De laatste jaren hebben we besloten
het voorjaar wat vroeger te laten beginnen. Dit betekent dat eind januari de
camper uit de winterstalling wordt gehaald en naar onze expert gebracht voor de
jaarlijkse grondige inspectie. Als we in onze directe omgeving alvast aankondigen
dat we de komende twee maanden in Spanje zijn, krijgen we nogal wat vragen te
verwerken. Gelukkig hebben we op alles een bescheiden, doch logisch antwoord.
Wat moet je
nu al in Spanje doen? Nou,
hetzelfde als dat we thuis bleven, alleen is daar de gemiddelde temperatuur
zo’n 10 graden hoger, toch wel prettig om dingen buiten de deur te doen!
Kun
je daar wel trainen? Nou ja, we zoeken steeds een plek waar ik genoeg van
me af kan gooien, en dan maar knallen met die stalen ballen!
Is dat niet te
ver rijden, lijkt me erg saai? Nou dat valt wel mee, we doen er vier dagen
over en rijden in die vier dagen door een prachtige natuurfilm, als je daar tenminste
oog voor hebt!
Daags na het traditionele Winterwerpen,
7 februari bij Eindhoven Atletiek, was het zover. De camper staat afgestoft, gepoetst,
gecontroleerd en volledig ingepakt voor de deur. We kunnen eindelijk op pad,
vooraf eerst even checken of onze route sneeuwvrij was en of de beoogde
campings goed bereikbaar waren. Het eerste stuk brengt ons dwars door de
Belgische Ardennen naar Troyes in Noord Frankrijk. Na een koude nacht van minus
6 graden de volgende etappe naar Issoire, zo’n 40 kilometer onder
Clermont-Ferrand. Bovenop die berg in de Auvergne was het ook nog ver beneden
het vriespunt. Als het maar niet gaat sneeuwen, want dan komen we morgenvroeg niet
die berg af. Maar geen probleem, het zonnetje lacht ons de volgende dag al toe
boven het dal van de Allier. De volgende 450 kilometer zal ons naar Le Boulou
leiden, net voor de Spaanse grens.
Het is een mooie route over die
A75, een echte aanrader. Hij wordt ook wel La Méridienne genoemd, vrij vertaald
‘de ligstoel’ of in het Frans ‘la chaise longue’, dat klinkt toch wel een stuk
Bourgondischer. Zoals gezegd een prachtige weg, die over een afstand van 340
kilometer slingert van Clermont-Ferrand (Puy-de-Dôme) naar Béziers (Languedoc).
De weg doorkruist de mooi klinkende Franse Departementen Puy-de-Dôme,
Haute-Loire, Cantal, Lozère, Aveyron en Hérault. Hij kent vele letterlijke en
figuurlijke hoogtepunten zoals het beroemde viaduct van Millau over het dal van
de Tarn en de Col de Fageole op 1131 meter hoogte.
We hebben geluk vandaag, de
laaghangende bewolking maakt het extra spannend. In de lagere gedeelten is het daardoor
bewolkt, het besneeuwde landschap vertoont her en der al wat kale plekken waar
doorheen het nu nog donkergroene gras zich meldt. De eerste koeien staan al in
de wei, hetgeen bij Marijke ontlokt: ‘Is dat niet zielig voor die beesten?’.
‘Nou ja, je zult maar koe in Frankrijk zijn, goddelijk toch?’. De weg slingert plots
omhoog en Frankrijk wordt ineens wel heel erg klein, we rijden de wolken in. De
camper besluit uit zich zelf wat langzamer te gaan rijden.
Kost geen moeite want met vals plat bergop wil dat wel. We worden allebei wat stiller merk ik op. Toch wel knus constateer ik, zelfs de radio staat niet aan, hoeft ook niet vinden we allebei. Het lijkt wel een mistige witte wollen deken die ons omsluit, en die op de grond geleidelijk overgaat in het besneeuwde landschap. ‘Heej daar is de zon’, doorbreekt Marijke de stilte. Eerst een beetje vaalgeel en dan ineens WOUWwww. Strakblauwe hemel boven ons, die priemende zon prikt plotseling in je ogen en verwarmt onze truien. ‘Dat scheelt wel een jas’, zegt Marijke en ritst haar zelfgebreide vest open. Wat een imposant gezicht, de A75 ontpopt zich als een zwart slingerend lint door een hagelwit landschap voor ons. Zelfs de bomen langs de weg doen mee. Die overdadig wit berijpte kale takken roepen een verlate kerstsfeer op. ‘Ooh dennenboom, ooh dennenboom, wat zijn je takken wonderschoon’, flitst door mijn hoofd. In de verte zien we de wolken als een kolossaal wit dekbed in het dal hangen. Daarboven glinstert een idyllische dorpje met die altijd opvallende kerk in het midden, en natuurlijk ook dat nooit ontbrekende plaatselijke kasteel. Geweldig, maar niet voor lang, want we dalen alweer die witte wollen deken in. En zo gaat dat de komende uren, ik moet ineens denken aan diegene die wat medelijdend veronderstelde dat die reis naar Spanje toch wel wat ver en saai moest zijn! De tijd vliegt voorbij en als we in Le Boulou aankomen hebben we nog tijd genoeg om buiten een kop thee te drinken. De mouwen worden opgerold en de eerste foto moet op Facebook.
Kost geen moeite want met vals plat bergop wil dat wel. We worden allebei wat stiller merk ik op. Toch wel knus constateer ik, zelfs de radio staat niet aan, hoeft ook niet vinden we allebei. Het lijkt wel een mistige witte wollen deken die ons omsluit, en die op de grond geleidelijk overgaat in het besneeuwde landschap. ‘Heej daar is de zon’, doorbreekt Marijke de stilte. Eerst een beetje vaalgeel en dan ineens WOUWwww. Strakblauwe hemel boven ons, die priemende zon prikt plotseling in je ogen en verwarmt onze truien. ‘Dat scheelt wel een jas’, zegt Marijke en ritst haar zelfgebreide vest open. Wat een imposant gezicht, de A75 ontpopt zich als een zwart slingerend lint door een hagelwit landschap voor ons. Zelfs de bomen langs de weg doen mee. Die overdadig wit berijpte kale takken roepen een verlate kerstsfeer op. ‘Ooh dennenboom, ooh dennenboom, wat zijn je takken wonderschoon’, flitst door mijn hoofd. In de verte zien we de wolken als een kolossaal wit dekbed in het dal hangen. Daarboven glinstert een idyllische dorpje met die altijd opvallende kerk in het midden, en natuurlijk ook dat nooit ontbrekende plaatselijke kasteel. Geweldig, maar niet voor lang, want we dalen alweer die witte wollen deken in. En zo gaat dat de komende uren, ik moet ineens denken aan diegene die wat medelijdend veronderstelde dat die reis naar Spanje toch wel wat ver en saai moest zijn! De tijd vliegt voorbij en als we in Le Boulou aankomen hebben we nog tijd genoeg om buiten een kop thee te drinken. De mouwen worden opgerold en de eerste foto moet op Facebook.
Marijke legt de kaart op schoot
en neemt de route door voor morgen, ik geniet intussen van de besneeuwde toppen
van de Pyreneeën in de verte. Ik luister niet fanatiek maar hoor de Costa
Brava, de Costa Dorada en de Costa del Azahar op de achtergrond voorbij komen,
het klinkt als muziek in de oren. Ik zie een Spaans vlaggetje aan een caravan
wapperen in die zonnige kleuren geel en rood. Ik weet het zeker, de kou van het
Nederlandse rood-wit-blauw ligt voorlopig achter mij en jou.
‘We eten goulash met macaroni’,
zegt Marijke. ‘Lekker! Morgenavond kunnen we in het restaurant op de camping
eten’, zeg ik.
En overmorgen lekker in de korte broek kogelslingeren . . . ,
denk ik . . . .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten