Ik loop door en neem plaats op een van de schone
toiletpotten, effe lekker poepen. Onbewust komt bij het rustgevende ontlasten de
vraag bij me boven, die me vaker is gesteld: ‘Wat doen jullie daar toch de hele
dag?’. Ons antwoord was dan steevast: ‘Nou
ja, eigenlijk hetzelfde als in Baarlo! Alleen met gemiddeld 10 graden warmer is
het een behoorlijk stuk aangenamer wandelen, fietsen en buiten koffie nippen, toch?
‘. Maar zou dat ook voor mijn campinggenoten gelden?
Tijd om eens af en toe een gesprekje aan te knopen. Gewoon
over je schroom heen stappen en als echte Europeaan die oudjes in hun eigen moerstaal
aanspreken. En verdomd, een aselecte steekproef onder die overwegend bijna
allemaal Noord-Europeanen levert een nieuw verhelderend wereldbeeld op! Ook de
rente op hun spaarcentjes kan niet meer lager, want ook hun banken mogen immers
die in Zuid-Europa niet laten omvallen. De vermogensbelasting is ook bij hen
hoger dan die marginale beschamende spaarrente. Elk jaar verdwijnen ook stukjes
van hun pensioentje en hun ouderdomsrente naar Zuid-Europa. Ook hun regering
houdt van slappe thee en pappen en nat houden. Dus moesten we zelf maar eens kijken
waar al die miljarden blijven? En in tegenstelling met onze regeringsleiders tijdens
peperdure ellenlange vergadersessies waren wij het snel met elkaar eens. En ik
kan jullie geruststellen, die Zuid-Europeanen hebben het verrekte goed voor
elkaar en je hoort er niemand klagen, ons ook niet. Het leven hier is
aangenaam, gemoedelijker en een behoorlijk stuk goedkoper.
We staan op camping Didota in Oropesa del Mar, een echte
aanrader. Als je langer dan een maand blijft betaal je nog geen 10 euro per dag,
met gratis Wifi! Toiletgebouw glimt je tegemoet, daar zorgt die altijd
aanwezige Roemeense dame wel voor. De hele accommodatie ligt er storingsvrij
bij, daar zorgt Goelian, die vriendelijke Roemeense jongeman wel voor. Het hele
park staat vol met onze soortgenoten, keurig gerangschikt in caravans en
campers. Allemaal 65-plusser of iets verder gevorderd, die niemand uitgezonderd
allemaal een gruwelijke hekel hebben aan politiek, genoeg hebben van Europa en
dan met name aan de persoonlijke gevolgen voor ons oudjes, in onze eigen bedreigende
onveilige thuissituatie.
We melden ons bij de receptie en krijgen een
overzichtskaartje met de beschikbare vrije plaatsen. Resoluut lopen we naar
perceelnummer 359, prima plekje. In de luwte tegen de muur, circa tien bij tien
meter, keurig afgezet met lage houten hekjes, tussen een stugge Duitser en een
vriendelijke Belg. Ik kijk Marijke aan, en die knikt, past helemaal in onze
Europese gedachte. We halen de camper op en ik draai onverdroten ons eigen
stukje Spanje op. Marijke beweegt heel ervaren haar beide armen, ik begrijp dat
meteen en weet exact waar de camper hoort te staan. Daar tikt die Belg op mijn
raampje: ‘Allo, als ik u was zou ik hem met de voorkant tegen de muur zetten!
De wiend komt meestentijds van diejen kant!’. Marijke laat haar armen zakken en
haalt een beetje teleurgesteld de schouders op. Ik stap toch maar even uit om
mogelijke huwelijks- en/of burenproblemen in de kiem te smoren. Maar ‘amay’, de
Belg had gelijk, het waait hier heel vaak heel hard, maar wij zitten toch maar lekker
in de luwte.
‘Ik snap dah nie, diejen Duitsers staan allemaal langs den
kant! Ze hebben bijna ginnen zon en zitten den gansen dag in de wiend! Ik heb
het ze gezegd, maar ja, het blijven Duitsers hè’. Hij kijkt me daarbij onderzoekend
aan en besluit met een schalks knipoogje, wij begrijpen elkaar. Onze buurman Ugo,
hetgeen je als Hugo schrijft, blijkt een bijzonder gemoedelijk vriendelijke
man. Ook zijn vrouw lijkt me heel lief en aardig. Als ik ’s morgens buiten kom
roept ze wel een beetje schel ‘Goeije morrege buurman!’. En als ik wat lang met Ugo sta te praten, samen
gezellig leunend op ons gezamenlijke houten hekje, roept ze wel eens: ‘Ugo waar
zijt ge, staat ge weer te klappen met diejen Ollander?’. Ugo en ik hebben
inmiddels ons hele financiële, medische en huwelijkse dossier aan elkaar toevertrouwd.
Zijn vrouw houdt iets meer afstand, maar die heeft het ook veel te druk. Die
wast, die poetst en kookt terwijl Ugo sigaarkes rookt. Alleen ’s middags zet ze
haar ligstoel tegen de muur, legt er een plaid in en gaat een dutje doen.
Vorige week had ze zich, denk ik, verslapen. Ze springt op uit haar klapstoel
en loopt huppelend naar de camper. Na twee gehaaste stapjes hoor ik duidelijk
een scheetje. ‘Ho buurvrouw, was dat vaginale winderigheid of zomaar een
ongelukske?’. Verschrikt kijkt ze me aan en dribbelt schielings en gezwind de
camper in.
Op maandag en woensdag is er ook ‘Clases de Español’, Spaanse
les. Werkelijk een toppertje, slaan we niet meer over! Een tiental oudere dames
en twee oudere mannen nemen ietwat nerveus plaats op de stoeltjes met kleine leesplankjes.
De eerste keer was ik toch ook wel een beetje zenuwachtig, Marijke heeft zes
jaar Spaans gedaan en ik kende wat Spaanse liedjes. Veel verder dan ‘olé’ en
‘vamos a la playa’ kwam ik niet. Een Spaanse schone fladdert binnen, precies zoals
je verwacht dat een Spaanse eruit moet zien. Zwart lang haar, strak in de
bekleding en donkere priemende ogen. Laura heet ze, maar benadrukt dat je dat
in het Spaans uitspreekt als Lauwra!! De bedoeling van het komende uur is dat
we alleen maar Spaans mogen praten. Voor elke les kiest zij een ander
onderwerp. Zo hebben we intussen de familie (la familia), de klok (el reloj) en
het menselijk lichaam (el cuerpo) onderhanden genomen. Als we Lauwra niet
begrijpen dan weet ze het net zolang uit te beelden, tot iedereen zijn
woordenschat alweer met één woordje heeft uitgebreid. Zo weet ik al dat opa
‘abuelo’ heet, ‘son las dos y cuarto’ is kwart over twee en een ‘rodilla izquerda
mala’ is een slechte linkerknie. Een voor een krijgen we een beurt voor de klas
waar we zinnetjes moeten opschrijven (escribir) en oplezen (pronunciar). Al
snel ben ik in mijn element, ik heb Lauwra inmiddels weten uit te leggen dat ik
eigenlijk Jean-Philippe heet en maar liefst ‘veinte-y-siete’, ofwel 27
kleinkinderen heb. Gelukkig heeft ze me nog niet de namen en geboortedata
gevraagd, maar indruk maakte het wel.
Om de andere dag gaan we uit eten! Jawel hoor, ‘wat een
poenerige opschepper’ hoor ik iemand denken. ‘Je hebt misschien gelijk, maar
stel het definitieve oordeel alsjeblieft nog even uit’. Langs het strand
fietsen we in een kwartiertje via Marina d’Or naar het oude Oropesa. Daar runt señoraTina
een klein restaurantje, Avenida genaamd. Buiten staat het grote zwarte schoolbord,
waarop met sierlijke witte krijtletters het keuzemenu staat. Binnen komend
wordt Marijke begroet met een Spaanse knuffel en twee zoenen. Dat is pas
klantenbinding, alhoewel? Tegen mij knikt ze ietwat afstandelijk, maar ik heb
het er wel naar gemaakt. Op haar kan ik immers ongegeneerd mijn Spaanse
volzinnen uitproberen, die blijkbaar niet allemaal even goed begrepen worden.
We krijgen een kopie van het grote menubord op A4-formaat, maar dan in het
Duits. Wij wijzen dat categorisch van de hand, want we willen ons Spaans
perfectioneren. Het keuzemenu doet echt wat het zegt, er zijn vijf
voorgerechten, vijf hoofdgerechten en vijf toetjes. We vragen keurig uitleg wat
de pot schaft en bestellen ’n fles Vino Blanco. Vóór het voorgerecht krijgen we
een lekker bordje frisse gemengde sla met vers stokbrood. Er is weinig verschil
in portiegrootte van het voor- en hoofdgerecht. En allemaal even smaakvol.
Daarna het toetje, alweer keuze uit vijf even uitdagende afsluiters van het
menu. SeñoraTina somt ze alle vijf op, en als ze toe is aan de ‘Tarte de Whiskey’
kijkt ze me strak aan en zet de ballpoint alvast op het papiertje. Ik probeer
mijn liefste glimlach uit en knik ‘Si, tarte de whiskey, por favor’. Marijke
kiest altijd iets minder gewaagd. Het toetje komt gelijk met een heuse
twee-literse fles whiskey op tafel. Royaal grijp ik dat mormel bij de nek en
laat ‘kloek-kloek’ het op slappe thee lijkende zalig riekende vocht mijn
taartje wellen van genot. ‘Nou nou, Jan, zo is het wel genoeg . . .’ beëindigt altijd
deze zalige doop en ik begin de taart naar binnen te slurpen. ‘Alsof een
Spaanse engel over je tong piest . . ‘. ‘Zo is het wel weer goed, beheers je!’.
Onder het genot van een kopje koffie ‘americano’ kijken we samen terug op
alweer een vorstelijk maal. Tina komt geheel overbodig vragen of het gesmaakt
heeft. Ik pak haar hand en druk daar een zoen op, ik bespeur een terugtrekkende beweging.
‘Muy buen Tina . . . ‘. En dan komt de rekening: 20 euro all-in!! Het gaat verrekte
slecht met Europa maar blijkbaar niet in Zuid-Europa, en zeker niet in Spanje.
Een vergelijkbare camping in ons welvarend landje kost zeker 39,78 exclusief BTW,
toeristen- en milieubelasting. Dan vergeten we nog maar even die extra plastic
zak voor het afval en de altijd ergernis opwekkende Wifi. En een vergelijkbaar
dinertje met z’n tweetjes kost zelfs bij van der Valk het viervoudige. Sterke
coalitie die VVD en PVDA, sterk koppel die Rutte en Samsom, sterk beleid!!
Jullie hebben onze stemmen bij volmacht!
Zet ‘m op Rutte, trek ons volgend jaar maar weer een poot
uit! Laat ons maar verrekken, drijf die prijzen maar op! Schop de mensen in de
zorg maar de straat op! Neem die arme mensen hun rugzakje maar af! Jaag ons nog
maar langer weg naar dat zieltogende Zuid-Europa. Waar al die miljarden toch naartoe
gaan?? Wij doen daar nog wat eurootjes bij . . . .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten