dat was (en is) een
bijzonder mens die niet alleen iedereen probeerde (en probeert) beter te laten
lopen. Maar hij viel mij op door zijn empathie, zijn persoonlijke aanpak en ik
volg hem nog steeds op afstand. Hij wordt niet genoemd. Ik herinner mij ook nog
dat donkere meisje dat meeliep in een avondwedstrijdje in Weert. Het was slecht
weer en Rutger Smith probeerde het Nederlandse record discuswerpen te
verbeteren. Ik zag haar lopen en hoorde dat ze Sifan Hassan heette. Maar wist
ik veel? En zij al helemaal niet!
Maar vanaf die tijd is ze gestaag uitgegroeid tot een icoon, een zeldzame parel
in de Nederlandse atletiek. En voor mij nu al dé sportvrouw van het jaar.
Bedankt Sifan voor de onvergetelijke momenten en als ik hoor dat iemand je
aanvalt of slecht over je spreekt? Dan zal ik voor je opkomen, want Nederland
is echt ziek.