donderdag 1 november 2012

Fleur, Knabbel en Krakie

We staan nu alweer twee weken op een van onze mooiste plekjes van Frankrijk. Na ’n maandje aan de Côte d’Azur en ’n weekje noordwest omhoog klauteren via Narbonne en Vézac zijn we gestrand in Varaignes. Dat ligt ongeveer ter hoogte van Bordeaux, een uurtje landinwaarts in de Périgord Vert, het noordelijkste puntje van de Dordogne. Varaignes is een authentiek pittoresk dorpje gebouwd rondom een middeleeuws kasteel, en telt slechts een paar honderd inwoners. Een klein riviertje, de Crochet, meandert dat het een lieve lust is langs het dorp. Onze camper staat in het dal van die Crochet, aan de oever van het meertje met de prachtige naam l’Étang des Mirandes.

Vanmorgen sloeg de oude kerkklok acht maal, tijd om op te staan. We laten het rolgordijntje omhoog ratelen en de eerste zonnestralen doen pijn aan je ogen. ‘Goeiemorrege schat’, het is prachtig weer en op de achtergrond doemen de contouren van het kasteel op achter de kerktoren, omzoomd door herfstkleuren. ‘Fleur staat al op je te wachten’, zegt Marijke. We staan vlak langs de wei van de buurman met daarin een bevallige lichtbruine merrie. Nog een beetje stijf stap ik uit de camper om achterin een paar wortels voor mijn nieuwe vriendin te pakken. Ook heb ik stiekem een suikerklontje in mijn zak gestopt. ‘Jan, dat moet je niet doen, dat is niet goed voor een paard’. Nou ja, als wij alleen maar dingen mogen eten die goed voor ons waren dan was het leven behoorlijk saai, toch!? ‘Bonjour Fleur’, en twee elegante oren worden gespitst en haar prachtige hoofd steekt al naar voren. Je moet de wortels doorbreken want Fleur heeft niet meer zo’n goed gebit. Voorzichtig pakt ze de halve wortel en begint te knauwen en te kwijlen. Ze geniet, dat zie je zo, maar haar blik blijft strak op mij gericht. Ze weet immers, er komen nog drie van die lekkere stukken. Het suikerklontje hou ik nog even op de rug verborgen! Ze snuffelt aan me en drukt met haar mooie botox-lippen tegen mijn T-shirt. Ik klop het stof uit haar machtige nek, aai voorzichtig over haar neus en zij lebbert dankbaar mijn hand. Het suikerklontje valt duidelijk in de smaak, ze knippert wulps met haar lange wimpers en even later galoppeert Fleur van blijdschap door de wei. Geweldig hoe je zo’n edele dame met twee wortels en een suikerklontje zo blij kunt maken. Dat zal me bij een grote-mensen-dame niet zo vlug lukken. Een paar dagen geleden, het was al bijna donker. ‘Je hebt Fleur vergeten’, zei Marijke. ‘Potverdomme . . .’, en snel loop ik naar buiten, Fleur ziet me meteen en komt al aanhuppelen. En bij een dieprood ondergaande zon, onder de opkomende wassende maan genoten we samen van een romantische tête-à-tête.

We lopen elke morgen het dorpje omhoog naar de bakker voor ons dagelijkse ‘Pain complet et une baguette’, soms aangevuld met een paar ‘pains au chocolat’. Onder het ontbijt houden we angstvallig de hele omgeving in de gaten. ‘Daar zit ie . . . ‘, roep ik. Marijke grijpt subiet de filmcamera en duikt op het bed. ‘Ssst . . . niet bewegen’. Knabbel, een lichtbruin eekhoorntje met een wit befje is weer op strooptocht. Hij huppelt over het stenen muurtje, blijft af en toe staan met de voorpootjes omhoog en de prachtige staart achter zich gekruld. Knabbel verdwijnt in een boom, verschijnt plotsklaps op het dak van de schuur om via een aangrenzende boom en de rode kruiwagen weer op de grond te landen. Hij huppelt langs onze camper. ‘Heej, hij kijkt naar ons’, en even later verdwijnt hij definitief in de struiken. Elke morgen duikt hij weer ergens anders op, voert vijf minuten zijn show op om steeds weer ergens anders te verdwijnen. Het levert telkens weer de meest onmogelijke heftig bewegende videobeelden op, ze doet haar uiterste best maar de combinatie van Marijke’s enthousiasme en Knabbels watervlugheid voorkomen dat steeds. ‘De camera doet ’t niet meer, ik zie alleen maar grijs en wit . . . ‘. ‘Volgens mij staat ie nog op nightshot, je hebt gisteravond toch nog de maan gefilmd!’. Het schuifje klikt schielings en verandert het grijswitte in mooie kleuren, helaas is Knabbel dan alweer verdwenen. ‘Nou ja, dan morgen maar weer’.

Tussen de middag zitten we buiten aan ons stokbroodje te rukken, lekker in het zonnetje. Even de schoenen uit en onderuit gezakt in de stoel. ‘Jan, niet bewegen, d’r zit een groot beest onder je voet’. Heel voorzichtig schuif ik rechtop en kijk naar mijn blote voet. Mijn eerste reactie is ‘iieekk . . . een schorpioen’ en verschrikt spring ik rechtop. Dat deed me denken aan een lang geleden confrontatie met een zwarte schorpioen in Zuid Spanje in een kurkbomenbos. Marijke schatert van het lachen ‘het is maar een kreeft gekkie . . ‘. De toch zeker 20cm grote rode rivierkreeft Krakie kruipt behoedzaam onder mijn stoel richting mijn schoenen. Zijn twee grijpscharen ondersteunen traag zijn bewegingen.
Krakie probeert zich onder mijn schoen te wurmen maar dat lukt niet. Vervolgens klimt hij tergend langzaam bovenop de schoen, de veters bieden een goed houvast. Net voordat hij voorover in mijn schoen dreigt te kieperen denk ik ‘nou, dat gaat me weer té ver’. Voorzichtig draai ik mijn schoen om en Krakie valt op z’n rug. ‘Heej, hij heeft allemaal eitjes op z’n buik, dat lijkt wel kaviaar!’. ‘Zou die misschien op zoek zijn naar een beschut plekje om zijn eitjes af te zetten?’. ‘Ik weet ’t niet maar dan niet in mijn schoen, straks loop ik ook nog op eieren’. We draaien Krakie weer op zijn geleedpotige pootjes, maar oh wee. Hij drukt zijn staart op de grond en richt zich op, dreigend heft hij beide scharen ten hemel en blijft zo roerloos staan. ‘Of hij wil ons bang maken of hij gaat zo een aria zingen!‘.Als dat zó moet dan zetten we hem weer terug in het meer’. Plons . . en Krakie verdwijnt in het meer: ‘ocherm, misschien wilde die wel eitjes gaan leggen’. Een paar dagen later kruipt een kleiner exemplaar onder de camper vandaan: ‘Och kijk, daar is Krakie weer’. ‘Nee hoor, deze is een stuk kleiner, trouwens d’r zitten wel twintig van die Krakies onder onze camper’. Marijke duikt op de knieën en kijkt onder de camper: ‘Wat ben jij toch een vervelende vent . . . ‘.

Geen opmerkingen: