donderdag 24 december 2009

Opa’s en kleindochters


Ik weet niet wat dat is met opa’s en hun kleindochters, en in de volgende regels hoef je daar ook geen wetenschappelijke onderbouwing van te verwachten of zo. Ben je de hele dag bezig geweest, zit je kapot en heb je je net verborgen achter je laptopje, komt Lynn op bezoek: “Opa, gaon we ein spelke doôn?” is het eerste wat ze zegt. Opa is eigenlijk te moe en zou iedereen kort en bondig teleurstellen, maar bij haar ligt dat anders. “Det is goôd schat”, “Okee opa, zulle we boëte gaon köppe, op de frisse lôch, det is gezônd . . “. Stiekem had ik gehoopt op een spelletje “Mens-erger-je-niet”, ook niet direct mijn favoriete bezigheid, maar dan kan ik tenminste blijven zitten. Effe diep zuchten, want beloofd is beloofd, en als een jonge god loop ik even later achter alle misgekopte ballen aan.

Je hoeft bij haar niet lang te zoeken naar relationele genen, ze heeft van die nuchtere to-the-point uitspraken die eigenlijk niet bij haar leeftijd passen maar die m’n zoon ook zou kunnen maken. En, als ik haar bezig zie met sporten, vormt dat fanatieke gefocust zijn een bijna emotionele hechtpleister naast die nietszeggende bloedlijn. Een paar jaar geleden namen we haar wel eens mee naar PSV-Atletiek. Opa deed kogelslingertraining en Lynn sleepte onvermoeibaar die zware kogels terug naar de ring. Daar tussendoor liep ze af en toe een rondje op de 400-meter-baan, of kreeg zomaar spontaan privé-training van een jeugdleidster van PSV, ze heeft talent, alsof ik dat niet wist! Ik leerde Lynn hoe ze een steen zover mogelijk kon weggooien in de Maas en met een kogeltje van één kilo kopieerde ze feilloos mijn stoottechniek. Hoe trots kan een opa zich dan voelen.

Opa, ik wil ouk op atletiek”, en ondanks dat ze te jong was, werd Lynn aangemeld bij de plaatselijke atletiekvereniging. Na een paar weken kwam het teleurstellende bericht: “ze vind er niks meer aan . . . “, potverdomme had ik nog zo gehoopt. Mama en papa vinden heel terecht dat ze eerst nog even moet doorzetten en oma en opa gingen toch maar even nieuwsgierig controleren “hoe dat nu zit en hoe ze het doet . . “.
Nou ja zeg, dat kan ik me voorstellen, laten ze die kindertjes eerst rondjes lopen totdat ze doodop zijn. Daarna een verplichte combinatie van rugby en voetbal, met onze allerkleinste Lynn in dat te groot bemeten doel. Komt ze even later huilend naar de kant omdat ze een te harde bal van zo’n grote bengel had gestopt. Ja, zet Lynn niet in die goal, want ze doet haar uiterste best alles tegen te houden. En schiet je er naast, eigen schuld, maar dan moet je zelf de bal gaan terughalen. Als toetje moeten ze nog een paar rondjes zogenaamd uitlopen en met beteuterde gezichtjes druipen de voor altijd verborgen blijvende Rens Blommen en Rutger Smitjes af. Op dat moment schaam je je plaatsvervangend voor de atletiek, jeugd moet immers elke training spelend kunnen springen, werpen en ja, ook sprinten en een paar rondjes lopen.

Nu is ze een paar maanden “op judo”, vorige week had ze haar eerste toernooitje afgesloten met een mooie tweede plaats, het eerste eremetaal is binnen. Afgelopen week moesten oma en opa ook maar eens gaan kijken, er waren immers clubkampioenschappen. Prachtige accommodatie daar in de Boekend, geïntegreerd in mijn eigen oude tennishal, mooie tribune en allemaal kinderen als kleine boeddha’tjes langs de tatami (ja, zo heet die judomat), zenuwachtige ouders op die tribune. De organisatie keurig in oranje-zwarte trainingspakken legt begrijpelijk uit hoe een en ander gaat verlopen, zelfs oma en opa weten nu van yoka’s en wasari’s. Lynn moet beginnen tegen een jongetje, ze grijpt hem stevig bij z’n kladje (of heet dat kimono?) en het spelletje “begin-jij-of-begin-ik” neemt een aanvang. Elkaar beloerend schuiven ze van links naar rechts en dan weer terug, de tegenstander raakt in onbalans en Lynn vloert hem met een schitterende o-soto-gari (beenhaak buitenkant voor de buitenstaanders), waar haalt ze het vandaan, klasse. Ik zie vervolgens dat grondgevechten en houdgrepen ook haar “ding” zijn. Ze laat niet meer los en wint, opa blijft uiterlijk onbewogen op de tribune zitten, zijn sporthart imiteert ondertussen een kangaroe op een gloeiende plaat. Bij de tweede partij moet ze tegen een meisje van gelijke lengte, maar een jaartje of wat ouder. Die vader van dat meisje staat langs de tatami (mag dat?) en maakt slingerbewegingen. Dochterlief gehoorzaamt en sleurt Lynn wild in de rondte, hé wacht eens, dit heeft verdacht veel weg van kogelslingeren, alleen in de verkeerde setting! Maar succesvol blijkt het wel, bij de eerste misstap werpt ze zich op onze kleindochter: ippon. Ik heb de fatale techniek proberen terug te zoeken op het internet, maar hij stond er niet bij. Na een uurtje doorzoeken vind ik een paar foto’s die er enigszins op lijken, maar die staan onder vrij worstelen, dat moet zo’n scheidsrechter toch ook weten? Ik mag toch ook niet slingeren met een speer, regels zijn regels! Even later moet ze weer tegen dezelfde tegenstandster, mijn zoon staat (met camera) nu naast die vervelende vader geposteerd. Deze wedstrijd wordt een stuk interessanter met duidelijke kansen voor Lynn, toch verliest ze weer. Maar ze leert erg snel, nu was de tijd tussen de partijen nog even te kort, maar onze Lynn die komt er gegarandeerd wel.

We blijven nog even kijken naar de andere groepen, en ik begin me in toenemende mate te storen aan het gedrag van die opdringerige ouders aan de rand van de tatami. Een vader filmt (alleen) zijn zoontjes en bemoeit zich overduidelijk met de wedstrijdscores, waar hebben we het over? Aan de andere kant staan een irritante vader én moeder hun kroost ordinair toe te schreeuwen. Als die kop van die vent in mijn waarneming uitnodigend gaat lijken op een boksbal, vind Marijke het tijd voor de koffie. Maar trots verlaat opa de dojo, mijn kleindochter doet het prima en heeft de potentie om een hele goeie te worden, hopelijk vergallen die irritante elementen langs de tatami niet haar plezier in deze mooie sport.

En anders, misschien, heel misschien krijg ik nog wel eens de kans om haar kogelslingeren te leren. Zal ik het mogen meemaken, toch nog eens een Titulaer op de Olympische Spelen? Ik weet niet wat dat is met opa’s en kleindochters!

In ieder geval toch nog maar even in het krachthonk, opa moet in vorm blijven voor het geval, je weet maar nooit . . . .

maandag 21 december 2009

Weeralarm . .? Slingerpret. . !

Met tegenzin wordt ik wakker, knijp m’n ogen weer dicht, Marijke trekt het rolluik omhoog en kraait: “oohh Jan, het sneeuwt”. Maar het is ook zondag en dat betekent voor mij: lekker trainen op mijn veldje bij Scheuten Glas. Mijn stramme en s’morgens vroeg dus onwillige ledematen worden in thermo-ondergoed gefrommeld, en daarover heen nog een aantal lagen textiel tegen de ijzige kou. Beneden is het al lekker warm en de thee staat op tafel te dampen. “Ze hebben weeralarm afgegeven, iedereen die niet weg moet, wordt aangeraden thuis te blijven”. Ik kijk eens naar onze tuin en inderdaad, buiten ligt een flink pak sneeuw en een klein winters stormpje stuwt de gestaag opgejaagde witte vlokken op tot sneeuwduintjes . “Waar hebben we dat aan te danken, dat bedoelen ze nou met een echte kerstsfeer”, maar erg koud blijft het. Marijke vraagt niet eens of ik thuis wil blijven, ze kent me een beetje, maar zegt alleen: “ben je voorzichtig?”. Ze weet immers dat -13⁰C en wat sneeuw het niet winnen van mijn wekelijkse afspraak met die stomme kogels.

Buiten ligt een kraakhelder wit ongerept tapijt, er heerst een serene stilte op straat, zelfs de kinderen laten dit kerstplaatje nog even ongemoeid. Het enige wat je voelt is die ijzige wind die de sneeuwvlokken langs je oren snijdt. Ik ga Henk ophalen en samen slidderen we door de sneeuw richting Scheuten Glas met de bezem tussen ons in, want er zal straks eerst geveegd moeten worden. Met blote handen beginnen aan ons eerste onderdeel, kogelstoten. We letten specifiek op de oefeningen, die we vorige week van Wim hebben meegekregen.Linkerschouder hooghouden, eerst de heup inzetten en hoog uitstoten. Onze kogels rollen akelig ver door in de dikke sneeuwlaag, de droge sneeuw plakt gelukkig niet aan het vrieskoude ijzer. “We doen wat fout, we moeten nog hoger uitstoten, die kogels rollen véél te ver door”. Je hoeft vandaag geen prestaties te verwachten, wel worden m’n handen lekker warm, net zoals vroeger met sneeuwballen gooien. Je voelt je weer heel even dat kind, beelden uit m’n jeugd begeleiden daarbij de voorbijflitsende sneeuwvlokjes. We gaan kogelslingeren, heej . . . , een verdwaald personenbusje raakt bijna van de weg, de chauffeur kijkt onze kant op, dat moet je nu niet doen. “Die moet wel denken, wat zijn dat voor twee gekken”. De opdracht voor vandaag is drie draaien maken, laag blijven en opstrekken bij de uitworp, en die verplichte combinatie valt onder zomerse omstandigheden al niet mee.
Maar nu worden we wel door de gladde ondergrond gedwongen om héél rustig te beginnen en druk te houden op die linkervoet, anders lig je zo op je snufferd. Maar het lukt, en dan is het toch weer even kikken! We staan hier niet alleen voor de sneeuwpret, dit moeten we even digitaal vastleggen. Om beurten doen we onze stinkende best voor het nietsontziende oog van de camera, maar het is net als met wedstrijd: “inwerpen gaat altijd goed, maar als het erom gaat dan lukt het niet”.
Henk klopt z’n rooie handdoekje uit en spreidt dat keurig uit op de sneeuw: “Denk je dat dat nu droogvriest of zo . . “. Henk schaatst weg met zijn besneeuwde wenkbrauwen en komt even later terug met . . . een thermosfles en een beker hete koffie! Wat unne goeie vent, dat die daar aan gedacht heeft, en samen staan we minutenlang in die sneeuwstorm om beurten te slurpen uit datzelfde bekertje. “De bacillen vriezen toch kapot”, wat een feest!

Zoals gewoonlijk sluiten we de zondagmorgen af met gewichtwerpen! Drie pogingen uit stand, drie met één draai en drie met twee draaien. Henk haakt halverwege af:”te gevaarlijk”. En hij heeft eigenlijk ook wel gelijk, ze hadden immers een weeralarm afgegeven.

vrijdag 18 december 2009

Wie zijn die vijf overgeschreven atleten?

Peter Willemse vroeg me gisteravond of ik "die vijf nieuwe masters" kort wilde voorstellen in het clubblad, en dan liefst aan de hand van die groepsfoto, genomen bij het NK in Eindhoven.

Die prachtige foto, door Marijke genomen bij het NK-werpvijfkamp en NK-kogelslingeren 2009 in Eindhoven, waar we alle vijf als trotse medaillewinnaars staan te glimmen van links naar rechts: Paul Philips, Frans Klep, Henk van Bakel, Jan Titulaer, onze coach (pap) Lei Holthuijsen en Peter Holthuijsen.
Die wij dat zijn een vijftal uit de kluiten gewassen lobbessen, die (nog altijd) fanatiek trainen op alle vijf de werponderdelen (kogelslingeren-kogelstoten-discuswerpen-speerwerpen-gewichtwerpen) maar ook regelmatig uitkomen op (inter)nationale werpvijfkampen en werpwedstrijden. Een doorslaggevend argument om voor Swift te kiezen was wel de onuitwisbare rijke historie die Swift heeft op die machtige werpnummers in de atletiek. Veiligheid op en rondom de atletiekbaan vinden wij alle vijf heel belangrijk, we gaan ons zeker houden aan de gestelde regels, dus daarover hoeven jullie geen zorgen te hebben. Wel vooraf onze excuses voor die toenemende aantallen deuken en gaten in de grasmat, helaas is dat onlosmakelijk verbonden aan dat wegsodemieteren van die verschillende maten en gewichten werptuig.
Maar eerst even kort voorstellen! Paul Philips (M50) woont in Tegelen en is ex-tienkamper, sinds één jaar driftig bezig om kogelslingeren en gewichtwerpen onder de knie te krijgen. Momenteel geblesseerd, maar straks weer ongetwijfeld op jacht naar nationale medailles. Frans Klep (M60) woont in Nuenen, werptrainer bij de jeugd van Eindhoven en Helmond. Hij is één van de Nederlandse pioniers op de werpvijfkamp, en getransformeerd van goeie amateur-voetballer naar goeie werpvijfkamper. Henk van Bakel (M55) uit Baarlo was een topper op de springnummers (>2m hoog, >7m ver en >4m met de polsstok), maar nu ook al jarenlang succesvol op de werpvijfkamp. Bij de Senior Games 2009 in Zeeland behaalde Henk 3*goud, op kogel, discus en speer! Jan Titulaer (M60) eveneens uit Baarlo kan maar niet stoppen met atletiek en is ook geleidelijk overgestapt van de tienkamp naar de werpvijfkamp. Peter Holthuijsen (M45) uit Erkelenz behoeft als voormalig lid van Swift eigenlijk geen introductie, hij is bij de Masters een echte topper met hoge noteringen op de wereldranglijsten. Onze trouwe coach Lei (70jr, uit Tegelen) heeft het niet altijd gemakkelijk om onze 200 jaar atletiek-ervaring in het gareel te houden.
Met z’n vijven waren we in 2009 goed voor 7 nationale titels, 4 zilveren en 4 bronzen plakken. Uiteraard willen we dit kunststukje in 2010 voor Swift herhalen, we zullen (en kunnen ook niet anders) ons best doen. Wat hebben jullie een goeie werptrainer (Wim Coenen !!), met hem gaan we zeker werken aan de verbetering van onze persoonlijke records. Wat we daarnaast toch ook wel een beetje hopen, is dat we een paar Swift-leden kunnen besmetten met ons werp-virus. Misschien kunnen we een paar masters uit de winterslaap (!!??) wekken, en als we op wedstrijd gaan willen we graag een paar plaatsjes in de auto reserveren voor de fanatiekere werp(st)ers onder de jeugd. Kom maar op!
We verheugen ons op “af-en-toe-effe-kletsen” met jullie bij de werpkooi of gezellig in de kantine met een kopje koffie, want ook dat zoeken we bij Swift.

woensdag 16 december 2009

Fijne feestdagen

Zo’n weblog, dat leest toch geen mens
Vandaar aan “geen-mens” deze wens
Een voorspoedig en gezond 2010
Maar ook heel sterk sportief gezien

Geregeld zal ik mijn bedenksels noteren
Nooit om wie-dan-ook te beleren
Of ook maar enigszins te krenken
Je moet altijd maar denken
Hij wordt al wat grijzer
Maar zeker niet wijzer

Cynisme met een schaterende lach
Een droom, een wedstrijdverslag
Natuurlijk hoop ik weer te pieken
Met m'n fanatieke atletieken
Er gebeuren van die dagelijkse dingen
Of opduikende jeugdherinneringen
Opschrijven kost wel even tijd
Maar dan ben ik ze ook kwijt

Zo’n blogs aan “geen-mens” toevertrouwen
Die vent die moet van mensen houwen

zondag 13 december 2009

Niet het licht gezien, toch een openbaring!?

Zondag 13 december, het was erg koud in Hückelhoven, het zonnetje meldde zich goedbedoeld heel schuchter, maar het was voor het eerst schraal weer, de winter is begonnen. Ook voor het eerst traden Frans Klep, Peter Holthuijsen en ik onder toeziend oog van onze coach Lei Holthuijsen (hij was wel een beetje te laat) aan voor AV Swift. Peter knalde er in 3 draaien (!!) keurige 39.07m uit, er zit nog steeds progressie in.

Frans en ik dat was weer een verhaal apart, we hadden weer eens teveel ingegooid samen met de jeugd, daarna moesten we te lang wachten, want die kregen 6 pogingen slingeren en ook nog eens 4 pogingen gewichtwerpen (Rasenkraftsport!!). Frans stond lekker te draaien en gooide ruim 35m(!!), bij mij liep het niet maar 42½ zou moeten lukken. Maar ja, van dat wachten worden de “knäök” (botten) stijf en stram, of zou het toch de leeftijd zijn? Want tijdens de wedstrijd bleef Frans steken op 32.44m, en ik was zeker niet tevreden met mijn techniek en 40.24m.

Aansluitend gingen de Rasenkraftsporters nog gewichtwerpen, Peter en Frans hadden geen zin meer, maar ik wilde mijn teleurstelling nog een extra kans geven. Er deed een B-jongen mee (59 meter met slingeren), en als ik die kon pakken!!?? Met de 8-kilo-kogel en die laatste oppepper van Frans kwam er bijna 20 meter (19.98) uit. Het was maar voor spek-en-bonen, toch kon ik nu met een tevreden gevoel naar huis (volgens mij had die B-jongen 18½). Volgende meetpunten zijn 27 december (oefen)werpvijfkamp in Venlo en 31 december Silvesterhammerwurf in Hückelhoven.

Overigens was de eerste training, afgelopen donderdag, bij Swift een openbaring. Het weer was klote, alweer een nieuwe club, waarom moet dat nog op mijn leeftijd, het veld ligt er niet uitnodigend bij, plassen water met afgevallen bladeren erin, het natte gras sopt onder de lage werpschoentjes, mijn witte sokken zuigen gretig het ijskoude water op, niets lijkt vandaag mee te werken. Even de trainer (Wim Coenen) een handje geven, en dan beginnen we maar met kogelstoten. Nou ja handje, Wim is een reus van 2meter, bijna even breed-als-dat-hij-lang is, in ieder geval zijn voor zijn formaat geen trainingspakken beschikbaar. Ik moest eerst nog de kogelring vrijmaken, tot over de rand gevuld met gebruikelijke resten van de voorbije herfststormen, een beetje naar links mikken want de stootsector staat rechts compleet blank! Wim Coenen meldt zich bij de ring en roept met krachtige stem duidelijke aanwijzingen. Hij moet zijn aandacht verdelen met zijn eigen werpgroepje van Swift (’n man of vier), maar zelfs als wij vermoeden dat hij het niet gezien heeft, worden we "betrapt" gecorrigeerd in onze techniek. Ik moet m’n linker schouder hoger houden en bij het uitstoten diezelfde linker schouder hoog houden en blokkeren! Hoog uitstoten, nog hoger! Verdomd, het gaat beter! Mijn twee kompanen (Peter en Henk) zie ik ook wat onwennig reageren op die fris-corrigerende maatregelen op hun decennia-lang vastgeroeste techniek. We gaan discus doen, het net hoeft alleen rechts opgetrokken te worden: “Jullie gooien toch alledrie met rechts!”. Nou, ik dacht dat Peter een perfecte techniek had, maar blijkbaar kan ook dat nog beter. Ook bij mij valt een en ander te corrigeren, maar dat is geen nieuws. Langer wachten, linkerschouder niet naar links en naar beneden trekken, rechtop blijven, recht naar voren stappen, langer achter blijven kijken, rechtervoet niet plat neerzetten (op de voorvoet, want dan kun je sneller je heup indraaien), met links blokkeren etc. etc.. Teveel opmerkingen ?? Nee hoor, Wim weet ze duidelijk, dus één voor één, te doseren. Peter blijkt de aanwijzingen snel te kunnen omzetten en knalt er (onder deze belabberde omstandigheden) ruim 44 meter uit, knap hoor!!
Na de training een korte rondleiding door het krachthonk (te gebruiken wanneer we dat zelf willen), en we gaan naar huis. Bij de EO zie je vaker van die “het-licht-gezien-hebben” op het scherm, in mijn geval was en bleef het een grauwe diep-donkere herfstavond, maar die training was een openbaring. Meteen thuis zoveel mogelijk donderdag-avonden strepen, als ik volgend jaar 13m kogel en 40m discus wil gooien moet ik gaan trainen in Roermond. Ik hoop dat Wim niet wanhopig van me wordt!

maandag 7 december 2009

Ontslagen van verdere vervolging

Alle oudere mannen krijgen daar last van, als je vroeger voor een hek stond, piesten we er met gemak overheen, en ooh jee die uitdaging als er een vlieg op zat. Nu moet je er op kletter-afstand vandaan gaan staan, liefst een beetje wijdbeens en de punten van je schoenen naar buiten draaien, anders spetteren die vol. Bij mij is het nu dan ook zover, vorig jaar reed geregeld een jongere vent (je mag geen medische geheimen verklappen dus zal ik z’n naam niet noemen) met me mee, en daar moest ik geregeld voor de berm in: “Ik moet piesen, ik hou het niet meer”. Al gauw kwam het gesprek over “problemen met de prostaat”, en thuis dacht ik potdomme een aantal dingen herken ik.
Weliswaar moesten we “van het werk” geregeld de PSA-waarde laten meten, en daar had ik na mijn VUT maar een jaarlijks uitstapje van gemaakt. Niks mis mee, zover was alles onder controle. Maar wel dat ik wat vaker moest, en dan dat vervelende gevoel dat niet alles uitgepiest werd. Slingeren en zachtjes leegknijpen baten daarbij echt niet meer. Dan toch maar naar de huisarts, nou zeg, laat je broek maar even zakken en ga maar even gebukt staan tegen die hagelwitte tafel waar je normaal op moet gaan liggen. Intussen trekt zij (ja ook dat nog) een plastic handschoen aan, laat mij trots haar langste vinger zien en steekt die vervolgens “in mien kônt”. “Hmm, toch wel wat vergroot, ik verwijs je door naar de uroloog”.
Nou zal ik jullie niet alle details toevertrouwen, maar je gaat je tijdens zo’n onderzoek wel in toenemende mate een ouwe zak voelen. Moet je s’morgens eerst goed drinken en dan mag je niet meer naar het toilet, ik kan je vertellen, met versleten sanitaire leidingen is dat erg vervelend, want knijpen helpt immers al lang niet meer. Eindelijk mag je dan in een trechtertje plassen “om de druk van de straal te meten”. Ik ga wat uitgestrekt op m’n tenen staan, dan valt die straal wat dieper, waardoor je misschien wat meer druk krijgt (ja, je blijft tenslotte een man). En dan dat endoscopisch onderzoek, ik had vrouwen wel eens zien hangen in die stijgbeugels, maar als je daar zelf zo fragiel ligt. “Nog een beetje naar voren schuiven”, zegt een niet onaardige verpleegkundige, “nog een beetje . . . goed zo!”. Ik zie zo’n zwarte kabel liggen en vraag een beetje benauwd:”Moet die er helemaal in?”. “Nou dat valt reuze mee, hij gaat er soepeltjes in!”, zwijmelt ze me met zwoele stem toe. “Ja, bij jou misschien, als je plaats hebt voor wel tien van die dingen!”. Het gezicht van die sexbom trekt wit weg als dat van een ouwe vrijster, en de uroloog doet verder zijn werk. "Het ziet er goed uit", mompelt hij, wel een beetje vergroot, maar met één pilletje Tamsulosine per dag (kan gelukkig oraal) ontspant zich dat gedoetje daar beneden.
Vanmorgen moest ik dan na een half jaar terugkomen op controle en vertel trots aan de uroloog dat het wat beter gaat. Ik ga s’nachts wel “zitten” op het toilet:”Dat ontspant wat meer en zorgt dat in het donker ook de omgeving schoon blijft”. De man kijkt me aan en zegt dat ik niet meer hoef terug te komen. Voorzichtig vertrouw ik hem toe dat ik wel elk jaar de PSA-waarde laat meten. Dat had ik beter achterwege kunnen laten. Want (ook hierin) zijn de artsen het (nog steeds) niet eens of dat wel enig nut heeft. De ene helft betwijfelt het nut dat de andere helft toch wel ziet als een indicatie dat er iets mis is. Maar ja, als mensen (hij bedoelt natuurlijk mannen) er naar vragen, dan laat hij die test wel doen. Nou, ik heb wel genoeg gehoord en sta al met de deurklink in de hand, want aan zo’n verhaal heb je natuurlijk helemaal niets, geen klote om in de sfeer te blijven.

Maar als moraal aan die mannen die gaan twijfelen bij het lezen van deze blog: “Laat je toch maar even met die vinger in je . . . . “. Want mijn zwager die heeft veel te lang gewacht en die loopt nu met een katheder en zo’n plastic zakje.

De secretaresse van de uroloog lacht me toe en verwacht een vervolgafspraak te maken: “Nee hoor, ik ben ontslagen van verdere vervolging . . . . ”.

donderdag 26 november 2009

Zelfreflectie maakt veel LOS (Lampis-Orion-Swift)

Succes kent vele vaders, een mislukking blijkt meestal wees. In een zelfreflectie moet ik dan ook slechts met mezelf afrekenen, ik vocht tegen spookbeelden, windmolens, gebakken lucht, op zoek naar mijn liefste Dulcinea. Die achterliggende periode moet ik snel vergeten, vooropgesteld, ik heb zelf de allergrootste fout gemaakt om La Mancha te verlaten, nooit met Sancho Panza op stap moeten gaan, dom dom dom . . . . Onze intentie was goed en positief voor dé atletiek, daar blijf ik bij, maar in Venlo is Festina al héél lang geleden van d'n berg gevallen! Atletiek blijft een Olympische sport met vele prachtige disciplines, die gelijkwaardig behandeld en gestimuleerd moeten worden. Niet alleen berusten in nog meer trimmers, maar op zoek naar die nieuwe Egbert Nijboer, en waar verschuilt zich die volgende Rens Blom of Rutger Smit? Stimuleren in de volle atletiek-breedte, kansen bieden naar de top, het niet aflatend elke dag een klein beetje beter proberen te doen! Genieten van die uitdaging dat alles wat je bereikt hebt nog voor verbetering vatbaar blijkt! Open staan voor kritiek! Dat vraagt verstand van atletiek, roept om een allesomvattende organisatie, schreeuwt naar open communicatie en kan onmogelijk zonder vriendelijk empathische windmolens. Verschrikkelijk jammer voor de technische atleten in de regio, mijn visie paste bijna op één A5-je, en deed geen zeer aan mijn lange tenen.
In mijn stomme en vaak hopeloze strijd voor een werpersgroep voelde ik me vaak als Don Quichotte, wel veel (niet-verder-vertellen) steunbetuigingen, maar waar moet ik nu nog naartoe met m’n 62 jaar? Er zit niemand op zo’n ouwe zanikbuul te wachten! Maar ondanks "die klap van de molen" blijft mijn sporthart echter wel liggen bij die regionale atletiek, en wil ik nog een paar jaartjes de liefde bedrijven met mijn eigen werpvijfkamp, dan kan dat helaas niet meer in de buurt! Dank en veel respect Wouter voor die paar sprankjes mooie atletiek, hoe zal het verdergaan met Kjeld, ik blijf het volgen! Gedeelde smart is halve smart, na lang wikken en wegen heb ik me aangemeld bij twee clubs. Allereerst bij ORION, want daar klopt mijn atletiekhart nog steeds voor, tenslotte blijf ik één van de oprichters. Uit de eerste contacten blijkt wel dat er geleidelijk een sterke organisatie is gegroeid, altijd bereid tot elk opbouwend gesprek, als jury kan ik misschien een bescheiden bijdrage leveren? Om officieel de liefde te kunnen bedrijven met die kogels en speren heb je overigens wel een licentie nodig, en die krijg ik bij SWIFT. Het eerste gesprek in die kantine in Roermond voelde goed, warm en welkom aan, bovendien is Swift-Roermond een club met een onuitwisbare historie op de werpnummers. Kijk eens op de websites van mijn nieuwe clubs, en vergeet daarnaast ook niet www.lampis.net .

Orion (zie: www.orionvenlo.nl) is een Blerickse vereniging, telt meer dan 350 leden en is opgericht in 1983. Orion stelt zich ten doel het beoefenen en het bevorderen van de atletieksport in welke vorm dan ook (technische, baan- en wegatletiek). Streven is de atletieksport voor een zo breed mogelijke groep, ongeacht geslacht of niveau van geoefendheid, toegankelijk te maken.

De meerderheid van de leden zijn langeafstandlopers, d.w.z. zij trainen voor wedstrijdafstanden van 5 km of meer. Ook leden die niet trainen voor het lopen van wedstrijden, maar gewoon hun conditie verbeteren of op peil houden, zijn welkom. De trainingen van Orion zijn zo ingericht dat men op elk conditieniveau (of je nu trimmer, jogger of meer prestatief bent) met veel plezier kunt trainen.

Swift Atletiek (zie: www.swiftatl.org) werd in Remunj opgericht in 1936. Uit deze atletiekvereniging zijn in de beginjaren andere verenigingen ontstaan. De voetbal-, handbal- en tafeltennisafdelingen zijn inmiddels verder gegaan als zelfstandige verenigingen. Swift is één van de grootste atletiekverenigingen in Limburg.





Kortom, reden genoeg om na een moeilijke periode te kiezen voor een club met werp-historie! Kom op mannen (en vrouwen), wie gaat er voor de Douwe Smit Trofee . . . .

zondag 22 november 2009

Zoekplaatje . . .

Vanmorgen weer lekker op mijn slingerveldje langs de A67 getraind. Het weer was onstuimig stormachtig maar wel vriendelijk zonnig tussen de voorbijrazende kleine wolkjes. Marijke was ook mee, dus de Mobiele Kantine met “alles veur nop” stond weer te bling-blingen tegen die schitterende glaswand van Scheuten Glas. Paul was er ook en Lei blijkt ook vandaag weer een trouwe supporter. Het slingeren gaat perfect. Opdracht van vandaag is: ”met gestrekte armen naar die kogel blijven kijken, door de knieën, rug recht en wachten met omstappen”. En verdomd, het werkt, Paul “dropt” zijn 6kg constant op 27 meter en ik m'n 5kg ruim boven de 40! We doen (minimaal) 5 maal draai-stop-draai-stop . . . . en loslaten en daarna draai-stop-draai-stop-2*draai en loslaten! Lei zegt wat ik denk: “Paul, asse zoë door geis wuûrd det minstes twiëje-un-dertig-half”. We zullen wel zien. Na het laatste gewichtwerpen (eindelijk weer twee keer ruim boven de 17m) lonkt de koffie ons naar binnen. Waar we (echt) gezellig nog een uurtje hebben zitten kletsen over technische atletiek, en niet geroddeld "euver-die-renpaerd".

Volgende week ga ik met Frans naar Beek & Donk om nog wat kogels te kopen (die nog wat nodig heeft om te trainen?).

zaterdag 21 november 2009

Uitwaaien in Zeeland

Vorige week wilden we de camper alweer verbannen naar zijn winterverblijf, maar Erwin Krol belette dat nog even. Hij voorspelde dat het zacht en mooi herfstweer zou worden, dus besloten we nog een weekje naar Zeeland te gaan. De meeste campings bleken gesloten vanaf 1 november, maar in Renesse was “de Wijde Blick” nog bereid ons te ontvangen. Een gigantische camping tussen een verschrikkelijk groot aantal campings en vakantiedorpjes op Schouwen-Duiveland. Hier gaan we dus s’zomers gegarandeerd niet naartoe. Er blijft nog genoeg natuurschoon over, maar de volgende camping is nooit ver weg. Ik denk dat Wilders hier wel toekomst heeft, want hier geldt met recht “genoeg-is-genoeg”.
Maar wij hebben een paar prachtige, rustige en sportieve dagen gehad. s’Morgens met de fiets door de duinen, en waar een mooie duinovergang is, het strand op en lekker tegen de wind in struinen. Marijke had mazzel, woensdag stormde het, beetje moeilijk fietsen maar . . . wat een geweld. Op het strand word je gewoon gezandstraald. Lekker mosselen gegeten, op tijd naar bed en s’morgens laat eruit!! Wie doet je wat. Renesse is erg (te) touristisch, maar Burgh-Haamstede, Nieuw-Haamstede (prachtige vuurtoren), Westenschouwen en Scharendijke zijn mooie dorpjes.

Vanmorgen zijn we “in ut zunke” vertrokken met nog één stop in Ritthem! Dat ligt op 8 kilometer afstand van Vlissingen en met enige moeite vind je daar fort Rammekens, temidden van bos, kreek, weide, schor en een oorverdovende stilte. Fort Rammekens is het oudste zeefort van West-Europa (1547). Ooit speelde het fort een grote rol in de rijke Zeeuwse maritieme geschiedenis. Fort Rammekens werd gebouwd op last van Maria van Hongarije, een jongere zuster van Karel V, die namens hem de Nederlanden regeerde. Het ontwerp was van de Italiaanse architect Donato de Boni en Peter Fransz. Het fort werd gebouwd om de toen zeer belangrijke havens van Antwerpen en Middelburg te controleren en het speelde een belangrijke rol als ankerplaats voor de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. De schepen wachtten bij het fort op een gunstige wind om af te varen naar Azië. Het fort is bij afwisseling in handen geweest van Spanjaarden, Engelsen, Fransen en Zeeuwen. De Spanjaarden en Geuzen hielden in de Tachtigjarige oorlog danig huis in het fort.

We hadden een uniek plekje gevonden op de dijk met zicht op het fort én de Oosterschelde, waar weliswaar geen zeilschepen, maar toch veel zeeschepen af en aan voeren. Een prachtige afsluiting van alweer een mooie week. Ben benieuwd hoever het is met de werpkooi op Vrijenbroek, en wie zich al ergens gemeld heeft bij een nieuwe atletiekvereniging? Ik denk niemand!

zondag 15 november 2009

Werpers ziën toch neet van sôkker ?

Sinds ’n week is mijn eigen krachthonkje keurig opgeknapt én al een paar keer gebruikt. Marijke komt niet alleen af en toe nieuwsgierig kijken, maar doet ook mee! Vanmorgen was het “boutweer”, maar atleten zijn niet van suiker, dus gewoon het werptuig ingeladen en op naar Scheuten Glas. Paul Philips was er ook, en we moesten beginnen met even te schuilen “onder de kofferbak”, want het viel er werkelijk met bakken uit. Toch maar beginnen met kogelslingeren, en na enige tijd kwam Lei Holthuijsen ook nog kijken, gewapend met de parapluie. Ja, in Venlo was er niemand, dus dan maar even zoeken naar het WSG (werpveld Scheuten Glas). We hebben lekker getraind, het bleef verder redelijk droog en Paul begint in deze 2de week al “echt-te-slingeren” in plaats van “verkrampt-te-gooien”. Ik hoop dat hij de hele winter pijnvrij kan blijven trainen. Met discus gaat het in ieder geval nu al beter dan het hele afgelopen seizoen. Z’n beste was 32.87m in het voorbije seizoen, maar vanmorgen gooide hij met gemak 33½, en eigenlijk nog te laag eruit.

Ik heb bij alle werpers het idee gelanceerd om zondagmorgen 27 december het jaar passend “oët te goëije” met een trainings-werpvijfkampje. Dezelfde regels zoals we dat 29 maart gedaan hebben: twee keer inwerpen en drie pogingen! We vragen Lei, Tina, Annemarie en Marijke weer om te jureren, en uiteraard werken met bordjes bij de lange werpnummers (en achteraf meten). Als er dan nog iemand kan (en wil) zorgen voor erwtensoep met ’n broodje achteraf (en we kunnen in de kantine), dan sluiten we het jaar toch nog gezellig af, en hebben we even de tijd om de punten te berekenen. Natuurlijk zijn de prestaties niet zo belangrijk, alhoewel, vergelijken met 29 maart is misschien wel leuk. Wie doet er mee??

Overigens is Lei Holthuijsen al druk bezig met het wedstrijdprogramma voor 2010! Hou vooral www.lampis.net in de gaten, want daar komen ze op te staan.

donderdag 12 november 2009

Hoe kun je nou zoiets dromen?

Vanmorgen werd ik wakker, kwam moeizaam overeind en wreef m’n ogen eens goed uit. Dit kan toch niet waar zijn, maar volgende week komt het toch in de (landelijke) media? Op en rondom sportpark Maassenhof in de Boekend moet ’t gaan gebeuren. Alle gebruikers van het sportpark Maassenhof, het tennispark, de tennishal, de twee fitness-centra, forellenvijver Maassenhof, manege Beekshof, de Boerenbond en Boostenhof slaan de handen ineen. Er komt één groot Omnipark “Boekend-2-Move” met een vergaande vorm van particuliere samenwerking. Alle bestaande hekwerken van de diverse complexen worden geslecht en vervangen door één groene omheining dat het unieke initiatief letterlijk gaat omarmen. Er ontstaat één groot recreatie- en sportpark voor de gehele regio. Een betere aansluiting en navolging van de Floriade 2012 kun je je toch niet voorstellen?

Een omvangrijke denktank had er slechts drie maanden over gedaan, een prestatie van wereldformaat voor het kleine idyllische kerkdorpje. Door stom toeval werd mijn ervaring als Kaizen-engineer gevraagd om een paar werkgroepen vlot te trekken. Het was een geweldige en inspirerende ervaring om 20 man vanuit totaal verschillende disciplines zo enthousiast bezig te zien, en dan ook nog de mond te moeten houden naar die onwetende buitenwacht. Maar het is gelukt, zelfs het financiële plaatje is rond!

Bijzonder trots ben ik op een tweetal wilde ideeën die ik als gepassioneerd atleet heb ingebracht:
1.Er komt een uniek loopcentrum binnen het Omnipark, dat zijn weerga in Nederland niet kent. Uiterst geslaagd vind ik zelf het trimpad van 1250m lengte met ondergrond van gehakseld hout dat zich als verbindend lint langs alle locaties slingert.
2.En dan voor ons als werkelijke klap op de vuurpijl: er komt een atletiek accommodatie voor alléén technische nummers, voor zowel indoor als outdoor. De belangrijkste zet hiertoe werd gegeven door de aanstaande komst naar Maasbree van voormalig wereldkampioen kogelslingeren Karsten Kobs (1999, Sevilla – Spanje, 80.24m). De atletiekunie denkt al aan een steunpunt voor werpers ter voorbereiding op de Olympische Spelen 2012.

Mijn ogen beginnen te wennen aan het daglicht. Ik sleep me naar de badkamer en de koude tegelvloer brengt me weer terug in de realiteit. “Je hebt gedroomd, ouwe zak!” zegt mijn spiegeltje-spiegeltje-aan-de-wand. Bij het ontbijt verdrinkt de koffie de laatste resterende hersenspinsels! Maar hoe kun je nou zoiets dromen, waar haal je in-Gods-naam die kwats vandaan? En terwijl ik mijn droom aan Marijke vertel (dat doe ik wel vaker) kom ik steeds meer tot het besef:
”Maar zo gek is dat potdomme ook weer niet, alle ingrediënten liggen er toch! Ik had geen droom, in den Haag noemen ze dat visie! Toch? Nou, kom op gebruikers van Maassenhof, toon die VOC-mentaliteit! Toch?”.

Ik zal er nog ‘ns een nachtje over slapen, uhhh . . . dromen.

zondag 8 november 2009

Scheuten Glas: de eerste trainingsgroep van Lampis?

Vanmorgen heb ik weer eens lekker getraind op mijn veldje bij Scheuten Glas (aan de Magalhaesweg, 5928 LL Blerick). Betekent voor mij wel iets vroeger opstaan als normaal, eitje koken, en bij het ontbijt keek het zonnetje nog wat nevelig maar wel resoluut over de schutting. “Het wordt een mooie dag” zegt Marijke, en ze heeft er verstand van. Gisteravond hadden we al besloten om de camper mee te nemen, Marijke had al een paar stukken vlaai uit de diepvries gehaald, en alles gechecked om koffie te kunnen zetten. Want er hadden zich een paar man (spontaan) gemeld via de mail die mee wilden trainen, benieuwd wie er komt. Marijke kwam ook nog met het idee om “Mobiele Kantine” op de camper te plakken. Ik had in alle dichterlijke vrijheid het Lampis-logo toegevoegd en daaronder de logische tekst “alles veur nop”.

Potverdorie, de buurman had z’n auto weer eens ongelukkig neergezet, dat betekent heel voorzichtig laveren. Een keer terugsteken en op naar Blerick met die 6.71 meter. Ik ga daar niet staan wachten op “wie-er-komt” en laadt de werpspullen uit. Marijke installeert zich in het zonnetje met een (goed) boek. Eerst maar kogelstoten, beetje losmaken en opwarmen. De opdracht die ik mezelf vandaag opleg is 12 meter uit stand stoten, en dan goed opletten: “lang achterblijven, eerst rechter heup indraaien en dan hoog uitstoten en kogel nakijken”. Heej, daar komt Henk aan. Hij sjeest de hoek om en parkeert, zoals alleen Henk dat kan, snel en in één keer goed op de plek. Ooh, volgens mij is ie nog niet helemaal wakker, want nog half verdoofd pakt hij z’n kogel en begint dat ding achteruit over z’n hoofd weg te sodemieteren. “Goeiemorrege, det is niks veur mich zoë vrûug . . . . “. Ik slaag er net niet in om die 12 meter uit stand te stoten, maar met aanglijden is ’t een makkie. Henk stoot toch zo vroeg op de morgen maar even 10 meter, niet verkeerd.

We gaan kogelslingeren, bij de tweede worp komt voorzichtig een grijs bestelwagentje de hoek om. “Det is Paul” zegt Henk, en ja hoor, nu zijn we opeens een echte groep!! Paul heeft duidelijk nog wat trainingsachterstand want het gaat allemaal wat stijfjes. Maar Paul pikt altijd aanwijzingen goed op en na wat commentaar van Henk en mij gaat het snel alweer een stuk beter. En wat mij nog nooit gelukt is, lukt hem wel. Ik hoor een langgerekt “potverdomme . . . . . ” en zie Paul met z’n handen in de zij een van de bomen boos aankijken. In de top wiebelt zijn slingerkogel en het handvat oogt muurvast tussen de takken. Snel probeer ik eigenkennis en ervaringen uit m’n verre jeugd te combineren. Ik ben nogal lomp, en niet meer zo lenig lenig terwijl Henk zo’n beetje de omgekeerde kenmerken heeft. “Henk, as ik hendje gaon staon, kans dich in d’n baum klumme”. Henk heeft zoals altijd weinig tijd nodig en stapt gezwind van mijn handen op mijn schouder en begint aan die kogel te rukken. Op zo’n moment rest mij slechts alle vertrouwen bij Henk te leggen in de hoop dat hij me die kogel niet op m’n kop laat vallen. Maar ja, hij rekent er natuurlijk ook op dat ik me als ladder gedraag en stokstijf tegen die boom blijf staan. Het gaat goed en na enig buigwerk is de slingerkogel weer geschikt om mee te gooien. “Paul, de môs waal tösse die buim door goëie . . . “, het helpt want het gaat verder uitstekend.We gaan discuswerpen, ik leg eerst uit dat de eerste boom op 28 meter en de tweede op 37 meter staat, een geruststelling dat de meeste worpen er tussenin passen. Toch slaagt Henk erin de 28-meter-boom in z’n eerste poging van z’n laatste bladeren te ontdoen. Dit is overigens een onderdeel waarbij we veel van elkaar kunnen leren. Henk en ik maken de eerste draai altijd veel te kort, maar doen ons best toch steeds “dat sprongetje naar voren te maken”, iets wat Paul echt voorbeeldig doet. Daarentegen hebben Henk en ik een redelijke afworp, die als het lukt ook redelijk hoog eruit komt. Paul zet zijn linkervoet bij de afworp op “12 uur” terwijl Peter ons geleerd heeft dat dat toch echt op “10 voor 12” moet. Nou, met die in jullie ogen misschien kwats, lukt het ons toch een en ander van elkaar op te steken. En de discus op respectabele afstanden te gooien.
Als afsluiting gaan we nog gewichtwerpen, alledrie met mijn 9.08kg. Ik zeg geheel overbodig: “zal Marijke even zeggen dat we zo meteen koffie komen drinken”. “Wiezoewe” zegt Henk, “dat zal ze toch wel weten als jij met die zware begint te gooien”. En daar heeft ie gelijk in. Want Marijke leest niet alleen in haar boek, maar volgt met grote interesse onze verrichtingen en maakt op de goeie momenten een paar foto’s. Wat me de laatste wedstrijden niet meer lukt, dat gaat “altijd” wel goed op het veldje van Scheuten Glas: 16 meter gooien. Henk zit niet veel achter me, alleen, hoe meer hij z’n best doet dichterbij te komen, destemeer besluit die stomme kogel eerder in het gras neer te ploffen. Paul weet als enige zich in iedere volgende worp te verbeteren. Hij kruipt van 10, naar 11, naar 12, naar 13, uiteindelijk naar 14 meter. We worden moe en kappen ermee, onderweg naar de camper benadrukt Paul: “zo zie je maar, hoe je met kleine aanwijzingen elkaar toch vooruit helpt!”. En daarmee slaat hij de spijker op de kop.Marijke wacht ons al op met de koffie (en die kersenvlaai uit de diepvries)! Heerlijk, even lekker napraten na zo’n training is op deze manier bijna een feestje. En nou ja, waar het over gaat, dat weten de ingewijden natuurlijk. Jammer, verschrikkelijk jammer, maar nu we terugkijken lijkt het allemaal zo logisch en zo vooropgezet.

Maar vanaf vandaag kijken we vooruit, we hebben lekker getraind en weer wat van elkaar opgestoken.

Niet verkeerd, dat veldje bij Scheuten Glas. En die mee wil trainen, even mailen . . .

zaterdag 7 november 2009

Een bijzondere ontmoeting

Afgelopen september hadden we tijdens onze trektocht door Frankrijk een bijzondere ontmoeting. Het weer was nog steeds schitterend zo laat in het seizoen, maar zou dat zo blijven? In de Elzas hadden we de wijnoogst meegemaakt en als toeschouwers genoten van de druivenplukkers en geroken aan de eerste processen om te komen tot Pinot Gris, Gewürztraminer en Sylvaner. Maar toch kozen we ervoor wat verder af te zakken naar het zuiden, je weet maar nooit, als een van de stops hadden we camping Ahimsa uitgezocht in Serrigny-en Bresse. “Waar ligt dat nou weer?” hoor ik je denken. Nou, dat ligt ongeveer 30 kilometer ten oosten van Chalôn-sur-Saône, een uurtje rijden van de Franse Jura en drie kwartiertjes van de wijngebieden van de Bourgogne. Vanaf de Route Nationale (RN73) moeten we een smalle verharde weg in, na enige tijd stuurt Tom-Tom ons resoluut een nog smallere veldweg in, Marijke begint al te zuchten. Maar het komt nog erger, we moeten slingerend door het saaier wordend landschap over een “bolle” weg, je weet wel, zo’n weg waar je in het midden moet rijden. Want hou je rechts aan, dan hangt je camper ook vervaarlijk naar rechts en waarschuwt het gekraak dat alles dreigt te gaan schuiven. Na twee keer “zijn-we-er-nog-niet” zien we rechts van de weg iets te laat een bordje “Camping Ahimsa”, in de remmen, in de achteruit en voorzichtig het erf oprijden. Is dit een camping?, een zwarte vlag met een doodskop wappert tegen de felblauwe hemel, we hadden eigenlijk een SVR-vlag verwacht. Een felgekleurde in-elkaar-gedeukte auto staat bovenin een appelboom geparkeerd. Nou ja, we stappen maar uit, ik heb trouwens ook geen zin meer om nu nog door te gaan rijden.

Drie grote donkere honden komen blaffend op ons af, deppen een voor een hun natte neuzen op onze angstige bovenbenen, doen een paar stappen achteruit om opnieuw te gaan blaffen. “Ze bijten niet” horen we een jongeman uit een bovenraam in keurig Noord-Hollands roepen “zoeken jullie de baas, loop maar binnendoor, hij is aan de andere kant!”. Ingesloten door de kwispelende en blijkbaar van blijdschap blaffende honden werken we ons door links en rechts gestapeld hout naar de andere kant van een soortement langgevel-boerderij. Blijkbaar had de baas ons al gesignaleerd en voordat we iets kunnen vragen roept een sjofel gekleed manneke met lang haar en ontploft gebit: “eerst koffie, ga maar even zitten!”. Hij beent een buitentrap op naar boven en wij zoeken een plekje onder een wel erg volle maar gezellige veranda. De grote wuilessen van honden leggen een voor een hun vervaarlijke koppen bij ons op schoot, en kijken ons toch wel erg lief aan. Daar komt de campingbaas met lekkere pruttelkoffie de trap af, achter hem daalt ook rockmuziek uit de jaren 60 af. “Daar staan de kopjes, en er moet ook nog ergens suiker en melk staan.” We krijgen een stevige werkershand en vanachter de nog resterende tanden klinkt omfloerst door de rockmuziek: ”Hallo, ik ben Kees Kok”.


Wat een zachtaardige vent met een open karakter! In no-time blijkt ieder onderwerp bespreekbaar en elke afwijkende mening gerespecteerd, dat je daarvoor zo ver van huis moet zijn. Kees Kok blijkt een midden-vijftiger, die slechts één grote reis in zijn leven gemaakt heeft. Als dorpsgek van Lutjebroek runde hij samen met vader en broer een bloemkolen-bedrijf. Met zijn HBO-opleiding zorgde Kees vooral voor de technische inbreng. Na privé-problemen liet Kees zich uitkopen en besloot een kennis op te zoeken in Frankrijk. Tijdens die enige verre reis ging hij op zoek naar een nieuwe stek. Het eerste bezoek aan die oude vervallen boerderij in Serrigny-en-Bresse gaf hem zo’n goed thuisgevoel, dat hij er de afgelopen 12 jaar niet meer weg is geweest. Geen TV, geen internet, slechts een wereldradiootje vertelt hem elke dag het hoogstnodige nieuws.
Maar wij moeten nog een plekje hebben voor de camper, want het begint al te schemeren. “Zoek maar wat uit”, alleen de toiletruimte is inmiddels in gebruik als opslagruimte “maar jullie kunnen hierboven bij mij onder de douche of naar de WC”. Nou ja, dat zien we dan wel. We vinden een prachtig plekje voor onze camper, met zicht op de ondergaande zon. Alleen, Marijke moet nog even wachten, want het looppad naar en rondom de camper moet eerst nog ontdaan worden van een twintigtal hondenkeutels. En grote honden hebben grote . . . goed zo!

Na een heerlijk rustige nacht worden we s’morgens wakker met op de achtergrond heerlijke rockmuziek, maar de volumeknop lijkt fors omhoog te gaan als de deur van de camper opengaat. Kees is al aan het werk en als ik naar het toilet ga, staat in de keuken een ketel sperziebonen te pruttelen voor een hele compagnie. “Jullie komen vanavond bij mij eten” klinkt het als ik de trap afloop, blijkbaar vermoedde hij al dat we nog een nachtje wilden blijven.Na het ontbijt gaan Marijke en ik onze nieuwe tijdelijke woonomgeving bekijken. Naast de drie eigen honden lopen er nog twee honden op het terrein. Kees heeft binnen de muren van de oude boerderij een viertal appartementen gebouwd, alle vier zijn ze permanent verhuurd aan drie jonge franse stellen en een vrijgezelle Zwitser. Die jongeman, die ons gisteren begroette, blijkt een zoon van een vriend. Hij was verslaafd (geweest), en door z’n vader naar Kees in Frankrijk gestuurd. Inmiddels woonde hij al twee jaar bij Kees, was niet meer verslaafd, woonde samen met een Française en had werk gevonden “in-de-omgeving”. Op het terrein liepen een tiental over-behaarde schapen vrij rond, elk jaar werden de jongste dieren verkocht! In de schuur stak een nieuwsgierig varken z’n kop naar buiten, het beest werd goed verzorgd, maar ja, wat wil je, hij werd straks door Kees hoogstpersoonlijk zelf geslacht en moest dan voor 1½ jaar vlees leveren. In die tijd zal een volgend slachtoffer zijn plaats innemen. Langs de veldweg had Kees zijn biologische tuin gesitueerd, we schrokken van de hoeveelheid onkruid maar de groente stond er verbazend goed bij!

Marijke zei tegen me: “Nu moeten we Kees wel op de koffie vragen vanmiddag”. Okay, het was even zoeken naar Kees, maar de uitnodiging werd geaccepteerd. Marijke zet koffie en even later staat een vreemde man voor de camper. Keurig gedouched, haren gekamd, strooien hoed en schone kleren: Kees komt op visite! Wat een man, wat een manieren, dat verwacht je toch niet? De visite gaat geruisloos over van de koffie met koek naar de wijn met franse kaas tot aan de borrel bij de ondergaande zon. “Nu ga ik koken, jullie komen bij me eten en ik heb nog drie gasten. Ja, ik kook wel vaker voor die jongens”. Marijke en ik hebben even de tijd om de rommel op te ruimen en te bekomen van de diepgaande gesprekken van die lange visite. Kees blijkt een filosofische kijk en soms spirituele blik op het leven te hebben. Een andere mening wordt respectvol omarmd en plotseling blijkt de 7 een bijzondere plek in onze levens in te nemen. Het gaat te ver om al die onderwerpen de revue te laten passeren maar Marijke en ik zijn het eens:”Dit is een echt goeie vent, niks mis mee!”, en een van die bijzondere ontmoetingen in ons leven.


Het was gezellig onder de veranda, en voor eind september opvallend zacht. Onze tafelgasten waren bewoners van twee appartementen, een jong Frans stel en de wat oudere vrijgezelle Zwitser. De voertaal was Frans, wat ik helemaal niet erg vond. We konden nu immers rustig genieten van de mooie avond, de prachtige omgeving, het lekkere eten en slechts af en toe wat zorgvuldig uitgekozen franse zinnetjes met onze gasten wisselen. Het menu was eenvoudig maar lekker. De Zwitser had rode-bieten-salade gemaakt, waar Marijke gek op is. Het hoofdgerecht was Gado-Gado à la Kees, gelardeerd en weggespoeld met Franse wijn en water. En natuurlijk afsluiten met die pruttelkoffie van Kees. “Morgen gaan we verder”, Kees kijkt wat meewarrig naar een indrukwekkende sterrenhemel. We “doen nog een half bakkie” en gaan slapen. Maar niet voordat Marijke en ik uitvoerig een bijzondere dag hebben geëvalueerd.

De volgende morgen, onze eigen waakhond ligt nog steeds bij de camper. Hij begrijpt er niets van dat we de luifel indraaien en de fietsen achterop doen. Hij loopt naar de camperdeur en kijkt naar Marijke. Dan kijkt hij naar mij hoe ik de fietsen vastbindt. “Komen jullie eerst nog koffie drinken” klinkt er tijdens het zoveelste rocknummer. En even later staat de camper op de oprit en wij zitten aan de koffie. Marijke en ik hebben de rekening naar boven afgerond, en in dichtvorm met het getal zeven op een zelfgemaakte kaart onze dank uitgedrukt. Kees maakt de enveloppe open en wacht even met lezen. Ook weer zo’n trucje van stoere mannen om opkomende emotie weer terug te dringen. “Prachtig”, zegt Kees als hij de kaart heeft gelezen en twee vochtige ogen dwingen hem even te wachten met verder commentaar “Jullie waren een stel bijzondere gasten” mompelt hij nog tussen die paar resterende prachtige tanden.
We nemen afscheid, er zijn weinig kerels die ik zoen, maar voor Kees maak ik een uitzondering. Het eerste uur in de camper wordt er weinig gesproken, dit waren twee mooie dagen en een bijzondere ontmoeting.

Als je op zoek bent naar een eenvoudige camping met een bijzondere campingbaas: Camping à la ferme Ahimsa, 7 Chemin de Pouilly, Le Bouchat 71310, Serrigny en Bresse, Frankrijk (Telefoon: 0033-385477872). Vergeet hem vooral niet de groeten van ons te doen.

Thuisgekomen heb ik nog even nagezocht wat Ahimsa eigenlijk betekent. Ahimsa is een religieus of spiritueel filosofisch concept van geweldloosheid en eerbied voor al het leven. Ahimsa betekent volledige geweldloosheid. Het is een innerlijke houding waarin men leeft, die een zekere ontwikkeling vereist, zonder ook maar iets op enig niveau te forceren. Het is dus gewoon Kees.

zondag 1 november 2009

Baanseizoen afgesloten in Zutphen


Zaterdag 31 oktober was traditioneel de allerlaatste baanwedstrijd en tevens werpvijfkamp van het jaar bij A.V.Hanzesport-Zutphen. Organisator Han van Dijk had een en ander perfect geregeld, inclusief de afsluiting met een heerlijk buffet. Het was de hele dag prima herfstweer en onze werpersgroep kon met vijf man sterk voor de laatste keer nog even genieten, het waren er bijna zes want helaas moest op het laatste moment Jan van Hooft met een rugblessure afhaken. Voor Corné Jacobs (M40) was het de vuurdoop in zijn allereerste werpvijfkamp, waarschijnlijk heeft hij gedacht "in die laatste werpvijfkamp moet ik toch maar even de pijn verbijten". Met goede prestaties kogelslingeren (29.44m) en gewichtwerpen (9.44m) kwam Corné tot keurige 2292 punten (3de M40), een prima uitgangspunt voor 2010! Peter Holthuijsen kon na twee maanden blessureleed (en niet trainen) eindelijk weer pijnvrij meedoen en deed dat zéér verdienstelijk met 3367 punten (1ste M45). Henk van Bakel verbeterde op de valreep z'n beste jaarprestatie met gewichtwerpen naar 12.72m en kwam tot heel goeie 3248 punten (1ste M55). Frans Klep kwam wéér boven de 10 meter met kogelstoten en eindigde met 3058 punten (4de M60). Ikzelf bleef onder de maat in deze laatste werpvijfkamp met 3806 punten (2de M60), wel nog met een uitschieter én nieuw clubrecord met kogelstoten 12.55m.
De individuele Scopias-prestaties op achtereenvolgend kogelslingeren, kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen en gewichtwerpen:
Corné Jacobs (M40: 29,44 - 10,69 - 32,97 - 31,39 - 9,44)
Peter Holthuijsen (M45: 38,59 - 13,01 - 40,78 - 39,94 - 12,35)
Henk van Bakel (M55: 30,48 - 10,01 - 33,91 - 42,08 - 12,72)
Jan Titulaer (M60: 37,77 - 12,55 - 36,22 - 36,33 - 15,80)
Frans Klep (M60: 31,79 - 10,04 - 32,81 - 32,40 - 11,99)

donderdag 29 oktober 2009

Het nieuwe logo van Lampis !!


Gisteravond het oude "opnieuw aangeklede" logo van Lampis gekregen, prachtig gedaan Peter! Maandag gaan we praten met de "Duitse tak" van ons nieuwe werpersplatform!!

woensdag 28 oktober 2009

1.000ter Wettkampf im Kugelstoßen


Hans-Jürgen Sura | Montag, 26. Oktober 2009 um 10:16
Ein vermutlich rekordverdächtiges Jubiläum feiert Kugelstoßer Axel Hermanns vom SC Bayer 05 Uerdingen: Das Uerdinger Urgestein hat Anfang Oktober bei einer Werfer-Matinee in Wuppertal-Ronsdorf den 1.000ten Wettkampf in seiner Spezialdisziplin bestritten. Hinzu kommen noch ungezählte Konkurrenzen im Diskus-, Speer- und Hammerwurf sowie verschiedenen Mehrkämpfen. Da zum Saisonausklang keine herausragenden Anlässe mehr anstehen, ist zumindest der Feiertag zur Deutschen Einheit dem Ereignis angemessen.

Axel Hermanns ist ein Spätberufener, dafür aber ein Dauerbrenner unter den „schweren Jungs“ in der Leichtathletik. Erst bei der Bundeswehr wurde der damals 20-Jährige, noch ohne jegliches Krafttraining und mit einer Technik Marke Eigenbau, als Dritter bei den Divisionsmeisterschaften 1965 in Koblenz für das Kugelstoßen entdeckt. Zuvor spielte er als Schüler und Jugendlicher Fußball beim BV Union Krefeld sowie Eishockey beim Krefelder EV. Nach der Bundeswehr-Zeit schloss er sich im April 1966 Preussen Krefeld an, wechselte 1969 für zwei Jahre zum Crefelder SV Marathon und startet seit 1971 für Bayer Uerdingen.

Wettkämpfe waren und sind für den amtierenden Deutschen Seniorenmeister der M65 das Elixier für die harte vier- bis fünfmal wöchentliche Trainingsfron. Je mehr, je lieber lautet sein Credo. So um die 25 bis 30 Wettkämpfe im Jahr, inklusive Hallensaison, sollten es bei ihm im Normalfalle schon sein. Anders wäre die beachtliche Zahl von 1.000 auch nicht zustande gekommen.

Die meisten Wettbewerbe bestritt er 1976 auf der Jagd nach der damals bei der erweiterten deutschen Spitzenklasse begehrten 17-Meter-Marke. Nämlich sage und schreibe 49. Es reichte dennoch nicht. Seine Lebensbestleistung mit der 7,26 Kilogramm schweren Männer-Kugel blieb bei 16,90 Meter stehen. Bei 1,87 Meter Größe und seinerzeit nur 92 Kilo Körpergewicht, dazu als Feierabend-Sportler mit legalen Mitteln erreicht, dennoch eine mehr als passable Weite. Wer sich bei den 7,50 Meter fürs Sportabzeichen vergeblich die Zähne ausbiss, kann es ermessen.

Nach einer über dreijährigen Trainings- und Wettkampfabstinenz aufgrund mehrerer Bandscheibenvorfälle ging Axel Hermanns ab Mai 1994 wieder in den Ring. Trotz der gerade im fortgeschrittenen Leistungssportalter „tödlich“ langen Pause feierte er bei den Senioren nach einer zweijährigen Wiederaufbauphase beachtliche Erfolge. Nur um seine herausragenden zu nennen: fünfmal Europameister, dreimal Dritter bei Weltmeisterschaften und viermal Deutscher Meister. Dazu gesellen sich im Trikot der Rasenkraftsport-Abteilung des Leichlinger TV noch fünf nationale Titel im artverwandten Steinstoßen.

Da der Spaß an der Freud beim „schmutzigen Geschäft" mit der Kugel anhält, sind weitere Titel und Medaillenränge für den Uerdinger, der im Dezember die 65 rund macht, nicht ausgeschlossen.

zondag 25 oktober 2009

Het was me het weekendje wel


Het was me het weekendje wel, of laat ik het ruim bekijken en gewoon de vrijdag erbij pakken! Maar vooraf een geruststellende mededeling, de operatie van Piet is goed verlopen, het herstel kan beginnen. Maar dat zijn voor mij toch voorvallen, die ik niet meteen naast me neerleg. Momenten die me pakken om even te reflecteren, het klinkt misschien wat afgezaagd, hoe betrekkelijk en broos ons aardse bestaan is.

Terug naar de realiteit, vrijdag hebben we keihard gewerkt aan de transformatie van onze garage naar een heus krachthonk. Timmerman Janssen heeft vakkundig een schitterende pui geplaatst, en nu zijn Marijke en ik in de weer met opruimen, boren, kastjes verhangen, schilderen etc.etc.. Het is nu al mooi en het wordt straks een paleisje, waar de PR’s voor 2010 worden voorbereid.

Zaterdag zijn we naar ACA-Alken (B) geweest met Frans & Tina voor de Limburgse Kampioenschappen Werpvijfkamp. Omdat we sinds kort statenloos atleet zijn hebben we ons voor 10 euro lidmaatschap en clubshirt aangemeld als “surrogaat-Belg” en voor drie euro mochten we meedoen! Waar praat je dan over? Voor ons dus nog geen einde van het seizoen, wij laten ons niet klein krijgen door bout weer, wind, slagregens en vallende bladeren hebben geen inbreuk op onze gemoedstoestand. Weliswaar geen omstandigheden voor clubrecords of PR's, de prestaties waren niet om over naar huis te schrijven, maar het was weer beregezellig en de Chimay smaakte uitstekend na afloop. Je kunt zeggen van die Belgen wat je wil, maar ik kom er graag. De organisatie lijkt soms wat knullig, maar het loopt. En die bourgondische sfeer na afloop in de kantine, dat spreekt me enorm aan. De prestaties kogelslingeren-kogelstoten-discuswerpen-speerwerpen-gewichtwerpen van Frans waren 30.85-9.09-33.02-31.03-11.47 en van mij 41.58-12.33-35.98-34.02-15.21. Ik was dus surrogaat-Limburgs Kampioen met 3782 punten met Frans als goede tweede (Brabander) met 2904 punten. Voldoende resultaat voor een uitnodiging van de VAL (Vlaamse Atletiek Liga) voor een trainingsstage in de Algarve.


Vanmorgen was in Blerick de Bridge2Bridge-loop van Orion. Wat een perfecte en professionele organisatie, de complimenten aan de grote trekker Jo Janssen, maar ook aan Hans van Rooij die de organisatie rond start en finish voor zijn rekening nam. Toch leuk om vast te stellen dat Orion gigantisch als vereniging "gegroeid" is, een Bridge2Bridge over 5 en 10KM met méér dan 1000 deelnemers en zo'n parcours, een pareltje voor Blerick. Samen met de Orionners van het 1ste uur (Henk van Bakel, Jac Lommen, Ger van Rijn, Hans van Rooij, Joop Sanders) hadden we een makkie als jury aankomst met allemaal dat nieuwe chippies-gedoe en die grote "rechthoekige" stopwatch aan de meet. Maar het was weer ouderwets gezellig en na afloop in de VIP-room hebben we nog hartelijk gelachen en opgeschept “um dae gooien alden tiëd”.

Volgende week gaan we nog naar Zutphen, en ik ben erg benieuwd hoe Corné het gaat doen in zijn vuurdoop. Hopelijk blijft hij pijnvrij en gaat hij genieten, we kunnen geen kaarsje opsteken want we zijn er zelf bij. Dit succesvolle seizoen gaan we passend afsluiten, Henk en ik maken een sportief jaarverslag van de Werpersgroep Masters. En dan gaan we onze pijlen richten op www.lampis.nl, dat wordt een gigantische uitdaging. Moet je trouwens eens naar kijken en commentaar geven mag gewoon!


Op naar Zutphen . . . . , en dan op naar Portugal, of zo . . . .

vrijdag 23 oktober 2009

De telefoon gaat: ”wie geit ut d’r mei?”

Maandagavond, het is mijn beurt om te koken, ik sta in de keuken wortelestamp te maken als de telefoon gaat. Het is Lenie: ”wie geit ut d’r mei?”. “Goôd, en beej och?”. “Nou, neet zoë goôd, Piet leet in ut ziekehoës!”. Van zondag op maandag had hij veel last van z’n maag (dacht hij), enkele Rennies hadden niet het gewenste effect. Dan toch maar s’morgens naar de huisarts, ECG gemaakt en meteen met spoed naar het ziekenhuis, het was z’n hart! Vandaag, vier dagen later, heeft de hele dag het kaarsje gebrand in huize Titulaer. Piet wordt geopereerd in Maastricht.

Piet en ik kennen elkaar van de lagere school, en geregeld lopen we een klein stukje “naevenein” op ons levenspad. Het is 53 jaar geleden als we samen met Matje van de köster en Frans van den bekker worden geselecteerd om solo te zingen in het knapenkoortje van de Lambertuskerk. Dat was “kikken als kleine menkes”, vooral met Kerstmis als de kerk vol zit. Als wij beginnen te zingen stopt het hoesten, proesten, kuchen en snotteren in de kerk. Iedereen luistert naar die drie nachtegaaltjes en naar mij. Moeders halen hun zakdoek tevoorschijn en drukken die zachtjes tegen hun neus, vaders sperren de ogen wat verder open en staren naar het plafond, een truc van stoere kerels om het droog te houden. Een dierbare herinnering aan m’n jeugd, en als ik eerlijk ben, zong Piet het allermooiste.

We gaan allebei werken bij de Pope in Blerick, Piet als ontwikkelaar en ik als bedrijfskundige. In de 35 jaar dat we daar werken komen we elkaar maar sporadisch in een paar projecten tegen. We vergaderen dan altijd op Piet z’n kantoor, omdat het daar zo huiselijk is. Een perzisch kleed op een grote tafel met in het midden een grote kristallen asbak, aan de muur een schilderij in plaats van die geëigende grote kalender. De talloze projectjes van Piet worden keurig gerangschikt in dezelfde groene mapjes, alleen de nummers erop waren verschillend. Samen proberen we netsnoeren goedkoper te maken, Piet met vindingrijke alternatieven als meer talk in de PVC of iets minder koper in de kern. Samen maken we de halve organisatie gek met onze wilde ideeën om de werkinstructies te automatiseren. We zoeken niet-te-remmen naar de ultieme identificatie en classificatie van 4000 eindproducten en 30.000 halffabrikaten.

In 1995 werd Pope verkocht aan het Amerikaanse Belden en zo’n acht jaar geleden werd Piet ontslagen in de zoveelste besparingsronde. Het was een zwarte dag, aangezegde medewerkers mochten onder begeleiding hun privé-spullen ophalen en daarna voorgoed achter de slagboom verdwijnen. Verschrikkelijk, de volgende dag toen ik hoorde dat Piet ook de sigaar was ben ik naar zijn lege kantoor gegaan. Ik heb daar een hele tijd gezeten, het was er ineens niet meer zo gezellig, ik was woest hoe ze Piet (en de anderen) behandeld hadden, de klootzakken. Natuurlijk kan ik de verslechterde economische situatie niet in m’n eentje omdraaien. Maar dat Belden mensen aan de kant zet als waren het criminelen, dat hadden zij (en Piet zeker niet) verdiend. Op die plek heb ik gezworen me te gaan inzetten voor die “mensen die door het lot getroffen worden”. Iedereen moet met respect en opgeheven hoofd de poort uit wandelen, ze hebben allemaal op hun manier het beste gegeven voor het bedrijf. Ik heb de mouwen opgestroopt, me meteen aangemeld bij de vakbond, me laten bombarderen tot kaderlid, kandidaat gesteld voor de ondernemingsraad en de laatste jaren bij Belden was ik voorzitter. Ze hebben het potverdomme geweten, plantmanager en hoofd sociale zaken hebben me gezocht, geïntimideerd en gekraakt, maar niet gebroken. Ze hadden me bijna op dezelfde manier als Piet van het toneel laten verdwijnen, maar ik kwam getergd en nog sterker terug en ik heb de mensen geholpen. De waardering was er bij m’n afscheid, vooral van die plantmanager, maar daar ging het niet om. Want zoals ze met Piet om waren gegaan, dat kon niet!

In 1987 hebben we samen een reünie georganiseerd voor de 3de en 4de klas lagere school van meister Versleyen. Blijkbaar was dat de aanleiding ons ’n paar jaren later om advies te vragen. Men wilde in het kader van het 40-jarig bestaan van het lager onderwijs in de Lambertusparochie ook een reünie organiseren bij feestzaal de Witte. Nou, dat hebben ze geweten, Piet en ik hadden van tevoren gebrainstormd en het organisatie-comité van leraren en oudercommissie werd met elk nieuw voorstel steeds zenuwachtiger. We werden al snel gevraagd zitting te nemen in de reunie-cie, de Witte (waar 200 man in kunnen) werd al snel de Staay (waar 1500 man in kunnen), er kwam een fotoboek en sommige commissie-leden kreunden “als dat maar goed gaat”. En het werd een geweldig succes, en als ik weer eerlijk ben, Piet verdient daarvoor de meeste credits.

Sinds een paar jaar houden we regelmatig contact, en dan nu samen met onze vrouwen. Piet componeert ieder jaar met veel succes carnavalsliedjes, en ik poog zo af en toe wat teksten in elkaar te draaien. Ik waag het bij een van die ontmoetingen Piet een van mijn verzinsels te laten lezen, met een strak gezicht: “hmmm, det is waal aardig”. Even later zegt hij: “kom es met nao boave”. Hij kruipt achter het orgel en binnen een half uur hebben we ons eerste liedje “Haej Schat” klaar voor Holt-Bliërick. Vorig jaar hebben we samen een liedje geschreven voor "twiëje lange": m’n zoon Hans en Roel Verberkt. Helaas kwam “met de köpkes in de wolleke” niet bij de beste elf, maar het was en is een fenomenaal liedje. Ook dit jaar wilde het niet lukken, want “ik hald van dich”, een verborgen liefdesverklaring aan Blerick haalde het weer net niet. Maar wat hebben we samen een lol gehad met het kneden van de teksten, en wat heb ik genoten van de muzikaliteit van Piet. Bij het twinkelen van de auge twinkelt de muziek mee, met het boenke van ôs herte boenk de muziek mee, prachtig.

Nu zit ik naar het kaarsje te kijken en vraag me af hoe het met Piet en Lenie is? Zou de operatie geslaagd zijn? Tuurlijk, want we moeten nog een paar stukjes “naevenein loupe”, zet ‘m op Piet.

zondag 18 oktober 2009

Van Douwe Smit naar Lampis !! ??

Vannacht om drie uur thuis, en nu zit ik half verdoofd wat na te mijmeren over wat mijn grijze cellen van de dag van gisteren hebben weten vast te houden:

Douwe Smit Trofee naar Maaike Schetters

In een werpwedstrijd bij AV Swift-Roermond heeft onze gast-trainster Maaike Schetters van Eindhoven Atletiek voor de 3e keer de Douwe Smit Trofee gewonnen voor haar prestatie van 55.70m met kogelslingeren. Een bijzondere vermelding kreeg de terugkeer aan het werpersfront van Leonie Berden. We kennen Leonie als excellente werpster van ca.15 jaar geleden bij Scopias (12.70m met kogel en 47.10m met discus). Ze is nu aangesloten bij RKHAV Hulst, en in de klasse V35 kwam ze “al na één maand trainen” tot een afstand van 39,54m met discus en 11.22m met kogel. Een prettige en welkome aanvulling bij de dames masters, succes Leonie!!
Van onze werpersgroep kwamen vier deelnemers aan de start, onder het toeziend oog van Paul Philips , Peter en Lei Holthuijsen. Jacques Janssen (zie foto rechts-beneden) had een uitstekende dag met discus, dat hij won met een afstand van 38.56m, Henk van Bakel werd tweede met speer (42.30m). Frans Klep en ik bereiden ons voor op de laatste twee werpvijfkampen van het jaar, we deden in Roermond mee met kogelslingeren, kogelstoten en discuswerpen. De prestaties van Frans: 32.45 – 9.72 – 32.78m en die van mij 41.19 – 11.79 – 36.70m.

Evaluatie afgelopen seizoen
Na afloop werden Lei, “alle deelnemers aan het NK-Werpvijfkamp” en de dames (Tina, Carla en Marijke) op een bijzonder gastvrije wijze onthaald bij Christa en Peter Holthuijsen in Erkelenz. We kennen Peter inmiddels allemaal als onze topwerper, maar samen met zijn sympathieke echtgenote blijkt hij ook nog eens in staat tot culinaire topprestaties. Geweldig! Uiteraard werden de successen van het NK-Werpvijfkamp nog eens gememoreerd, het afgelopen seizoen geëvalueerd en de (individuele) plannen gesmeed voor het komende jaar.
Belangrijkste conclusie voor ons was wel dat we het plezierige trainings- en wedstrijdcontact maar vooral de inspirerende kracht van onze werpersgroep proberen te continueren. Hebben we het afgelopen jaar met z’n allen een spontaan vangnet voor oudere werpers gespannen, het komende jaar proberen we een platform te bieden voor alle regionale werpers, van welke vereniging dan ook. Uiteraard moet een en ander nog met de overige leden gecommuniceerd worden, maar de eerste grove lijnen zijn:

Werpers-platform Lampis

1. Opzetten van een (meertalige) Werpers-website (waarschijnlijk www.lampis.nl), waarop ge-autoriseerde werpers hun eigen profiel kunnen aanmaken, informatie kunnen vinden over onze filosofie, werpwedstrijden, uitslagen, ranglijsten, gezamenlijke trainingen en links naar werpen-gerelateerde websites.
2. Verder gaan we mogelijkheden onderzoeken om regelmatig samen werptrainingen, zaaltrainingen, werpclinics te houden. En uiteraard in het komende seizoen samen wedstrijden te bezoeken.
3. Werpersgroep Lampis is geen nieuwe atletiekvereniging, alle actieve werp(st)ers ongeacht hun nationaliteit, niveau zijn welkom op ons platform. Enige voorwaarde is dat ze aangesloten zijn bij een atletiekvereniging én in het bezit zijn van een wedstrijdlicentie.
4. Daarmee denken we geen bedreiging te vormen voor de bestaande atletiekverenigingen, maar een extra motivering en stimulans voor de vaak zéér kleine plukjes werpers binnen de clubs in onze euregio.

Reacties op dit plan?
Zoals gezegd, dit zijn de eerste grove lijnen en reacties, kritiek en ideeën worden positief ontvangen op de (jullie bekende) email-adressen van de (voorlopige) initiatiefnemers Henk, Peter en mij.