zaterdag 6 november 2021

Corona in Spanje

‘Jullie boffen maar, jullie hoeven je nergens wat van aan te trekken!’, kregen we al een paar keer te horen uit het thuisland. Ja, we zitten intussen al ruim een maand in Spanje. Ik wist niet direct wat ik daarop moest antwoorden, dus zweeg ik maar in alle talen. Moest ik me nu schuldig voelen? Moesten we ons schamen? Moesten we ons vluchtelingen voelen voor het Corona-gevaar?

Het afgelopen jaar waren we helemaal niet op vakantie geweest. Mede gewaarschuwd door lieve mensen om ons heen bleven we keurig in onze bubbel. Ons leven speelde zich voornamelijk af in Blerick vier-hoog. Ja, wel elke dag een wandelingetje of een fietstocht in de omgeving.  
‘Ja, jullie behoren tot de risicogroep!’, kregen we vaak te horen. We voelden ons in één klap voor het eerst echt oud geworden. Dus hielden we ons keurig aan de maatregelen. Natuurlijk begrepen we d’r af en toe niets meer van, maar we hielden ons er keurig aan en lieten ons twee keer vaccineren.
Intussen groeide de weerstand met de dag, ook in onze eigen omgeving. De maatregelen werden versoepeld, mondkapjes verdwenen uit het straatbeeld en lagen voor oud vuil in de goot. Er werd twijfel gezaaid over het nut van vaccineren. Een kleine maar extreme groep ontkende zelfs het bestaan van het virus! De groep die de vrijheid terug eiste werd steeds luider te horen. De zucht naar grote bijeenkomsten was niet meer te stoppen. Volle voetbalstadions, dance-events, onbegrijpelijke field-lab-experimenten. We voelden er ons niet prettig bij. Om me te beschermen tegen onzinnige discussies moest ik zelfs ‘vrienden’ blokkeren op Facebook.
Met echte vrienden hadden we het plan om ’n paar maanden naar Spanje te gaan. Eind oktober zouden we vertrekken. De scholen begonnen weer, de zogenaamde vrijheidsstrijders trokken steeds stoutere schoenen aan. De hakken gingen in het zand, respectvol met elkaar argumenteren werd grof weggerukt uit onze eens democratische samenleving. Ons demissionaire kabinet kreeg steeds meer het niveau van een ordinaire muppet-show.
‘Als dat maar goed gaat!’, zeiden we tegen elkaar.
‘Kunnen we niet wat eerder gaan, straks mogen we niet meer reizen’, zei Marijke ongerust. En dus vertrokken we 2 oktober naar Benijófar. Hèhè, bij aankomst voelden we ons een paar maanden teruggeworpen in de tijd. Het voelde als een herademing. Iedereen droeg een mondkapje bij zich, onder de kin, met zo’n koordje op de borst of met die twee lussen om de onderarm. En zonder uitzondering ging dat ding om in gesloten ruimtes als winkels en restaurants. Maar ook op de markt moest dat ding om. Zelfs op het strand! De simpele uitleg was: ‘Bij verplaatsingen binnen altijd en bij verplaatsingen buiten als de onderlinge afstand van 2 meter niet aangehouden kan worden!’. En iedereen houdt zich hieraan, en niemand protesteert. En mocht je ‘m vergeten zijn dan word je er vriendelijk aan herinnerd.


Intussen zien we Nederland weer pieken naar een volgende lock-down, en hier in Spanje blijft het rustig.
‘Jaja, maak dat de kat maar wijs. Daar geloof ik niets van!’, hoor ik iemand hardop denken. Het enige dat ik daar tegenover kan stellen: wat feiten opzoeken. Ze staan keurig in het tabelletje. Spanje heeft 2,7 keer zoveel inwoners als Nederland en het aantal gevaccineerden ligt actueel 10,9% hoger als in Nederland. Als we kijken naar het gemiddelde aantal nieuwe Corona-gevallen, dan ligt dat 10 keer lager dan in Nederland. Oftewel in Nederland ligt het gemiddelde over de afgelopen 7 dagen per één miljoen inwoners op 456, in Spanje op luttele 44.
‘Jaja, maar Spanje is een héél ander land’, hoor ik iemand opperen. Dat klopt ook, de bevolkingsdichtheid ligt een factor 6 lager dan in Nederland. En ja, het is er gemiddeld 6,4 graden warmer dan bij ons. Dan is het wat gemakkelijker om buiten te verblijven.
Maar wat blijft staan is dat de vaccinatie-bereidheid van de Spanjaarden echt hoger ligt. En niet onbelangrijk en voor mij hartverwarmend om elke dag te zien: die aangename democratische solidariteit om je aan maatregelen te houden!
Ik ga me even niet mengen in de binnenlandse politiek van Spanje, maar dit doen ze goed. Hèhè, i
k voel me ineens niet meer zo schuldig. Het is weliswaar geen enkele garantie tegen Corona, maar het voelt hier een stuk prettiger in een ontspannen omgeving. En dat gun ik echt iedereen! Denk nog eens goed na, zoek in je diepste ik naar 'jouw eigen' argumenten. Voeg je in onze democratische besluitvorming en sluit daarna de gelederen en laat geen bres slaan door wat dan ook.
Of die vijand nu corona, polarisatie, racisme, emancipatie of populisme heet.

maandag 1 november 2021

Een warme zondag in Benijófar

Het is zondagmorgen 31 oktober, het wordt naar verwachting 30°C vandaag. We gaan toch maar een stukje wandelen, want straks is het te heet en we moeten toch in beweging blijven. We zijn alweer bijna een maand in Benijófar, een dorpje dat aanleunt tegen Rojales. Mede door de vele pensionado’s is Rojales de laatste decennia geëxplodeerd van 5.000 naar 18.000 inwoners. De dichtstbij gelegen plaats aan de kust is Torrevieja met zo’n 85.000 inwoners. Die niet zo vertrouwd zijn met deze omgeving zien Torrevieja vaak nog als een klein vissersplaatsje in Zuid Spanje. Wij weten inmiddels beter.

Het is rustig op de Calle de Malhucen en na enige tijd doemen de drie markante kruisen op, die hoog boven Rojales uittorenen. Van hieruit heb je een prachtig uitzicht over het dal van de Rio Segura. Natuurlijk wel minder indrukwekkend als de Maas. De rivier ontspringt in de Sierra de Segura en slingert door de provincies Jaén, Albacete, Murcia en Alicante om na 325 kilometer in Guardamar uit te monden in de Middellandse Zee. Rechts zien we de oude grotwoningen, daar moeten we nog een keertje gaan kijken. We lopen de kruisweg af naar het dorp, langs de veertien staties, die de lijdensweg van Jezus Christus in beeld brengen. Mijn knieën herinneren me onmiddellijk aan dat lijden, maar toch genieten we van de mooie grote cactussen en de ruïnes van de grotwoningen. Door een smal straatje met oude typisch Spaanse huisjes lopen we langs de Rio Segura. Heerlijk koel onder groene ficus-achtige bomen tot aan de stenen brug. Ik heb het al een beetje gehad en we slaan linksaf naar de Plaza de España. Daar moet je je niet teveel bij voorstellen, want het stelt qua oppervlakte helemaal niets voor. Maar op het terrasje van Cafetaría Maui ploffen we neer. Mijn gevoelige knietjes voelen weldadig aan als ik ze kan strekken. Op dit vroege moment blijkt Cafetaría Maui een echt buurtcafeetje. Vooral mannen lopen in en uit voor een pakje sigaretten en een vluchtig drankje aan de bar. Wij genieten buiten van onze Café Americano en delen het terras met twee zwervers. De ene zit voorovergebogen in een ontieglijk smerige lange broek naar zijn versleten sandalen te kijken. Een smoezelig vest zit strak om zijn dikke ronde buik. Ik zie denkbeeldige vliegen om zijn vette haren tollen. De ander zit met zijn boodschappenwagentje met al zijn bezittingen aan een tafeltje verderop. Hij heeft zich binnen een pakje sigaretten gekocht en verwent zichzelf met een glas bier. Hij rookt de ene sigaret na de andere en nipt daar tussendoor met kleine teugjes aan het bier. Hij zit echt te genieten en strijkt door zijn ongewassen wilde haardos.
‘Waar zullen die vannacht geslapen hebben?’, vraag ik Marijke.
‘Ik denk dat we dat niet willen weten . . ‘, krijg ik als antwoord.
‘Waar zullen die hun eten vandaan halen?’, probeer ik weer.
‘Waarschijnlijk bij de Sociedad, ik weet het niet’.

Onder het tweede kopje koffie genieten we van het ontwaken van het dorpje. We wandelen terug langs de Rio Segura, ongemerkt verlaten we Rojales en zijn alweer terug in Benijófar. De vele gepensioneerden hebben hier het uitgaansleven een behoorlijke boost gegeven. Vele restaurantjes schreeuwen om klandizie. Voor minder als een tientje heb je hier compleet gegeten en gedronken, ongelooflijk maar aantrekkelijk. En ook nog erg lekker en gezellig. Maar wij wandelen even door naar het Parque Cañada Marsá, een mooi gevarieerd langgerekt park in een dieper gelegen glooiing van het landschap. We zoeken een bankje langs het meertje met zijn ontelbare kakelende kippen, hanen, eenden en ganzen. Spaanse gezinnetjes met kinderen komen de eendjes voeren of laten hun kinderen los op de speeltoestellen. Marijke maakt helemaal voorovergebogen een foto van een eigenwijze haan die haar recht aankijkt. Ik zou daar graag zelf een foto van willen maken, maar mijn mobieltje zit in de tas van Marijke en ik zou die foto toch nooit en aan niemand mogen laten zien!? Een moeder voert aan de overkant de eendjes en haar twee dochtertjes jagen ze dan weer in het water. Stelletje pestkoppen! We zitten rustig op die bank als Marijke zegt:
‘Zie jij dat ook? Die vrouwtjes-eenden waggelen allemaal en die mannetjes-eenden niet’. En verdomd, die vrouwtjes-eenden draaien allemaal met hun gevederde kontje en die mannetjes dribbelen bijna onbewogen recht vooruit. Het valt me er zomaar uit:
‘Eigenlijk is dat toch geen verschil met vrouwtjes-mensen en mannetjes-mensen, toch?’. Naast mij blijft het angstvallig stil. Daar komt een jong stelletje met kinderwagen aangelopen. Volgens mij zijn ze pas moeder en vader geworden. Zij straalt in haar lange zwarte broek en vuurrode truitje. Hij loopt er wat onwennig en kleurloos langs. Zij heeft van die prachtige volle ronde borsten onder dat truitje. Verschillende gedachten schieten door mijn kruin:
‘Dat kindje zal niet vlug last krijgen van koemelk-allergie!’
‘Dat moedertje heeft geen Nutricia onder die kinderwagen verborgen!’
‘Die heeft de boel op de goeie temperatuur binnen handbereik’
.
Als ze vlakbij ons zijn haalt dat moedertje haar oogappeltje uit de kinderwagen en pakt hem op de arm. Het is inderdaad nog een piepklein baby-tje Als ze ons voorbij lopen draait ze de baby zo, dat wij reikhalzend met lange nekken het kindje kunnen bewonderen. Wij stralen allebei en het moedertje lacht tevreden terug. De jonge vader draait nog wat meer onwennig met zijn hoofd de andere kant op. Een stukje verderop maken ze selfies met z’n drieën. Steeds moet het moedertje even kijken of de foto gelukt is. En telkens moet vader in een iets andere positie zijn werk overdoen. Dat gaat wel even duren, maar het prille geluk blijft ervan af spatten.
‘Moet je niet even vragen of je ze kunt helpen met een foto maken?’. Normaal zou ik dat altijd spontaan aanbieden, maar nu hield iets me tegen:
‘Die kunnen dat goed zelf en je mag nooit storen in een gelukkig huwelijk’. Marijke is het ermee eens, we staan op en lopen het park uit:
‘Zullen we maar naar de Chinees gaan?’.
En daar zeg ik nooit geen nee op!