Samen met mijn sportmaat Frans en onze echtgenotes waren we 27 mei voor de opening van het nieuwe ‘Eef Kamerbeek Atletiekcentrum’ uitgenodigd in Eindhoven. We waren zeer vereerd en tussen alle bobo’s zochten we een bescheiden plekje om getuige te zijn van een bijzondere gebeurtenis. ‘Wat doe jij hier, ook uitgenodigd?’ roept een bekend en blijkbaar verbaasd iemand. ‘Ja hoor, ik heb een uitnodiging gehad’, antwoord ik netjes en naast enige trots komt dank bij me op dat men niet alleen naar ‘functies’ heeft gekeken.
Maar eerst ‘wie was die Eef Kamerbeek?’. Eef was een bekend tienkamper, geboren in Eindhoven in 1934, overleden in 2008 en in mijn beginperiode meer dan een boegbeeld in de atletiek en de landelijke sportscene. De tienkamp, het zwaarste nummer van de atletiek en ook mijn favoriete discipline, beheerste jarenlang zijn leven. Eef won 11 maal op rij de nationale titel en bereikte in 1960 het hoogtepunt in zijn loopbaan met de vijfde plaats bij de Olympische Spelen van Rome. Vier jaar daarvoor had de Russische inval in Hongarije ertoe geleid dat Nederland zich in november 1956 terugtrok van de Olympische Spelen in Melbourne. Eef Kamerbeek behoorde tot de kleine groep die het droomfestijn op het laatste moment aan zijn neus voorbij zag gaan. Hij baalde als een stekker, maar wierp zich met de hem kenmerkende wilskracht op de training voor de volgende Spelen, die van Rome. Het lukte de mentaal en fysiek ijzersterke Kamerbeek in het weekeinde van 5 en 6 september 1960 de hoge verwachtingen in te lossen. Met een totaalscore van 7236 punten, goed voor de vijfde plaats, sloot hij de Olympische tienkamp af. Alleen de Amerikaan Johnson, Yang Chuan uit Formosa en het Russische duo Kuznetsov en Kutenko eindigden vóór hem. Dat hij nog niet aan het eind van zijn mogelijkheden was, bewees Eef Kamerbeek een jaar later door het Nederlands record op 7594 punten te brengen. Na zijn vierde plaats bij het EK van 1962 leek hij tijdens de Spelen van Tokio in 1964 rijp voor een medaille. Maar het noodlot sloeg toe. Al op het eerste onderdeel, de 100 meter, raakte hij geblesseerd.
Onder leiding van z’n vader Henk, een kampioen bij het kogelstoten en kogelslingeren, ontwikkelde Eef Kamerbeek zich in zijn jeugd tot een alleskunner op de atletiekbaan. Vriend en vijand leerden hem kennen als een onverwoestbare doorzetter die keihard trainde, en dat na zijn volledige dagtaak bij Philips waar hij als machinebankwerker begon en tot sponsoringadviseur opklom. In zijn nadagen en in mijn beginperiode heb ik het grote voorrecht gekend om nu te kunnen zeggen ‘ik heb samen met Eef Kamerbeek nog wedstrijden’ gedaan. Een man met charisma, steeds overduidelijk aanwezig en iedereen toonde groot respect voor hem. Enkele jaren later heb ik nog stage bij hem gelopen bij Philips. In mijn opleiding als bedrijfskundige zat ook een module arbeidskunde en ik moest een paar dagen oefenen met de stopwatch. En uiteraard hebben we het tijdens de stage meer gehad over atletiek dan over arbeidsanalyse. Zo’n 14 jaar geleden werd ik lid van PSV Atletiek en had ik het bijzondere genoegen enkele jaren werptraining te krijgen van zijn zoon Henk. Bij de jaarvergaderingen was erelid Eef Kamerbeek ook aanwezig als stralend middelpunt. Een groot atleet, een innemend mens, een indrukwekkende gestalte met zijn immense borstomvang.
Drie jaar geleden werd Eef Kamerbeek geveld door een slepende ziekte, en het was voor mijn sportmaat Frans en mij gewoon een must om bij zijn crematie aanwezig te zijn. Zijn dochter sprak daarbij indrukwekkend over haar vader als die gedreven sportman, een goede vader die zijn gezin soms tegen wil en dank meenam in zijn grote passie, de atletiek. Eef Kamerbeek werd bij zijn crematie postuum geëerd met de Jaap Eden Trofee. Voorzitter Erica Terpstra van sportkoepel NOC*NSF overhandigde in Heeze de trofee aan diens zoon Henk Kamerbeek. Eef Kamerbeek werd in 1960 uitgeroepen tot sportman van het jaar. Destijds kregen de winnaars nog een kristallen vaasje. NOC*NSF was bezig met een inhaalslag en overhandigde jaarlijks het bekende Jaap Eden-beeld aan vroegere winnaars. Eef Kamerbeek zou de Jaap Eden Trofee eigenlijk tijdens het Sportgala in december 2007 ontvangen maar was toen al te ziek om aanwezig te zijn.
Vrijdag 27 mei werd op het sportpark een mooie plaquette onthuld door zijn broer Jan Kamerbeek en zijn zoon Henk Kamerbeek. Daarmee werd het sportpark de Hondsheuvels omgedoopt in het Eef Kamerbeek Atletiekcentrum. Na het nuttigen van een hapje en een drankje en het volgen van een rondleiding door het prachtige multifunctionele gebouw togen we weer huiswaarts. De bobo’s druk lobbyend achterlatend. ‘Zullen die wel weten wie Eef Kamerbeek was?’ zeg ik tegen Frans. ‘Nou, in ieder geval klinkt het Eef Kamerbeek Atletiekcentrum beter dan de Hondsheuvels’.
En dat is waar, bij elke volgende wedstrijd zal ik terugdenken aan die groot atleet. De gemeente Eindhoven eert zijn zonen op een terechte wijze.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten