zondag 19 augustus 2012

Ik weet het niet . . .

Het is weer zover, verkiezingen komen eraan. Onze kandidaat-kamerleden proberen zich weer bij ‘ons kiezers’ te positioneren door middel van het overbekende draaikonten. Eerdere gemaakte afspraken en gesloten compromissen met andere partijen, ja zelfs geaccordeerde wetgeving, worden aan de smerige politieke laars gelapt. Er gaat geen praatprogramma meer voorbij of er zitten een paar van die keurig gesoigneerde en zorgvuldig gesouffleerde lamzakken en hittepetitjes in. En daarbij zijn maar twee dingen belangrijk. Allereerst elke serieuze vraag draaikonten naar de eigen en meest populistische partijstandpunten en die in rateltempo achter elkaar uitkramen. Ten tweede je politieke opponenten afzeiken op lullige foutjes of versprekingen. En dan waagt CDA-prominent en oud-informateur Herman Wijffels ook nog eens te pleiten voor een serieuze verandering van het Nederlandse politieke stelsel. Dat is nog eens een open deur! Daarvoor moet je ‘gestudeerd’ hebben. ‘Kom op man . . ‘, kom eens met een oplossing, dit land snakt naar stabiliteit. Ik weet het niet. Ik heb al eerder de oplossing aangedragen, en dagelijks wordt ik in allerlei media daarin onbewust gesteund.

Mijn inzet zou zijn: ‘zo snel mogelijk serieuze gesprekken beginnen om van Nederland de 17e deelstaat van Duitsland te maken’. In ons volklied zingen we toch al eeuwen uit volle borst ‘ben ik van Duitsen bloed’. Onze economie is volledig, maar dan ook volledig, afhankelijk van Duitsland. En toch presteren we het om het ‘iets slechter’ dan onze (nog) oosterburen te doen. Kijk eens hoeveel ‘WE’ beter zouden zijn geweest op de Olympische Spelen. Zelfs de heren hockeyers hadden met terugwerkende kracht goud! Marijke en ik tanken over de grens en gaan er met genoegen uit eten. En van die opgeklopte ‘animositeit’ bij elke Duitsland-Nederland confrontatie zijn we dan verlost. Afgelopen uit en compleet gereduceerd tot Venlo-Tegelen-pesterijen of Duitsers-Ostfriesen-plaagstootjes. En het allermooiste komt nog: ‘we zijn van dat Haagse gezeik af’. Kijk, meneer Wijffels, dat is nog eens een oplossing van ons niet functionerende politieke systeem. We zullen toch ergens moeten beginnen met de Europese eenwording. En laten we zoals we dat vaker doen, gewoon het voortouw nemen. En, meneer Wijffels, wat u als vooraanstaand econoom moet aanspreken: ‘de besparing is GIGANTISCH en onze economie gaat er meteen iets op vooruit’.

Voorlopig moeten we ons toch maar weer focussen op onze ‘democratische plicht: op wie gaan we straks stemmen?’. Ik weet het niet, mijn moeder stemde altijd KVP (en later CDA). Mijn vader stemde als harde werker logischerwijze PvdA. Maar ‘met de kennis van nu’ weet ik het niet meer zo nauw. Als ik mijn moeder zou uitleggen hoe Sybrand van Haersma Buma met Mauro dacht te sollen was dat snel klaar. Als mijn vader de ‘draai naar het kapitaal’ van Wim Kok had mogen meemaken? Ik weet het niet en ik heb toch altijd naar mijn ouders geluisterd. Dan maar via Google naar de ‘Stemwijzer’! Heej, de 30 stellingen leiden me rechtstreeks naar de PVV. Met weliswaar het CDA van mijn moeder en de PvdA van mijn vader op een mooie 2e en 3e plek. Nou, ik schaam me niet voor die uitkomst, maar ik zoek toch nog even verder. Er is ook nog een ‘Stemmentracker’, daarbij kun je laten weten in hoeverre je het eens bent met de verschillende partijen bij het stemgedrag in de Kamer bij besluiten van de afgelopen twee jaar. Ik geloof mijn eigen ogen niet, de SP komt er het beste uit, dat had ik nooit gedacht. Met nu mijn vaders partij op de tweede plaats, en de Partij voor de Dieren op drie. Mijn moeder zal dit niet erg gevonden hebben. Bij een eerlijke ‘ranking’ van beide invulbeurten komen SP, PVV en PvdA op een gedeelde eerste plaats. Maar wat moet ik nu gaan stemmen? Ik weet het niet. Dan is er nog altijd 'Kieskompas', dat geeft weliswaar geen stemadvies, maar ‘positioneert’ je binnen het politieke spectrum.
Nou, daar gaan we dan weer. Ik blijk haarscherp ‘niet links, niet rechts, maar recht door zee’ in het midden uit te komen. Maar dan wel een tikkeltje conservatief. Zo’n beetje te vergelijken met een te wijde broek ‘een beetje uitgezakt in het midden’.

Nou, volgens de ‘media’ zal de strijd vooral gaan tussen Roemer en Rutte. Maar ik zal toch met name in de grote debatten scherp gaan letten op Emile, Geert en Diederik. Met wie zou ik overigens wel een biertje willen drinken? Aan wie zou ik mijn portemonnee kunnen toevertrouwen? Met wie zou ik het een hele training kogelslingeren volhouden?

Ik weet het niet . . .

dinsdag 7 augustus 2012

Zomaar een weekendje

Marijke heeft al héél lang een spaarclubje met haar vriendinnen. Om de paar weken wordt er bij toerbeurt koffie gedronken en heel gezellig bijgekletst. Iedere maand wordt een klein bedrag overgemaakt om één keer per jaar een gezamenlijke uitspatting te kunnen financieren. Lang geleden waren dat ondeugende weekendjes naar mondaine Europese hoofdsteden, die geleidelijk overgingen naar zitsessies bij succesvolle musicals ter afsluiting van een intiem dinertje. Ik denk nog wel eens met enige achterdocht terug aan die foto in Brussel met alle vier de dames met hetzelfde ondeugende grijze gebreide hoedje, heel erg gewaagd. Of dat verhaal dat ze stiekem een fles wijn hadden meegenomen naar de hotelkamer, dat was pas echt op het randje. Maar ja, naarmate de leeftijd vordert willen de dames niet meer zo ver en zo lang van huis weg. Van mij mag het, je zit toch al 24 uur per dag bij elkaar op de lip. En dan voelt een weekendje helemaal alleen zoiets als aanspoelen op een eiland in de Stille Oceaan.
Maar dit jaar kwam iemand op het lumineuze idee om een weekendje ‘met-de-mannen’ te organiseren. Heel gezellig met onze verrijdbare zuur verdiende tweede woningen gewoon ergens op een gezellige camping ‘in-de-buurt’ te gaan staan en ‘we-zien-wel-wat-er-gebeurt’. Een benauwend gevoel bekroop me, een heel weekend met vier oudere stellen. Het angstzweet kroop me naar de keel, dat moet twee keer zo erg zijn als 24 uur alles samen moeten doen, en dat dan nog ook nog eens ‘vermenigvuldigd-met-vier’. Ik dacht ‘potverdomme-nog-aan-toe, daar gaat mijn jaarlijkse uitje naar mijn onbewoonde droomeiland’, maar tegenwerken was voor mij weer ook geen optie. Want Marijke gaat altijd mee naar al mijn atletiek-uitspattingen. En dat zijn er heel wat, en aangezien liefde geven en nemen is . . . .

Heel logisch dus dat we afgelopen vrijdag vertrokken met ons ‘luxe-tuinhuis-op-wielen’ naar de Graashoôk, naar een mooie camping in het groen. Binnen een kwartiertje waren we er. De camping was specifiek ingericht voor groepen, en wij kregen een keurig gesepareerd veldje toegewezen tussen de bomen met als middelpunt een grote ronde bak voor het kampvuur. Op de planning van de dames stonden een avondje barbecuen, een dagje fietsen door de Peel en een avondje pannenkoeken bakken en voor de rest ‘zien-we-wel-wat-er-gebeurt’. Ja, je moet je immers wel indekken dat je mekaar niet twee keer 24 uur aan zit te staren.

Nu achteraf kan ik jullie gerust mededelen dat het best is meegevallen. Sterker nog, het was een super-weekend. Vooral die avonden rond het kampvuur waren onvergetelijk. De sterke en minder sterke drank maakten de geesten wat soepel. Door het staren in die altijd inspirerende flakkerende vlammen werden het kortere en langere geheugen geaktiveerd. En met een gemiddeld geheugen van ruim 60 jaar kan er dan heel wat los komen. Nou, die ‘baby-boomers’ van vlak na de oorlog hebben heel wat meegemaakt. Slechts zelden valt er een stilte.

‘Zeg, kennen jullie die van vader en zoon kameel?’.
‘Neehee’
, zeggen er een paar verwachtingsvol. Nou,daar komt ie dan, zoon kameel vraagt aan vader kameel: ‘Papa, papa, waarom hebben wij zulke dikke lange wimpers?’.
‘Hewel, jongen, omdat er in de woestijn vaak zandstormen zijn. Door onze dikke oogleden en onze lange wimpers kunnen wij onze ogen daartegen beschermen. Ja ja, wij kamelen zijn de meesters van de woestijn!’.

‘Papa, papa,’
vraagt de kleine, ‘En waarom zijn onze tenen zo groot en zo plat?’.
‘Hewel, jongen,’
antwoordt de grote kameel, ‘Dat is om niet weg te zakken in het mulle zand. Zo staan wij veel steviger op onze poten en daardoor kunnen wij lange tochten door de woestijn maken. Ja ja, wij kamelen zijn helemaal uitgerust voor de woestijn!’.

‘Papa, papa, waarom hebben wij twee van die bulten op onze rug?’.

‘Wel,’ zegt de grote kameel, ‘Dat is om water in op te slaan. Daardoor kunnen wij lange tochten door de woestijn maken zonder te drinken. Ja ja, wij kamelen zijn de tankwagens van de woestijn!’.

‘Ja maar, papa,’
zegt de kleine. ‘Wat doen wij dan eigenlijk hier in de dierentuin . . . . . ?’.

De alcohol, invallende duisternis, de opkomende volle maan en het magisch zacht knetterende houtvuur sleept ons steeds verder mee terug in dat langere verborgen geheugen. Nee, het was niet altijd gemakkelijk in die vijftiger en zestiger jaren. De term rijke roomse leven verliest definitief zijn glans in die omfloerste vlammen. Met groot respect luisteren we naar elkaars verhalen en sluiten mekaar denkbeeldig in de armen. Een gevoel van schaamte komt in me op. ‘Mijn pap en mam heb ik nooit ruzie horen maken. Als ik terugdenk aan mijn ouders hoor ik ze samen lachen en zie ze stralend naar elkaar kijken’. Ik besef nu pas hoe bijzonder dat was. Ik besef nu pas hoe dankbaar ik moet zijn. Ik besef nu pas dat een arm om je schouder niet gewoon is. Ik besef nu pas wat zomaar een weekendje heel bijzonder maakt.