zondag 13 februari 2011

Het werpseizoen is weer begonnen

De 2e zaterdag van februari is in werperskringen sinds lange tijd een bijzonder moment. Nee, het heeft geen fluit te maken met Valentijnsdag, want dat vieren we niet. Aan die flauwekul van die moderne, erbij gefantaseerde, commerciële feestdagen doen we niet mee. Er zijn geen (geheime) liefdes die ik zou moeten vereren met wat extra aandacht. Nee, of toch, misschien een beetje ver gezocht, maar die steenkoude slingerkogels en werpgewichten worden liefdevol van de garagemuur getild en krijgen een paar druppeltjes olie in hun stramme scharnieren. Ze mogen weer naar buiten, ze mogen weer dansen en fluiten door de lucht. Het winterwerpen bij Eindhoven Atletiek luidt traditioneel de overgang naar het nieuwe baanseizoen in. Onze kennissen in Frankrijk hebben al gebeld, zij kunnen al lekker buiten koffie drinken onder het luidruchtig noordwaarts trekken van de eerste kraanvogels. Ik voel me ook al een beetje opgewonden, maar wat wil je, na alweer een vervelende longontsteking en de daarbij horende te lange verplichte trainingspauze.

“Hoe zal het gaan, hoe ver zal ik nog kunnen gooien?”. Marijke, kun je me even de rug instrijken?”. Nog liefdevoller als ik die kogels van de muur til, strijkt Marijke mijn rug in met een soort Midalgan. “Ik ga vandaag voor 38 meter kogelslingeren en 15 meter gewichtwerpen”. Marijke zwijgt, maar slaat het ongetwijfeld op.

Het eerste halfuur op sportpark de Hondsheuvels wordt besteedt aan handjes schudden, een paar kusjes uitdelen en “heej, ook hier, hoe is ’t ermee”, “potverdomme, je ziet er nog goed uit”, “hartstikke leuk jullie weer te zien”. Gezellig worden wat tafels bij elkaar geschoven en we drinken samen koffie. We kijken neer op het zeiknatte sportveld, het lijkt wel één grote modderpoel en het miezert aanhoudend. Maar niets kan ons vandaag nog tegenhouden, wel goed dat we een paar extra droge sokken hebben meegenomen. De wedstrijden beginnen en het elkaar stimuleren, het overladen met positieve kritieken neemt een aanvang. Maar met wie zit ik daar op de foto, dat is toch niet Marijke? Neeeee, dat is Annie, we zijn van hetzelfde bouwjaar en proberen sinds mensenheugenis continu onze technieken bij te schaven. “Annie, bij het ingaan van elke draai zie ik je verkrampen, je forceert te veel. Een beetje meer ontspannen en hou je hoofd recht”. “Oohh ja ?, dank je Jan”. “Wat me bij jou opvalt is dat je te wijd stapt, je moet even langer met rechts blijven drukken voordat je omstapt”. “Okay Annie, ik zal erop letten”. Net als we elkaars opmerkingen in onze hoofden proberen om te zetten naar de praktijk van de volgende poging, knipt Henk deze foto.

Het wordt een gezellige, drukbezochte wedstrijd. De jury heeft het zeker niet gemakkelijk onder deze omstandigheden. Slingerkogels zuigen zich diep vast in het natte gras, na iedere poging moet het water met een trekker uit de ring worden geveegd. De contouren van laarzen en de kleur van broekspijpen gaan verborgen onder een dikke laag modder. Na afloop van de wedstrijd klinkt spontaan een luid applaus voor het jurycorps, wat moesten we beginnen zonder hen. Boven in de kantine zitten onze dames te wachten. “Enne . . .” vraagt Marijke. “38,92 met slingeren en 15,83 met gewicht . . . “. “Goed gedaan schat, heb je zin in een kop erwtensoep?”. De twee bij elkaar geschoven tafels vormen het middelpunt van een uurtje gezelligheid. Wijn, trappistenbier, bitterballen en pinda’s kleden het decor voor een kringgesprek werperslatijn, daar kan geen Valentijn tegenop.

Geen opmerkingen: